Nieuwe toneelstukken gelezen op het ITS

De oudere vrouw heeft een tas vol merkwaardige prullen, de jongere een telefoonboek vol exen. Bij de drie nieuwe toneelteksten die gisteren werden voorgelezen op het Internationaal Theaterschoolfestival (ITS) vallen vooral de vrouwenrollen op. De stukken, van afgestudeerde toneelschrijvers van de Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, werden voor de gelegenheid gespeeld door bekende acteurs als Sylvia Poorta, Kees Hulst en Gijs Naber.

Poorta speelt de oudere vrouw, een personage van Eva Jansen Manenschijn uit haar stuk On all fours. In een beeldende monoloog vertelt ze over het haar leven, de incestueuze verhouding met haar broer en over een doodgeboren kalfje dat ze als kind ter wereld zag komen. De broer is dood en langzaam kom je erachter dat ze in het mortuarium is om hem te identificeren. Regisseur Eric de Vroedt maakte er een mini-voorstelling van, met muziek en een ‘lijk’ onder een laken achter op het toneel.

Bovendien interpreteerde hij de schuingedrukte tekst in het stuk als afkomstig van de overleden broer, gespeeld door Kees Hulst. “Dat is een mooie keuze”, zegt Jansen Manenschijn, “Voor kan het ook wel haar eigen stem zijn, een soort dwangmatige gedachte. De Vroedt is enthousiast over het stuk: “Toen ik het voor het eerst las wist ik niet zo goed wat ik ermee aanmoest, maar zodra Sylvia het ging spelen ging het leven. Het is een tekst met een geheim.”

Eerder op de dag pakte regisseur Casper Vandeputte het een stuk soberder aan. Ook Alle plaatsen waar ik naartoe wil bestaan niet van Helena Hoogenkamp is een monoloog voor een vrouw, maar Hoogenkamps personage is een zoekende, melancholische twintiger, die systematisch haar leven analyseert, compleet met methodologie, conclusies en suggesties voor nader onderzoek.

Alle plaatsen… is een stuk waarmee een actrice goed kan uitpakken en Naomi Velissariou maakt van het overdreven lange middenstuk, een serie mislukkende telefoongesprekken met steeds verder verwijderde vrienden en exen een prachtige, wanhopige, hilarische en genante scène. Nog eerder werd de tekst In de schaduw van de grote vogels van Levi Olthof gelezen.

De serie lezingen werd voor het ITS georganiseerd door De Tekstsmederij, een jong bureau dat de belangen van jonge toneelschrijvers behartigt. Oprichters Timen Jan Veenstra en Malou de Roy van Zuydewijn (zelf ook toneelschrijvers) benadrukken dat het voor het eerst is dat op het ITS –waar voorstellingen te zien zijn van afstuderende acteurs, regisseurs, dansers en choreografen– volledige teksten van afstuderende schrijvers worden uitgevoerd. “Er zijn altijd wel lezingen van fragmenten, maar die zijn laat op de avond en dan raakt het makkelijk verloren in de veelheid van het festival”, zegt Veenstra.

Tijd dus voor een andere aanpak: lezingen door topacteurs, begeleid door regisseurs van de grote toneelgezelschappen. “De gezelschappen waren meteen enthousiast”, vertelt De Roy van Zuydewijn, “En dat is belangrijk want we willen graag dat die groepen de verantwoordelijkheid nemen voor de ontwikkeling van getalenteerde toneelschrijvers. En jongere regisseurs blijken enorm geïnteresseerd te zijn in samenwerking met schrijvers.”

Een van de gezelschappen die deze missie zeer serieus neemt is het Ro Theater. Sinds een paar jaar speelt het Rotterdamse gezelschap alleen nog maar nieuwe toneelteksten (Nederlands en internationaal) en in het eigen theater houden een paar jonge schrijvers kantoor. “Er zijn geen verplichtingen, maar het is handig en leuk”, vertelt Saskia Heerkens van het Ro, “Vorige week had Simon Weeda een nieuwe versie van een stuk af en waren er twee acteurs bij de hand die dat even konden voorlezen.”

De drie gelezen teksten van gisteren zijn meteen ook genomineerd voor de ITS Ro Theater Award die vanavond wordt uitgereikt. Aan die prijs is vierduizend euro verbonden, die de schrijver kan gebruiken voor de ontwikkeling van een nieuwe tekst die door de acteurs van het Ro aan het publiek wordt gepresenteerd.

