Veiling bijzondere theaterfoto’s

nieuws,Parool — simber op 5 november 2012 om 02:50 uur
tags: , , ,

Halina Reijn met een uitpuilend decolleté in een strakke wikkeljurk; John Kraaijkamp senior als King Lear in een eenvoudige borstrok; Joan Nederlof in vossebont, haar in panty gehulde benen wijd. De Nederlandse theaterfotografie heeft flink wat iconische beelden opgeleverd. Over een maand zijn honderdvijftig van de beste foto’s te koop op een veiling. Zaterdag werd de catalogus ervan gepresenteerd in de Stadsschouwburg.

Initiatiefneemster Helena Verhagen, in het dagelijks leven advocaat, kwam voor een opdracht die te maken had met nieuwe financieringsvormen in de kunsten in contact met theatergroep Mugmetdegoudentand. Ze was gelijk enthousiast over de publiciteitsfoto’s van de groep, die van oudsher gemaakt worden door het wereldberoemde fotografenduo Inez van Lamsweerde en Vinoodh Matadin. Konden ze daar niet méér mee doen? Binnen de kortste keren groeide dit idee uit tot een veiling van honderdvijftig markante foto’s uit een eeuw theatergeschiedenis.

Verhagen hoopt dat de veiling een ton gaat opbrengen. Het geld gaat naar een nieuw fonds. “Het is natuurlijk te weinig geld om voorstellingen van te maken, dus we hebben nagedacht hoe we het toch veel geld kunnen maken”, zegt ze. “Het wordt een fonds waar jonge theatermakers geld kunnen aanvragen voor publiciteit en marketingplannen.”

De catalogus toont een grote diversiteit: publiciteitsbeelden (soms zwaar bewerkt) die als posters door de stad hebben gehangen, rauwe scènefoto’s en documentairefotografie (alle makers van de opera Reconstructie uit 1968; kinderen die naar een voorstelling van Scapino Ballet zitten te kijken) staan dwars door elkaar. Foto’s van Ben van Duin staan naast beelden van Philip Mechanicus en Paul Huf.

De foto’s werden uit ruim duizend inzendingen gekozen door fotograaf en schrijver Hans Aarsman, acteur Gijs Scholten van Aschat en kunstcritica Anna Tilroe. “We vroegen de gezelschappen om hun mooiste foto’s op te sturen”, zegt Verhagen, “en zo kregen we een mooi beeld van de afgelopen twintig jaar. Om ook de eerdere geschiedenis  mee te nemen hebben we medewerking gezocht van het Theater Instituut Nederland en het Maria Austria Instituut. Zo krijg je een prachtig tijdsbeeld van een eeuw theater.”

De Veiling wordt gehouden op 16 december in Arti. Kijkdagen van 12 t/m 15 december. Meer info op www.deveiling.org

Overzicht: 10x Mightysociety

Mightysociety, het monsterproject van theatermaker Eric de Vroedt nadert zijn voltooiing met de première van deel 10, aanstaande zondag. De afgelopen acht jaar schreef en regisseerde De Vroedt een serie van tien voorstellingen over actuele thema’s, van terrorisme tot de vergrijzing en van Geert Wilders tot Indonesië.

Natuurlijk bestond er vóór Mightysociety ook expliciet maatschappelijk geëngageerd theater, maar De Vroedt wist een vorm te vinden die helemaal van deze tijd was: opiniepaginatheater vol actuele verwijzingen, vaak snel en satirisch, maar tegelijk onderbouwd met diepgravende research. Hij samplede zijn stukken bij elkaar , waarbij hij net zo makkelijk citeerde uit Medea of filosoof John Gray als uit Pauw & Witteman of het rapport van de parlementaire enquetecommissie naar Srebrenica. Echt vernieuwend aan Mightysociety waren de ‘sideshows’: iedere voorstelling werd begeleid door een uitgebreid randprogramma van lezingen, discussies, films en andere, kleinere voorstellingen die hetzelfde thema behandelden als de voorstelling. Theater werd een informatiebombardement.

Het project lanceerde De Vroedt’s carrière –hij regisseert inmiddels ook bij Toneelgroep Amsterdam en in Duitsland– en hij won diverse prijzen, zoals onlangs de Amsterdam Prijs en de Prijs van de Kritiek. Maar waar gingen al die tien delen ookalweer over? En, omdat De Vroedt zich nooit heeft geschaamd voor een stukje moralisme: wat was de boodschap?

Mightysociety1 (2004)
Over spindocters, mediacratie en beeldvorming in de politiek. Reflecteert op de opkomst van Pim Fortuyn en de deconfiture van de LPF nadat hij vermoord werd. De voorstelling werd in cynisme verre overschaduwd door de politieke werkelijkheid van de jaren erna.
Moraal van het verhaal: het succes van een politicus wordt meer bepaald door het beeld dan door de inhoud.
Opmerkelijk: Mightysociety1 is als het Prince-concert in Paradiso in 1981; wantrouw iedereen die zegt dat hij of zij erbij was.

