Recensie: ‘Hyllos’ van De Veenfabriek en Asko | Schönberg
Wie te volgen? De gladde mediabespeler die stabiliteit en gelijkheid verzekert, of de charismatische ster die een nieuwe, democratische toekomst belooft? Aan het eind van Hyllos doen ze beiden een plechtige oproep aan ons, het publiek, maar allebei hebben in de tweeëneenhalf uur ervóór bijna al hun geloofwaardigheid verspeeld.
Sinds de jaren ’90 vertaalt Herman Altena klassieke tragedies voor diverse theatergroepen. Paul Koek, artistiek leider van De Veenfabriek, nodigde hem uit om zijn eerste toneelstuk te schrijven. Het werd –bijna vanzelfsprekend– ook weer een klassieke tragedie, zij het een met bijzonder actuele thema’s die door regisseur Koek, samen met het Asko|Schönberg ensemble verwerkt werden in een intelligente, maar ook erg steriele muziektheatervoorstelling.
Hyllos (Joep van der Geest) is de oudste zoon van de mythische koning Herakles van Trachis, die na de dood van zijn vader besluit om een nieuwe staatsvorm in te voeren: de democatie, die hij heeft leren kennen tijdens zijn verblijf in het bevriende Athene. Dat stuit op verzet van Lykos (Reinout Bussemaker), een oude bondgenoot van Herakles, die in zo’n ongewis experimenteel avontuur vooral risico’s ziet.
De voorstelling speelt zich af op een verhoogd podium dat is ingericht als televisiestudio, als moderne vertaling van het marktplein voor het paleis die veel Griekse tragedies als plaats van handeling hebben. Hyllos en Lykos redetwisten in de mooie, ritmisch retorische verzen van Altena, terwijl de klanken van de strijkers en blazers van het Asko|Schönberg zich vermengen met de diepe electronica van Ton van der Meer en John van Oostrum.
Het conflict komt op scherp te staan door dreiging uit Athene, waar de prille democratie is gekaapt door een geslepen populist (een opvallend mooi sprekende Bas Maassen). Het blijft allemaal zeer beschaafd aan de talkshow-tafel, maar als publiek zijn wij natuurlijk gepokt en gemazeld in het doorzien van de idealistisch verpakte strijd om de macht.
Altena’s beschouwing over de idealen en de zwakheden van de democratie krijgt een antwoord door middel van Koek’s radicaal doorgevoerde totaaltheater; dans, video, mime, een stukje strip, toespraken, dik aangezette emoties staan naast elkaar, begeleid door een onvoorstelbare diversiteit aan muziekstijlen, van speciale composities van Derek Bermel –gebaseerd op Bulgaarse volksliedjes- tot breekbare rocksongs, improvisaties en fragmenten van Bruckner en Diepenbrock – en toch een stijlvast geheel, en in die vorm een symbool van een ideale, vrije, superdiverse samenleving.
Maar hoe razendknap de voorstelling ook in elkaar steekt, hij roept te weinig emoties op. Vooral de muziek blijft een verstandelijk genot, en ondanks een oorlog, verloren kinderen, verraad en een staatsgreep blijven de twee belangrijkste emoties die bij de klassieke tragedie horen, angst en medelijden, onopgeroepen. En zelfs die afwezigheid is nog in te passen in Koek’s bouwwerk: zijn politici die de emoties bespelen niet het gevaarlijkst? Maar voor het theater is toch meer warmte nodig.
Hyllos van De Veenfabriek en Asko|Schönberg. Gezien 3/12/13 in De Duif. Aldaar t/m 6/12. Meer info op www.veenfabriek.nl