Voor de schrijvers zelf waren de lezingen bijzonder, maar ook verwarrend. Nog niet eerder hoorden ze hun teksten volledig gespeeld, zeker niet door zulke acteurs. “Je kent iedere komma van de tekst,” zegt Jansen Manenschijn, “dus het is moeilijk om niet afgeleid te raken door je eigen bijgedachten die zich opdringen en er onbevangen naar te luisteren.

Na hun afstuderen kunnen deze nieuwe schrijvers zich aanmelden bij De Tekstsmederij, die zich voornamelijk richt op het koppelen van toneelschrijvers aan nieuwe regisseurs. Bij Theater Bellevue kunnen gezamenlijke initiatieven van zo’n koppel leiden tot een nieuwe lunchpauzevoorstelling. Veenstra: “Als schrijvers en regisseurs vanaf het eerste begin van een project samenwerken leren ze dezelfde taal spreken.”

Meer info op www.itsfestivalamsterdam.com en www.tekstsmederij.nl

Recensie: ‘Dieven’ van het Ro Theater en KVS

Een vrouw heeft een wolf gezien aan de rand van de stad. Ze is opgetogen en verward. Niet per se omdat een wild dier niet thuis zou horen op deze plek, maar vanwege de vraag: ‘Staat wolf voor aanvang nieuw begin/of voor afscheid verval?’

Welkom in de wereld van Dea Loher. Loher is een van de belangrijkste Duitse toneelschrijfsters van dit moment en sinds een paar jaar regisseert Alize Zandwijk haar nieuwe stukken bij het Ro Theater. Dieven is haar meest recente tekst.

Net zoals haar eerdere stukken Onschuld en Het laatste vuur kent ook Dieven geen overkoepelend verhaal. Het is een mozaïek van personages, losjes met elkaar verbonden. De vrouw die de wolf heeft gezien heet Linda Tomason en heeft een vader in een bejaardentehuis, een broer die ze nooit ziet, maar die heeft besloten niet meer uit bed te komen en een vrouwelijke supermarktchef met dezelfde achternaam als zijzelf, die toch geen familie is. En dat is nog niet eens de helft van de rollen.

Ze bewegen zicht in een stad van kartonnen dozen op een hellend toneel. In korte scènes vertellen ze over wolven, verloren echtgenoten, pogingen tot moord en abortus, maar steeds afstandelijk, vaak heel geestig, maar steeds met iets hulpeloos. Er zit een diepe, wanhopige passiviteit in deze personages. De scènes zijn steeds tussen twee of drie mensen. Alleen als de vader een pot worsten heeft, rent iedereen naar hem toe om er een te bemachtigen.

Behalve de dozen en een constante soundscape (van Florentijn Boddendijk en Remco de Jong) laat Zandwijk vooral ruimte aan de acteurs om deze voorstelling richting en diepte te geven. Willy Thomas maakt van de kwade vader een typetje dat toch ontroert, Sylvia Poorta speelt prachtig een obsessieve doorzetter zoals die in ieder stuk van Loher voorkomt, Esther Scheldwacht en Greet Verstraete weten midden in kleine, komische fragmenten tragisch reliëf te brengen.

Fania Sorel, inmiddels de sterspeler van het Ro, is opnieuw weergaloos als Linda, met haar mooie blonde haar en haar saaie steunkousen. Met minimale middelen, en weer totaal anders dan haar vorige rollen, zet ze een vrouw van gekneusd optimisme neer. Het is zo’n zeldzame actrice waarnaar je blijft kijken wanneer ze een beetje tussen de dozen scharrelt en die nooit verveelt.

De spaarzame regie is overigens ook de zwakte van de voorstelling. Bijna iedere keer staan de personages die aan het woord zijn middenvoor op het podium en richten ze het woord direct tot de zaal. Bij een lengte van tweeëneenhalf uur stoort dat. En bij het lopen door de dozen slaat de onbeholpenheid van de karakters terug op de voorstelling zelf.

Maar alleen al de kwaliteit van dit stuk is de gang naar de schouwburg waard. Loher weet iets duidelijk te maken over deze mensen. Iets waarvoor ze van de Japanse kunstenaar Genpei Akasegawa het begrip Tomason leende: ‘Een voorwerp, waarvan niemand weet, wat het voor betekenis heeft. (…) Ergens heeft iemand het bedacht, omdat hij het voor een bepaald doel nodig had. Maar dat is verloren gegaan.’