Mightysociety2 (2005)
Over homegrown terrorisme, het publiek zit met een zelfmoordterrorist op een hotelkamer. Reflecteert op de moord op Van Gogh, de Hofstadgroep en de overtrokken reacties van overheid en wetgevers.
Moraal van het verhaal: politiek en media versterken de terreurdreiging omdat ze daar baat bij hebben.
Opmerkelijk: zeldzaam intense rol van Bram Coopmans, een van de acteurs die vaker meedeed en doorbrak dankzij Mightysociety.

Mightysociety3 (2005)
Over de wereld die de terrorist zegt te willen bestrijden. Met dit deel vond Mightysociety z’n vorm: flitsende dialogen die alle hoeken van een onderwerp belichten en geen definitieve antwoorden geven, maar wel een helder, vaak onaangenaam wereldbeeld tonen.
Moraal van het verhaal: de verlichtingsfundamentalisten zijn even dom, onuitstaanbaar en gevaarlijk als de religieuze extremisten.
Opmerkelijk: deel 2 en deel 3 waren op ingenieuze wijze met elkaar verbonden en werden tegelijk gespeeld. De terrorist uit deel 2 staat uiteindelijk in de huiskamer van deel 3. Deel 3 was ook de eerste Mightysociety-voorstelling met een uitgebreid randprogramma over het onderwerp.

Mightysociety4 (2007)
Over globalisering, neoliberalisme en Europa. Reflecteerde op de opkomende scheiding tussen snel overbodig rakende laag-opgeleide werknemers en hoog-opgeleide, kosmopolitische creatieven en bovenbazen, ofwel tussen de Vinex en de Grachtengordel.
Moraal van het verhaal: het kapitalisme is een onmenselijk systeem, dat het mensen onmogelijk maakt om gelukkig te worden.
Opmerkelijk: de doorbraak van de Mightysociety-serie in de theaterwereld. De voorstelling werd geselecteerd voor het Nederlands Theaterfestival en Hein van der Heijden won de Arlecchino voor zijn rol in de voorstelling, hij zou later nog veel vaker schitteren bij De Vroedt.

Mightysociety5 (2008)
Over de jeugd van tegenwoordig. Een rondloopvoorstelling waarbij het publiek in een ‘dorp’ met kleine studentenkamers verschillende minivoorstellingen kon zien, die allemaal gingen over het onvermogen om contact te maken. Reflecteerde op gamen, hedonistische feesten en oprukkende technologie.
Moraal van het verhaal: jongeren zijn individualistisch en ijdel, maar ze hebben de tools om hun eigen leven in te vullen.
Opmerkelijk: Mightysociety5 sloot aan bij de toen zeer populaire trend van het ervaringstheater, aan het eind mocht het publiek met de spelers meefeesten.

Mightysociety6 (2009)
Over de oorlog in Afghanistan, met een verhaal waarin Apocalypse Now knap verweven werd met Antigone en overste Karremans. Reflecteerde op de dubbelzinnige houding van Nederland ten opzichte van de global war on terror en de hypocriete voorkeur voor opbouwmissies boven gevechtsmissies.
Moraal van het verhaal: Oorlog corrumpeert, en nog erger dan de bloeddorstigen zijn de twijfelaars die zich tot iedere misdaad kunnen laten overhalen.
Opmerkelijk: De eerste appearance van de Leidse actrice Mariana Aparicio Torres, die in deze voorstelling een Afghaanse speelt in latere voorstellingen zal verschijnen als Turkse, Amerikaanse en Indonesische.

Mightysociety7 (2010)
Reflecteert op de vergrijzing. De Vroedt toont vier babyboomers die maar niet oud willen worden en door en door verwend en egoïstisch blijven.
Moraal van het verhaal: de babyboomers zijn door en door verwend en egoïstisch en de schuld van alles.
Opmerkelijk: De enige echte mislukking in de Mightysociety reeks, des te opmerkelijker omdat het met de meest veelbelovende cast had met o.a. Els Ingeborg Smits, Shireen Strooker ten Tom Jansen.

Mightysociety8 (2010)
Over populisme, Wilders en over de zin van politiek theater. Reflecteert op het fenomeen Geert Wilders. Een meta-musical waarin heel de theaterwereld scherp de maat wordt genomen en waarin De Vroedt zichzelf niet spaart.
Moraal van het verhaal: politieke kunst (zoals Mightysociety zelf) heeft nauwelijks de mogelijkheid om een zinnig weerwoord te bieden op het populisme.
Opmerkelijk: Niet De Vroedt, maar schrijver en acteur Joeri Vos schreef het stuk. Vos speelt mee in de voorstelling als een regisseur die als twee druppels water lijkt op de De Vroedt, en die iedere avond De Vroedt zelf uit het publiek sleurt om hem af te tuigen.

Mightysociety9 (2011)
Over Afrika, ontwikkelingshulp en de Probo Koala-affaire. Reflecteert op de westerse clichébeelden van Afrika.
Moraal van het verhaal: slachtofferschap is het enige product dat de westerse wereld van Afrika wil kopen.
Opmerkelijk: De altijd zo talig ingestelde de Vroedt eindigde de voorstelling met een indrukwekkende dans van Bram Coopmans met en tegen Roché Miguel Apinsa. Het leverde de meest memorabele beelden op van de hele serie.

Mightysociety10 (2012)
Over Indonesië, globalisering en de opkomst van Azië. Reflecteert op De Vroedt’s Indonesische roots en op de dood, een jaar geleden, van zijn vader.
Moraal van het verhaal: alle woede over de wereld komt voort uit je eigen biografie; de wereld onderzoeken is je levensverhaal vertellen.
Opmerkelijk: De Vroedt’s meest persoonlijke voorstelling, maar wie wil weten of na 10 delen zijn wereldbeeld radicaal veranderd is zal zelf moeten gaan kijken.

Mightysociety10 gaat op 4 november in première in Frascati
Vanaf 22 november speelt ook de Mightyfinalremix, een snelle montage van tekst, beelden en muziek uit alle tien de voorstellingen.
Meer info op www.mightysociety.nl

Recensie: ‘Hetty & George’ van Adelheid Roosen en George Groot

Parool,recensies — simber op 28 oktober 2012 om 21:19 uur
tags: , , ,

We zijn op visite in een hondenmand. Geen stoelen en een podium in de Palonizaal van Bellevue, maar een zacht landschap van pastelkleurige dekens, kussens en doeken in helder daglicht. Voordat je naar binnen mag moeten je schoenen uit. Het is een ruimte die uitnodigt tot intimiteit en anderhalf uur lang bewegen George Groot en Adelheid Roosen zich op het randje van behagelijke en ongewenste openhartigheid.

Groot (oprichter van Don Quischocking) en Roosen (tegenwoordig vooral bekend van de Gesluierde monologen en haar community theaterproject Zina) maakten zo’n twintig jaar geleden een paar voorstellingen samen (o.a. Tergend langzaam wakker worden) en komen nu voor een lunchpauzevoorstelling in Bellevue weer bij elkaar.

Er is nogal wat gebeurd in de tussentijd: Groot’s vrouw Ank overleed twee jaar geleden en sindsdien komen er regelmatig jongens bij hem thuis, en Roosen’s autoritaire moeder (Hetty uit de titel) kreeg Alzheimer. Ze vertellen er luchtig en laconiek over tegen het her en der door de zaal verspreide publiek, en ook vooral tegen elkaar.

Het gemeenschappelijke thema is al snel helder: het leven werpt je iets verschrikkelijks toe, maar tot je eigen verbazing geeft het ruimte en wordt het op een bepaalde manier een geschenk. Groot, een man van 70, leeft weer als een 19-jarige en Roosen zegt: “Er is een kind in mij dat altijd op het kind in mijn moeder heeft gewacht.” Het zijn tere persoonlijke verhalen, die je soms in verlegenheid brengen; wil je wel horen over Roosen in de overgang of over de eerste keer dat er een escort jongen bij Groot in huis stond?

Daarbij komt dat er flink gesleept wordt met het publiek. Wil dat meisje even hier tegen deze jongen aan komen zitten? Directief sjort Roosen aan de toeschouwers todat ze het mooi vindt. Mag Groot even tegen die jongen met die mooie ogen aanliggen? Het knappe van de voorstelling is dat er zoveel mogelijk is door de knusse setting en Roosen’s intense en Groot’s ontwapenende optreden.

Eigenlijk is de voorstelling zelf ook een ongewenste gebeurtenis, die de verwachtingen van het publiek op z’n kop zet. Maar ook hier ontstaat ruimte voor iets bijzonders, juist door de zachte verlegenheid die Hetty en George oproepen.

Hetty & George van Adelheid Roosen en George Groot, Bellevue Lunchtheater. Gezien 28/10/12 in Bellevue. Aldaar t/m 18/11. Meer info op www.theaterbellevue.nl

Recensie: ‘In die nag’ van Dood Paard

Een groepje van vier hangt rond in de Blincker, het theatercafé van Frascati. Ze hebben blijkbaar diepzinnige onderonsjes en verplaatsen van tafel naar tafel, naar bar, naar trap. Ze vallen nogal op: ze zijn van top tot teen in het oranje, met maffe hoedjes, voetbalbroekjes, veiligheidshesjes en pruiken.

De vier, Manja Topper, Gillis Biesheuvel, Joachim Robbrecht en Marien Jongewaard, zijn de spelers van In die nag, de nieuwe voorstelling van Dood Paard, geschreven door Rob de Graaf. Na zijn stuk Freetown, ook voor Dood Paard twee jaar geleden, gebruikt hij nu opnieuw Afrika als lens om naar onszelf en onze relatie met de ander te kijken, maar de voorstelling In die nag is weerbarstiger en minder eenduidig.

De voorstelling is een drieluik dat begint in het café. De vier oranjeklanten blijken een totaal verzuurde, typisch Hollandse zeikfamilie. Vanaf de balustrade boven de bar krijsen ze hun ongenoegen over het land, het leven en elkaar uit over de toeschouwers onder hen. Ze spreken een voor een, heftig gesticulerend, maar als een ander het woord neemt bevriezen ze in een groteske grimas. “Als ik een mening heb, dan ventileer ik ‘m. Hersens zijn net darmen: als je ze niet af en toe leegt dan krijg je alleen maar verstopping.” Ontevreden zijn ze, en dat is van iedereen de schuld, van de kinderen, de ouders, het land, de bureaucratie, nu ja in ieder geval niet van henzelf.