Dieven van het Ro Theater en KVS. Gezien 16/2 in Haarlem. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 18 en 19/2. Tournee t/m 23/3. Meer info op www.rotheater.nl

Recensie: ‘Amazones’ van het Ro Theater

Parool,recensies — simber op 31 oktober 2010 om 19:25 uur
tags: , , , ,

Twee keer regisseerde Gerardjan Rijnders al Penthesilea, één keer in Amsterdam, en één keer in Berlijn. Nu komt daar een Rotterdamse versie bij, waarin Rijnders Heinrich Von Kleist’s drama over de amazonekoningin vermengt met de geschiedenis van een andere ongenaakbare vrouw, tevens collega-Penthesilea-geobsedeerde: Leni Riefenstahl.

Linksvoor op toneel zit ze, achter een ouderwetse montagetafel. Een oudere diva, tot in de puntjes verzorgd. Ze wordt gespeeld door Sylvia Poorta, met precies de juiste mix van zelfrechtvaardiging, daadkracht en oprechte naïviteit. Achter haar, op het grote podium bevindt zich de filmset, met projectieschermen, lampen en camera’s, waar haar groots opgezette verfilming van Penthesileia wordt opgenomen.

Riefenstahl, die voor Hitler de films Olympia en Triumph des Willens maakte en wellicht zijn minnares was, is het ultieme symbool voor de gecorrumpeerde kunstenaar: zo geobsedeerd door schoonheid dat ze de gevaarlijke politieke implicaties van haar eigen werk niet wilde zien. Rijnders ziet bij Von Kleist een vergelijkbaar estheticisme en bovendien blijkt het verhaal over de koningen van het vrouwenvolk de Amazones, die tegen de wetten van haar volk in verliefd wordt voldoende verrassende paralellen te bevatten.

Want niet alleen kun je Penthesilea zien als Riefenstahls alter ego, misschien staat de koningin die van haar volk kuis moet leven ook wel voor Hitler zelf, die tegen Riefenstahl zei: ‘Ik kan geen vrouw beminnen voordat ik mijn opdracht heb volbracht.’ Riefenstahl herkende in de dictator ook haar eigen ‘drang naar het volmaakte kunstwerk’. Maar Hitler ging verder: ‘Hij had het lef om een scenario te schrijven voor de film die De Geschiedenis heet.’

Rijnders wisselt de filmopnames –retorisch gedragen gespeeld, expressionistisch vormgegeven en in zwart-wit geprojecteerd voor het publiek- af met gesprekjes tussen Riefenstahl en haar veel jongere man Horst, waarin eerst nogal schools haar biografie wordt doorgenomen. Spannender wordt het als de filmacteurs –met Fania Sorel als Penthesilea- in opstand komen, en via de camera Riefenstahl ter verantwoording roepen.

Het is jammer dat de voorstelling niet méér wordt dan de losse onderdelen. De geschiedenis van Riefenstahl blijft te veel los staan de filmopnames. Vanuit de droomsituatie –want dat is het: Riefenstahl’s Penthesilea werd nooit gemaakt- zou er meer mogelijk moeten zijn dan losjes discussiëren over de verhouding tussen kunst en de wereld. Nu blijft het bij aangenaam speculeren over Riefenstahl’s antwoorden tegenover de beschuldigingen die ze haar hele lange leven heeft moeten aanhoren.

Amazones van het Ro Theater. Gezien 29/10/10 in Rotterdam. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 1 en 2/11. Meer info op www.rotheater.nl

Recensie: ‘Boe!’ van het Ro Theater

Parool,recensies — simber op 14 oktober 2009 om 00:10 uur
tags: , , , , ,

De poster meldt onder de namen van de vier spelers: “En u”. U bent dus gewaarschuwd. Bij aanvang we allemaal een koptelefoon met een zendertje. Kort na het begin staan een paar mensen op uit het publiek, lopen naar het toneel en nemen deel aan de voorstelling, blijkbaar nauwkeurig gestuurd door een stem in hun oor.

Ze trekken een plastic wegwerpregenjas aan en struinen door het decor: een enorme rotzooi; een vloer vol plastic flessen, vuilniszakken en papier met daartussen een omgevallen parasol, een piskruis en een container. Het lijkt een verlaten festivalterrein na een paar dagen stevig feesten. In het midden zit een vrouw met een griezelig echt lijkende hoofdwond. De toeschouwer/spelers negeren haar, halen een biertje uit een koelbox. Eén verdwijnt in de container en komt eruit in het uniform van een ambulancemedewerker.

Het is een onbehaaglijk maar intrigerend begin. Is dit een rampgebied? Een nachtmerrie? De sfeer in de zaal blijft hangen tussen giechelige gene en beklemming. Sommige toeschouwers mogen terug naar hun plek, anderen worden opgeroepen. De spanning over wie nu weer aan de beurt is overschaduwt de spanning van wat er op het podium gebeurt tussen de toeschouwers en de vier ‘echte’ acteurs, onder wie Bram Coopmans en René van ‘t Hof.