Maar ze hebben een oplossing: ze gaan verhuizen naar Afrika. Het is de opmaat voor het langdurige ritueel waarmee het publiek de zaal wordt geloodst. De spelers dansen in pluchen dierenkostuums, delen een plukje gras en een boontje uit aan iedere bezoeker die binnenkomt en zetten met water een stip op hun voorhoofd. Ze verkleden zich in lange gewaden en spannen een enorm grote doek vlak boven de hoofden van het publiek.

Onder die tent is er ruimte voor voorzichtige en onzekere gedachten. Een groep mensen is op zee en zwalkt de aarde rond. Zijn het piraten, kolonisten of bootvluchtelingen? “Ons schip heeft geen roer en geen anker.” Zowel Dood Paard als De Graaf laten zich hier van een onkarakteristiek lyrische kant zien en dat smaakt naar meer.

Het laatste deel is echter koud en slepend. De vier spelen weer een familie, maar nu in Zuidafrikaanse woonwagens. Ze zijn niet meer verbonden met hun thuisland, maar evenmin geworteld in het land van aankomst. De tekst is ineens in het Zuidafrikaans, maar het is vrij goed te volgen – de taal is simpel en wat Jongewaard ook spreekt, het wordt toch Amsterdams. De lethargie is verwoestend. Wat het gezin aan het begin aan energie en woede te veel heeft, heeft deze te weinig.

Als je de vier aan het eind ziet als dezelfde familie van het begin (wat niet per se hoeft) is er niets van ze overgebleven behalve jaloezie op de buren en de verwachting dat het morgen op de een of andere manier vanzelf beter wordt. In vorm en spel is dit Dood Paard op z’n best, maar waar het ze nu om te doen is blijft te lang onhelder.

In die nag van Dood Paard. Gezien 27/10/12 in Frascati. Aldaar t/m 4/11. Tournee t/m 13/2/13. Meer info op www.doodpaard.nl

Recensie: ‘De verleiders: de casanova’s van de vastgoedfraude’

Nu zo’n beetje alle Nederlandse romans voor het toneel bewerkt zijn, ontdekken theatermakers een nieuwe bron: non-fictie boeken. Opvallend: twee boeken over witteboordencriminaliteit zijn het eerst aan de beurt. Vorig seizoen De prooi van Het Nationale Toneel over de val van ABN-Amro en nu De verleiders, naar De vastgoedfraude van journalisten Vasco van der Boon en Gerben van der Marel. Waar De prooi een Shakespeareaans koningsdrama werd, kiest bewerker George van Houts voor een prozaïscher invalshoek: wat zou u doen?

De verleiders zelf zijn vijf mannen in goed gesneden pakken: Pierre Bokma en Victor Löw zijn ieder voor zich al zwaargewicht genoeg om een voorstelling te dragen, samen met Leopold Witte, Tom de Ket en Van Houts is het een flinke testosteronbom op het toneel. Ze spelen personages die gebaseerd zijn op de kleurrijke figuren uit de fraudezaak rond het Bouwfonds, maar ze zijn gecondenseerd, net als hun namen: Nico Vijsma werd Vijs, Jan Van Vlijmen werd Vlijm, enzovoort. De acteurs geven zelf al toe dat ze de feiten gedramatiseerd hebben en sommige dingen zijn verzonnen.

We volgen ze in korte, cabareteske scènes bij het maken van grote vastgoeddeals (met geprojecteerde grafiekjes wordt tevergeefs gepoogd die te verduidelijken – het gaat steeds gaat over hoe geld verdeeld wordt, maar niet over waar het vandaan komt) en later in de rechtszaal waar ze ter verantwoording worden geroepen.

De mannen spelen vet en vaak over the top, maar in dit geval is het volkomen gerechtvaardigd. De details van de zaak zijn absurd en bijna ongeloofwaardig theatraal. Vooral Bokma als de goeroe-achtige adviseur Vijs (“Op welk gebied adviseert u?” “Breed. Heel breed.”) is erg leuk als de macher die met slijmen, intimidatie, citaten uit Macbeth en een overdosis ‘fuck you’ iedere deal in z’n voordeel beslecht.

Wat erg goed is, is de steeds terugkerende link met het hier en nu. De acteurs beginnen als zichzelf, Bokma vertelt over een extreem overbetaalde schnabbel die hij ooit voor het Bouwfonds deed en Van Houts en De Ket hebben een geestig conflict over een verkochte auto, een deal die uitstekend uitlegt wat er nou mis was met de onderhandse handel in vastgoed.

Het publiek wordt ter verantwoording geroepen door middel van het verhaal van Will en Mind, twee kleine vastgoedjongens die stapje voor stapje het spiel van de big boys ingetrokken worden. Steeds stappen ze even uit hun rol. Zou u dit anders doen? Wanneer zijn ze over de schreef gegaan?

Iedereen is schuldig, niemand slaat een meevallertje af, dat is de cynische moraal die de voorstelling uitdraagt. Het wordt er een beetje plomp ingeramd door een paar harde monologen over hebzucht en kapitalisme die de voorstelling platter maken dan nodig is.

De verleiders: de casanova’s van de vastgoedfraude van Bos Theaterproducties. Gezien 4/10/12 in DeLaMar. Aldaar 17/10 t/m 4/11. Tournee t/m 31/1/13. Meer info op www.bostheaterproducties.nl.

Belarus Free Theatre in Amsterdam

interviews,Parool — simber op 4 oktober 2012 om 10:00 uur
tags: , , , ,

Je bent een Europese theaterregisseur, je hebt samen met je man een internationaal werkende groep, je speelt teksten van Sarah Kane, Harold Pinter en Shakespeare. Tot zover niets bijzonders, zo zijn er honderden. Maar Natalia Koliada heeft gevangen gezeten, is verdreven uit haar land en haar ouders worden bedreigd, alleen omdat ze theater maakt. Haar groep Belarus Free Theatre werd onbedoeld de kern van de dissidente kunstenaarsbeweging in Wit-Rusland.

Wit-Rusland (of Belarus) ligt tussen Polen en Rusland en staat bekend als de laatste dictatuur van Europa. Na het uiteenvallen van de Sovjet Unie in 1991 bleef het land stalinistisch en onder president Loekasjenko zijn marteling van gevangen, censuur, verdwijningen en frauduleuze verkiezingen geen uitzondering.

Koliada is met haar partner Nicolai Khalezin en een aantal spelers tijdelijk neergestreken in een repetitieruimte in MuzyQ in Amsterdam Oost om daar te werken aan haar nieuwe voorstelling Trash Cuisine die morgenavond in première gaat in de Stadsschouwburg. “Wit-Rusland wordt genegeerd”, zegt Koliada, “Als je het over dictaturen hebt denken mensen aan Afrika of Zuid Amerika, maar het bestaat ook nog steeds binnen Europa.”

Belarus Free Theatre reist inmiddels de wereld over, de artistiek leiders wonen in Londen en hebben acteurs als Kevin Spacey en Jude Law onder hun bewonderaars en ondersteuners. Maar toch is de internationale aandacht niet het eerste doel: “Het allerbelangrijkste is dat we door kunnen gaan met underground voorstellingen in Wit-Rusland zelf”, vertelt Koliada. “We spelen daar verboden voorstellingen bij mensen thuis, zonder aankondiging of kaartverkoop. Ik mag zelf het land niet meer in, ik ben staatsvijand, en onze acteurs kunnen niet samen het land in en uit reizen, omdat als de autoriteiten door hebben dat ze komen om te spelen ze hun visa weigeren.”

Koliada probeert inmiddels haar artistieke werk te scheiden van de politiek. “Ik wil dat we bezoekers krijgen en positieve recensies omdat mensen onze voorstellingen goed vinden, niet omdat ze eens zijn met wat we op politiek vlak doen of omdat ze ons zielig vinden.”

Trash Cuisine is net als de eerdere voorstellingen een rauwe, fysieke performance met als onderwerp de doodsstraf. “Ik zie ons werk zelf niet als politiek, maar de politieke situatie duwt ons wel in de richting van een onderwerp”, zegt Koliada. “In Wit-Rusland worden jaarlijks veertig mensen geëxecuteerd, en vaak wordt de familie pas achteraf op de hoogte gesteld.”

Tijdens de research voor de voorstelling bezochten de makers dodencellen in gevangenissen in Thailand, Maleisië en de VS en spraken ze met kindsoldaten in Oeganda en Hutu’s en Tutsi’s in Rwanda. Daarnaast gebruiken ze teksten van Shakespeare over moorden en executies. “Wij zijn geen theatergroep die een stuk van Shakespeare helemaal gaan opvoeren. We gebruiken zijn teksten om te onderstrepen dat de mens niet veranderd is. We spraken een Witrussische ex-gevangenismedewerker die volhield dat hij geen mensen had gedood – hij gaf slechts leiding aan een groep beulen. Zijn teksten blijken naadloos overeen te komen met die van Lady Macbeth.”

Het Belarus Free Theatre kwam in Amsterdam terecht via de European Cultural Foundation dat dit weekend het festival Imagining Europe organiseert in De Balie. “We werkten al eerder met studenten van DasArts. Toen twee van hen in 2008 naar Wit-Rusland vlogen om met ons te werken werden ze op het vliegveld tegen gehouden, twintig uur vastgehouden en daarna teruggestuurd. De intimidatie blijft niet beperkt tot ons. Iedereen die met ons wil werken krijgt ermee te maken.”

Naast de voorstelling vindt er ook een politieke actie plaats. Belarus Free Theatre vraagt met de actie Bodyback aandacht voor de verdwijningen in Wit-Rusland en verspreidde vanmorgen gevulde witte bodybags over de grote stations en in de media. Koliada: “We vragen aandacht voor het feit dat Nederland na Rusland de tweede handelspartner is van Wit-Rusland. Het gaat dan om handel in olieproducten en kalium. We streven naar een handelsembargo van de hele EU, maar dat is nog ver weg.”

De Nederlandse acteurs Frank Lammers, Waldemar Torenstra en Viggo Waas verklaren zich solidair met de groep en deden een oproep op Youtube. Lammers zegt aan de telefoon: “Het is angstaanjagend stil als het om Wit-Rusland gaat. We kunnen niet pretenderen dat we eenheid en stabiliteit zoeken in Europa en dit door de vingers zien.”

Lammers ziet zijn medewerking vooral als een gebaar van solidariteit: “Ik help mijn beroepsgroep. Kunst en cultuur zijn enorm belangrijk in zo’n situatie: kunstenaars houden het vuur brandend en de menselijkheid levend. Het is absurd om te bedenken dat een acteur als ik daar het werken onmogelijk wordt gemaakt.”

Trash Cuisine van Belarus Free Theatre: 5 oktober – www.ssba.nl
Het festival Imagining Europe duurt van 4 tot 7 oktober –www.imagining-europe.eu
De actie Bodyback is te volgen op www.bodyback.nu

Recensie: ‘Spiegel’ van Schweigman&

Parool,recensies — simber op 27 september 2012 om 22:26 uur
tags: , , ,

Als het over theater gaat wordt het woord magie vaak misbruikt, maar hier is het een keer echt op zijn plaats: de voorstelling Spiegel van Boukje Schweigman is een magische belevenis, een serie beelden van onaardse schoonheid en een diepzinnige beschouwing over mens zijn.

Door een smalle kier in een lange wand zie je eerst flikkerende schimmen in rood en wit. Dan worden langzaam figuren duidelijk. Vliegen ze? Zweven ze gewichtloos? Drijven ze vlak onder een wateroppervlak? Zijn astronauten in een ver universum of embryo’s in een baarmoeder?

Zoals altijd bij de voorstellingen van Schweigman is het decor, of liever gezegd de installatie, ontworpen en belicht door Theun Mosk. Hij plaatste het publiek aan weerszijden van een grote doos, maar geeft ons maar een smalle streep waardoor we de beelden kunnen zien. Opnieuw werkt hij in het begin met onwaarschijnlijk weinig licht, zodat de lichaamloze gezichten van de twee spelers/dansers (Marinke Eijgenraam en Toon Kuijpers) geestverschijningen worden in een peilloze diepte.

Later in het scherpe witte licht ontdekken de twee elkaar, kruipen hangend en vliegend naar elkaar toe, worden zichzelf gewaar in de spiegel uit de titel – die nog een prachtige verrassing herbergt – en zoeken éénwording met zichzelf. De spelers zijn niet alleen volledig beheerst, maar ook op een indrukwekkende manier leeg. Ze kijken naar zichzelf en naar ons zoals dieren kunnen kijken, of baby’s: peinzend, maar zonder gedachtenwereld.

Schweigmans beelden zijn altijd verraderlijk eenvoudig, maar blijken altijd oneindig gelaagd. En in het gebruik van spiegels, water en zwaartekracht doet haar werk nu meer dan ooit denken aan dat van de IJslandse kunstenaar Olafur Eliasson. Je zou kunnen interpreteren dat de voorstelling gaat over de evolutie van de mens, of over de mythe van Narcissus die verliefd werd op zijn eigen spiegelbeeld, of over lichamelijke vervreemding.

Schweigmans thema’s zijn vaak te banaal om op te schrijven, maar nu al zo’n tien jaar lang weet ze samen met Mosk in bijna iedere voorstelling op indringende wijze iets onzegbaars duidelijk te maken over het lichamelijke dier dat mens heet. Spiegel is gewichtloos theater van ondragelijke zwaarte.

Spiegel van Schweigman&. Gezien 27/9/12 in Frascati WG. Aldaar t/m 14/10. Tournee t/m 15/12. Meer info op www.schweigman.org

Recensie: ‘Pitbull’ van Bellevue Lunchtheater

Een schrijfster is zwanger, haar man is bankier, haar buurman fokt pitbulls om mee te vechten. De nieuwe lunchpauzevoorstelling in Bellevue lijkt even te gaan over een donker-romantische driehoeksverhouding, maar helaas heeft schrijfster Annemarie Slotboom veel verder reikende ambities.

De pitbullman –groot, kaal en getatoeëerd– staat op een dag bij de vrouw voor de deur op zoek naar zijn hond, maar blijkt al snel een vrij bedreigende belangstelling te hebben voor de bezittingen van het stel. Haar man vindt de pitbullman vooral intimiderend, maar de vrouw raakt gefascineerd door zijn morele ongebondenheid.

Slotboom wil het echter al te nadrukkelijk hebben over het thema verantwoordelijkheid trapt daarbij in een val die veel Nederlandse theaterteksten kenmerkt, namelijk dat de personages vrijwel uitsluitend in abstracties praten. De bankier is blijkbaar –en geheel vanzelfsprekend- verantwoordelijk voor veel ellende, maar wat dan precies blijft onduidelijk. De pitbullman leeft voor zijn hondengevechten, maar over hoe dat zoal in z’n werk gaat –je wordt toch nieuwsgierig naar zo’n personage– zwijgt hij. In plaats daarvan heeft hij het over dingen als “verbetenheid” en “instinct”; dingen die je als toeschouwer pas gaan interesseren als ze een bedding hebben van concrete context.

Het probleem wordt nog eens versterkt door de volstrekt humorloze regie van Leen Braspenning, die lijkt te denken dat Pitbull een groots ideeënstuk is. Door die zwaarte krijgt de problematiek -zwangere vrouw heeft crisisje uit onzekerheid over de toekomst– iets enorm verwends. Slotboom heeft echter een droge, licht absurde schrijfstijl die vaart nodig heeft en een lichte toets.

Alleen Jacqueline Boot, die de vrouw speelt, weet met een natuurlijke nuchterheid de juiste toon te raken. Noël S. Keulen is niet slecht als de pitbullman, maar is niet vervaarlijk genoeg en Niels Croiset als de man is veel te luid en te toneelmatig voor dit kleine podium. In het functionele decor, een designbank en een draaiend projectiescherm, vallen de rustige beelden van Johann van Gerwen op.

Het thema van een labiele relatie die verstoord wordt door een merkwaardige buurman gebruikte Slotboom een paar jaar geleden al in Er staat een boom in de weg, dat kleinzieliger en absurder en daardoor beter was. Ze blijft stukken schrijven die te breed opgezette thema’s in een te minimale setting wil behandelen. En dat blijft knellen.

Pitbull van Bellevue Lunchtheater. Gezien 21/9/12 (try-out) in Bellevue. Aldaar t/m 14/10. Meer info op www.lunchtheater.nl

Recensie: ‘Ik, Driss; de musical’

Parool,recensies — simber op 23 september 2012 om 23:32 uur
tags: , , , , ,

Zou jij het kunnen? Al je familie en vrienden achterlaten en met twee overhemden en een klein beetje geld in je koffer naar een ander land verhuizen? Mohammed Azaay en Mohammed Chaara vragen het aan het publiek en vertellen vervolgens het verhaal Driss Trafersiti, die in 1974 naar Nederland kwam. In een lieve, maar ook wat rommelige voorstelling volgen we de belevenissen van Driss in het opvallend gastvrije land, dat hij al snel tot het zijne maakt.

De verhalen van Driss Tafersiti over zijn vroege jaren als gastarbeider in het Nederland van de jaren zeventig verschenen eerst als columns in NRC Handelsblad. Maar Driss bleek een mystificatie: de jonge schrijvers Asis Aynan en Hassan Bahara –beiden kind van Marokkaanse immigranten– hadden een personage verzonnen op basis van de verhalen van hun ouders en ooms. De schrijvers waren vooral gefascineerd door foto’s uit die tijd: hun ouders hadden ooit afro’s en wijde pijpen en leken in niets op de teruggetrokken grijze duiven die je nu associeert met oudere allochtonen.

Een paar van dat soort foto’s speelt een grote rol in het decor: Marokkanen en Turken in zwartwit in de seventies, die er nu ineens verbijsterend hip uitzien. Ze hangen uitvergroot op rondrijdende panelen die met minimale middelen de locaties aangeven: de visafslag in IJmuiden waar Driss scholstapelaar is, het huis waar hij met zijn neef en een Turkse vriend woont, de huiskamer van de vriendelijke oud-lerares die Driss Nederlands leert.

Bewerker en regisseur Bart Oomen vertelt vooral het verhaal over Driss en zijn Hollandse geliefde Jolanda, een opvallend rimpelloze interculturele love story, waarin de culturele misverstanden zelden tot grote problemen leiden en beide families de nieuwe zoon en dochter zonder al te veel moeilijkheden accepteren.

Waar de relatie van Driss en Jolanda slaagt, verloopt het huwelijk tussen de verschillende disciplines en stijlen minder harmonieus. Het idee idee om noordafrikaanse trommels, smartlappen, raï, Turkse en westerse popmuziek te vermengen is natuurlijk goud, maar het is allemaal hoekig en onelegant in elkaar gezet. Ook de losjes met het publiek babbelende Azaay en Chaara staan in te groot contrast met iets te pompeuze musical-songs.

Daarbij komt dat Driss een vrij lege hoofdpersoon is; in de columns was hij vooral een kapstok om verhalen aan op te hangen, op toneel wordt hij gespeeld door de charmante Fahd Larhzaoui en is hij nu eens goeiig, dan weer ambitieus, maar krijgt zijn karakter weinig reliëf. Dat wordt nog versterkt door het feit dat hij nauwelijks zingt. Gelukkig heeft hij wel een zichtbare chemie met de geweldige Jennifer van Brenk als Jolande.

En zo is Ik, Driss een voorstelling die vaak romantisch, vrolijk en hartverwarmend is, maar tegelijk ook houterig, onbeholpen en onsamenhangend. Even hoop je dat op het eind de opzwepende Marokkaanse feestmuziek het publiek meesleept, maar nee, in plaats van een feestje te bouwen moeten de verhaallijntjes afgewikkeld worden. Blijft over een sympathieke feelgood-voorstelling, die uiteindelijk toch een klein politiek statement maakt: ze voegt namelijk aan het verhitte integratiedebat een onverwachte nieuwe toon toe: nostalgie.

Ik, Driss; de musical van Stichting ’t Beemstervarken en De Meervaart. Gezien 23/9/12 in De Meervaart. Aldaar t/m 21/10. Tournee. Meer info op www.ikdrissdemusical.nl

Interview Steven Smith over Shakespeare

interviews — simber op 18 september 2012 om 16:00 uur
tags: , ,

Dit najaar is een enorme hoeveelheid Shakespeare voorstellingen te zien in de Stadsschouwburg. Toneelgroep Amsterdam herneemt Othello, Macbeth, Het temmen van de feeks en de magistrale marathon Romeinse Tragedies, en daarnaast zijn internationale voorstellingen te zien als African tales after Shakespeare van de Poolse regisseur Warlikowski en een Koerdische Hamlet. Wat is toch de voortdurende aantrekkingskracht van de bard?

Voor de Engelse universitair docent Steven Smith is het antwoord duidelijk: “Het is zijn taal. Hij was de eerste die de taal van de straat plukte en in voorstellingen gebruikte naast de meer verheven stijl van hoe aan het hof werd gepraat. Zo gaf hij als zijn personages zijn eigen stem en in zijn stukken liet hij ze vooral over zichzelf praten, over hun gevoelens. Dat gaf een soort realisme op het toneel die we sindsdien als de standaard zijn gaan beschouwen voor acteren.”

Smith kwam al jong in aanraking met Shakespeare, op English School deed hij mee met uitvoeringen van Macbeth. Dertig jaar geleden kwam hij naar Amsterdam, waar hij aan de UvA Engels doceert en aan theaterwetenschappers de werkgroep Performing Shakespeare geeft. “Het eerste dat ik mijn studenten duidelijk wil maken is dat hij een showman was, een zakenman. Geld verdienen was zijn belangrijkste drijfveer. Al het andere volgt daaruit. En hij was waarschijnlijk ook behoorlijk succesvol: hij had een eigen groep en aan het eind van zijn carrière kon hij het zich permitteren om op het platteland met pensioen te gaan. Het is overigens wel belangrijk om te zeggen dat we over Shakespeare’s leven heel erg weinig weten.”

“Wat mij interesseert is het verbond dat Shakespeare en zijn groep hadden met hun publiek. Hij moet een trouw vast publiek gehad hebben. Zijn spelers waren waarschijnlijk erg goed en hij schreef rollen speciaal om hun kwaliteiten uit te buiten. Na een eerste serie stukken over de Engelse geschiedenis verbreedde hij zijn verhalen en thema’s en nam zijn publiek steeds een creatieve stap verder mee.”

“De verhalen zijn aardig, maar niet zo bijzonder. Hij heeft bovendien nooit zelf een verhaal verzonnen. Hij stal, bewerkte en vermengde verhalen die hij las of hoorde. Het gaat erom hóe hij ze vertelt.”

Maar als de taal zo belangrijk is, kun je Shakespeare dan wel in een andere taal spelen? “Tsja, je kunt de wereld Shakespeare natuurlijk niet ontzeggen”, zegt Smith droogjes. “Maar neem een zinnetje als ‘To be or not to be, that’s the question’. Dat is helemaal ritmisch totaan dat woord ‘question’, dat er net niet in past – zo vertelt hij je als toeschouwer dat het juist dáár om draait. Dat is zo knap en muzikaal en hij doet dat voortdurend. Dat is in een vertaling eigenlijk niet te vatten, daarin moet je keuzes maken.”

Theatermakers in Nederland vinden die noodzaak om keuzes te maken vaak juist een zegen, omdat het vrijheid geeft. Maar Smith is niet bijster te spreken over de Nederlandse uitvoeringen die hij ziet. “Ik heb in Europa vaak het gevoel dat het stuk gekaapt is en dat het meer over de angsten en preoccupaties van de regisseur gaat dan over Shakespeare. Er lijkt een checklist te bestaan; in iedere voorstelling zit geschreeuw, grof geweld, expliciete sexualiteit enzovoort. Ja, natuurlijk is Shakespeare ook gewelddadig, maar je moet dat zien in een tijd waarin de gemiddelde leeftijd 38 was en de kans om met geweld in aanraking te komen veel groter was. We moeten zijn thema’s begrijpen in onze tijd. Bovendien geloof ik dat theater in de eerste plaats entertainment is. Het is mooi als het tot nadenken stemt, maar als dat het eerste doel is wordt het vaak zelfingenomen.”

Maar toch waardeert hij wel de experimenteerlust van het Europese theater: “Ik zag een Hamlet van Luk Perceval en los van het feit dat daar een blinde vrouw in een rolstoel op het toneel stond die ik niet ken uit het stuk, had die de briljante vondst om Hamlet door twee acteurs te laten spelen, een jonge en een oude: dat klopte precies met het renaissance-idee over een koning die een publiek persoon is en een echt mens.”

Er wordt vaak gezegd dat als Shakespeare nu zou leven hij in Hollywood zou werken. “Misschien ja, maar ik geloof eigenlijk dat hij bezig zou zijn om verhalen te vertellen met mobiele telefoons of iets dergelijks. Hij was zeer geïnteresseerd in moderne technologie. De technologie van die tijd was architectuur. Hij werkte in de eerste speciaal gebouwde theatergebouwen, waarin je acteurs ook kon verstaan als ze fluisterden. Dat was een enorme verbetering ten opzichte van de markt waar een acteur moest concurreren met de viskoopman.”

Alle Shakespeare-voorstellingen in de Stadsschouwburg zijn te vinden op: www.ssba.nl/shakespeare

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2025 Simber | powered by WordPress with Barecity