De voorstelling kantelt als een van de actrices in bikini lekker tussen het vuil gaat liggen zonnen op een meegebrachte handdoek. Er volgen een paar scènes tussen de spelers –geestig genante gesprekjes vol misverstanden in gebroken Engels tussen een toerist en een lokale bewoner- die weinig verband hebben met de rest, maar die wel lading geeft aan de voorstelling.

Aan het eind staan er wel tien toeschouwers op het toneel. In een poetische processie gaat één van hen voorop, de anderen doen hem na en zo onstaat een instant choreografie. Ze halen samen met de acteurs applaus.

Regisseur Jetse Batelaan ontwikkelde zijn bijzondere theatervisie op het menselijk onvermogen op de zomerfestivals en op locaties buiten het theater. Nu werkt hij vast bij het Ro Theater, maar het lijkt met dit decor wel alsof hij heimwee heeft. Zou de gene van de spelende toeschouwer beter tot zijn recht komen als deze voorstelling op een festival als Oerol was gemaakt? Batelaan’s uitgangspunt is geweldig, maar minder dan in eerdere voorstellingen weet hij er een samenhangende voorstelling van te maken. Maar misschien kan het gewoon niet: spannend theater in combinatie met de angst om mee te moeten doen.

Boe! Een spookverhaal voor grote mensen van het Ro Theater. Gezien 13/10 in Frascati. Aldaar t/m 24/10. Meer info op www.rotheater.nl

Recensie: ‘Lang en Gelukkig’ van het Ro Theater

In Engeland is de Panto een traditie van al vele decennia: familievoorstellingen rond Kerstmis, met flauwe humor, publieksparticipatie, mannen in travestie en heel veel grappen met vunzige dubbele bodems. Regisseur Pieter Kramer en toneelschrijver Don Duyns wilden kijken of ze met een Nederlandse variant op de Panto de traditionele familievoorstelling van het Ro Theater –een traditie waarin de laatste jaren danig de klad was gekomen- nieuw leven konden inblazen. Met wervelend resultaat.

Ze bedachten een ongewoon sprookje waarin Assepoester vriendin is van Roodkapje, de boze stiefmoeder dochters heeft die Paris en Hilton heten en de prins de ware liefde vindt met zijn koninklijke stylist. Klein Duimpje heeft een mini-rolletje: hij is zo klein dat niemand hem kan zien. Het publiek mag helpen en meezingen.

De regie van Kramer is een ode aan de magie van het toneel, met glijdende decorstukken, goochelacts en een scène die op magistrale wijze het perspectief wisselt waardoor we ineens de gebeurtenissen van bovenaf bekijken.

Bekende namen van Arjan Ederveen en Alex Klaasen mogen dan misschien publiekstrekkers zijn, op het podium vallen vooral de toneelacteurs op: Hannah van Lunteren speelt Assepoester als meisje van hiernaast, Hans Leendertse is schaamteloos als hulpeloze prins met darmproblemen en Sylvia Poorta heeft een hilarische dubbelrol.

Maar Gijs Naber steekt ze allemaal naar de kroon. Als stylist van de prins is hij de meester van de betekenisvolle blik en als slechte, lelijke en domme stiefdochter Hilton weet hij met uitzinnige fysieke humor de algehele hysterie steeds een tandje hoger te schakelen.

Het knappe van schrijver Don Duyns is vooral dat hij een Nederlands equivalent heeft gevonden voor de talige onderbroekenlol van de Engelse Panto. Zijn vondsten zijn schunnig, maar nooit expliciet. Daarom is Lang en Gelukkig een echte familievoorstelling, met vrolijke poep en pies-humor voor kinderen vanaf een jaar of acht en schuine grappen voor volwassenen, maar speciaal ook pubers lijken het geheel uitstekend te kunnen waarderen. Voor de theaterliefhebber worden zelfs nog een paar postmoderne verwijzingen ingebouwd.

Het is jammer dat het eind geen uitbundige, alles inlossende finale is, maar een beetje ongeïnspireerde musical-parodie. Maar dat is een kleine smet op een feestelijke, aanstekelijke voorstelling, met veel mogelijkheden voor een vervolg volgend jaar. Met die Kerst-traditie van het Ro zit het wel snor.

Lang en Gelukkig van het Ro Theater. Gezien 21/12/07 in Rotterdam. Te zien in Amsterdam 9 t/m 11/1/08(Stadsschouwburg), 23/1 (Meervaart), tournee t/m 3/2. Meer info op www.rotheater.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity