Recensie ‘Hamlet’ van het Noord Nederlands Toneel

(NB: ook de Hamlet Checklist is geüpdate naar aanleiding van deze voorstelling.)

“Waar is de uitgang?”, vraagt Klára Alexová keer op keer. En iedere keer wijst Hamlet (Peter Vandemeulebroecke) naar één van de deuren van het theater: “Daar.” Terwijl alle andere acteurs een min of meer coherente versie van Hamlet spelen is Alexová meer een performance-kunstenares, die, steeds op dezelfde plek zittend , onwillekeurige bewegingen maakt, zich krabt en maniakaal voor zich uit staart. Een krankzinnige.

Nu speelt gekte inderdaad een grote rol in Shakespeare’s beroemdste stuk, maar in de versie van het Noord Nederlands Toneel wil regisseur Ola Mafaalani die thematiek koppelen aan de moderne omgang met patiënten in de geestelijke gezondheidszorg – ze deed, samen met journalist Noraly Beyer research in psychiatrische inrichtingen. En hoewel het conceptueel hier en daar best knap in elkaar zit, wil het maar geen sprankelend theater worden.

Het grootste probleem zit hem in ouderwetse, plechtstatige vertaling van Bert Voeten, die eigenlijk alleen door Joke Tjalsma tot bezield Nederlands wordt gemaakt. Zij speelt raadsheer Polonius, die door Hamlet per ongeluk wordt vermoord – hij denkt dat het het zijn oom Claudius is hij van zijn overleden vader moet doden.

Deze moord is het keerpunt in de voorstelling. In het stuk wordt Hamlet hierna weggestuurd naar Engeland, bij het NNT komt hij terecht in een isoleercel van een inrichting, met een vriendelijke dokter (wederom Tjalsma) die zegt: “Het gaat niet zo goed met u.” Alle overige personages zijn dan gevangen in hun eigen waanzin, maar tegelijk zijn ze met steeds herhaalde zinnetjes de stemmen in Hamlets hoofd. Tjalsma vertelt in korte zinnen over noodopvang en katatonie, een verademing van menselijkheid na het gekunstelde toneel ervoor.

Het decor (van André Joosten Ko van den Bosch) bestaat uit verrijdbare dubbele wanden van plexiglas die met rook gevuld kunnen worden. Soms geeft dat een mooi effect met dubbele spiegelbeelden en half zichtbare gedaantes, maar even vaak lijken ze rommelig en willekeurig in de ruimte geplaatst, waardoor ze de spelers in de weg zitten in plaats van helpen.

Maar het grootste probleem is toch inhoudelijk. Hamlet is toch ook een stuk over een moreel dilemma, geformuleerd in de dialoog ná “zijn of niet zijn”: moet de mens het lijden van het leven verdragen of vechtend ten onder gaan. Voordat hij – of het publiek – echter kan kiezen, wordt hij geïsoleerd. De rest van het stuk trekt aan hem voorbij. Pas aan het eind, als hij sterft kan Alexová opstaan, en vrij dansen over het toneel. Zij is de andere Hamlet, die van het “niet zijn”. Haar verhaal is mooi, het zijne beknot.

Hamlet van het Noord Nederlands Toneel. Gezien 11/4/12 in Hoorn. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 18 t/m 21/4. Meer info op www.nnt.nl

Recensie: ‘Midzomernachtsdroom’ door Het Nationale Toneel

BNR Nieuwsradio draait Can’t buy me love van de Beatles, nadat de presentatrice de vijandige overname heeft aangekondigd van het bedrijf Amazona door Theseus, en dat in een moeite door de CEO’s van beide bedrijven ook nog gaan trouwen. Terwijl de muziek schalt, maken talloze bedienden en technici het toneel klaar voor het burgerlijke huwelijksfeest van de in powersuits geklede Theseus (Stefan de Walle) en zijn verovering, de Amazonekoningin Hippolyta (Ariane Schluter).

De voorstelling Midzomernachtsdroom begint bijna als parodie op het maatschappelijk geëngageerde theater dat nu in Nederland zo gangbaar is. Maar regisseur Theu Boermans maakt van zijn debuut bij Het Nationale Toneel een feestelijke, erg geestige avond die uiteindelijk een pleidooi is voor de fantasie op het toneel.

Midzomernachtsdroom is tenslotte Shakespeare’s meest uitbundige komedie, maar ook zijn meest dwaze. Aan de vooravond van de bruiloft verdwalen allerlei types in een sprookjesbos, dat beheerst wordt door elfenkoning Oberon (dubbelrol van De Walle), die met wat tovenarij de liefde, lust en verlangens van de mensen in zijn woud overhoop gooit.

De overgang van de mensen- naar de elfenwereld is een weergaloos effect: de tafels storten in, de enorme partytent zeigt neer en er valt een enorme stroom gruis uit de lucht, tot het hele podium eruit ziet als een open plek in het bos. De ceremoniemeester (Antoinette Jelgersma) transformeert tot Oberon’s knullige helper Puck.

Haar belangrijkste slachtoffer is Bok (Pierre Bokma), een van de theatertechnici die in het woud een amateurtoneelstukje aan het oefenen is om uit te voeren voor het verse bruidspaar. Bokma maakt er met plat Haags accent een verrukkelijk komisch type van, een bombast met een klein hartje, die betoverd wordt tot een angstig balkend ezeltje.

Helemaal aan het eind, als alle betoveringen verbroken zijn, en er inmiddels niet één maar drie huwelijken te vieren zijn, krijgen we als toetje ook nog dat toneelstukje te zien over de voor elkaar stervende geliefden Pyramus en Thisbe, waarin Bokma tussen twee grappen door met drie zinnen tekst en een deerniswekkende blik nog even echt weet te ontroeren. Alleen zijn rol is al de gang naar de schouwburg waard.

De hartstocht van de mens is wispelturig en het is maar goed dat we het huwelijk hebben om haar te temmen, lijkt Boermans te willen zeggen. Midzomernachtsdroom is een niet in de laatste plaats een wedstrijd voor het thuispubliek: Boermans moet de harten van het toch altijd wat conservatieve Haagse publiek weten te veroveren. Dat is hem, gezien de zeer lovende reacties op de première, ruimschoots gelukt. Maar je kunt de voorstelling ook zien als uitdaging aan zijn belangrijkste concurrent: Ivo van Hove’s Toneelgroep Amsterdam. Tegenover diens realistische engagement plaatst hij ongebreidelde verbeeldingskracht. Het Nederlandse theater wordt daar zeker niet minder interessant van.

Midzomernachtsdroom door Het Nationale Toneel. Gezien 11/11/11 in Den Haag. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 19-21/12. Tournee t/m 1/2/12. Meer info op www.nationaletoneel.nl

Recensie: ‘Bye Bye’ van Dood Paard

Parool,recensies — simber op 11 maart 2011 om 02:39 uur
tags: , , , , ,

Eerder dit seizoen maakte Dood Paard met Freetown een voorstelling voor drie vrouwen. Nu zijn de mannen aan de beurt. Kuno Bakker en Gillis Biesheuvel spelen in het kleinste zaaltje van Frascati een kwajongensachtige bewerking van Shakespeare’s Othello, die aan het eind buitengewoon geraffineerd blijkt.

Ze worden daarin bijgestaan door de Marokkaans-Nederlandse acteur Chaib Massaoudi, die de voorstelling opent met een gruwelijk verhaal dat hij vertelt in het Arabisch of Berbers en dat hij ondertitelt met behulp van een overheadprojector, over een kamermeisje dat een verminkt vrouwenlijk vindt in een hotelkamer.

Na dat zware begin wordt hij gedegradeerd tot bankzitter, terwijl Bakker en Biesheuvel in twee uur op weergaloze wijze Othello erdoorheen jassen. Na een ruzie over wie van de twee Othello mag spelen (waarin Massaoudi arbiter is) spelen ze in lange onderbroeken en met voor ieder personages speciaal gebruikte sjaaltjes de scènes over de jaloerse zwarte generaal (traditioneel vertaald als ‘moor’, maar nu consequent Berber of naffer genoemd) die door zijn vaandeldrager Iago wordt opgestookt te geloven dat zijn vrouw Desdemona een ander heeft.

Ze wisselen hedendaags taalgebruik moeiteloos af met prachtig vertaalde lyrische poëzie en na scènes met nu eens demonstrerend, dan weer ironisch ingeleefd spel, volgt altijd weer waaghalzerige slapstick op de vierkante meter. De twee staan op een klein podiumpje van losse planken dat steeds meer uit elkaar valt en dat achtereenvolgens toneel, zeilschip, rariteitenkabinet voor Noordafrikaanse meuk en graf kan zijn. Uit alles blijkt de jongensachtige bravoure van twee acteurs die niet bang zijn om ruw met elkaar om te gaan.

Je zou bij alle spelvreugde bijna vergeten dat Othello eigenlijk een nogal problematisch stuk is, met een zwarte hoofdpersoon geschreven door een witte schrijver voor een wit publiek, nog steeds vaak gespeeld door een witte acteur met zwarte schminck. Ook Biesheuvel verft aan het begin zijn gezicht slordig zwart, en in de loop van de voorstelling komt de grime op zijn handen en kleren te zitten.

Tegen het slot onderbreekt Massaoudi het spelletje. Mag hij ook nog een monoloog doen of zit hij er alleen voor de politiek correcte sier? Met tegenzin wordt hij op het podiumpje uitgenodigd en met z’n drieën doen ze de laatste scène: Bakker als Desdemona, Massaoudi als Othello die de tekst van Biesheuvel nazegt. En dan valt ineens alles in elkaar: Iago die beschuldigingen in Othello’s hoofd plant, Biesheuvel die Massaoudi souffleert, Shakespeare die die zijn denkbeelden over vreemdelingen projecteert en de allochtone indringer die aan het eind de schuld van alles krijgt.

Zonder enige voorkennis van Othello kan Bye Bye misschien een beetje lastig te volgen zijn, maar deze combinatie van spelerslol en intelligentie is onmogelijk te weerstaan.

Bye Bye van Dood Paard. Gezien 10/3/11 in Frascati. Aldaar t/m 26/3. Meer info op www.doodpaard.nl

Kritiek: Vier ‘Hamlet’s

kritieken,Theatermaker — simber op 23 december 2010 om 19:29 uur
tags: , , , , ,

Het kan de theaterliefhebber nauwelijks ontgaan zijn: wat een enorme hoop Hamlets waren er de afgelopen maand te zien in Nederland! Ik zag er vier: de twee Nederlandse van Oostpool en De Utrechtse Spelen (DUS), een Duitse van Luk Perceval en een Indiase versie van de Mumbaise theater- en filmregisseur Rajat Kapoor. Ze hebben weinig gemeenschappelijk, behalve dat ze allemaal vrij kort duren -geen voorstelling is langer dan tweeëneenhalf uur- en dat de casts vrij klein zijn -gemiddeld acht spelers.

Maar waarom nu ineens zoveel Hamlets, na een vrijwel Hamletloos-decennium? Misschien kan er maar één sterke nieuwe Hamlet-interpretatie per generatie ontstaan. Voor de generatie van ’68 was een idealist die ingaat tegen de macht, voor de punkers een pure ziel in een verrotte wereld en Ostermeier zetten een hedendaagse Hamlet neer als een ironische, fundamenteel onzekere twijfelaar. Maar ja, dat was deels ook al de invulling van Theu Boermans. Misschien was die voorstelling ook wel zo goed, dat hij een slagschaduw tien jaar vooruit kon werpen.

Maar het was allerminst een straf om vier keer Hamlet uitzitten. Het stuk zit zo vol met ideeën, thema’s, actuele aforismes dat je iedere keer weer iets nieuws ontdekt. Bij Oostpool zag ik pas het verband tussen alle adviezen en goede raad in het stuk (Laertes aan Ophelia, Polonius aan Laertes, Hamlet aan de toneelspelers, enzovoort) en DUS maakte zichtbaar hoe beledigend het stuk-in-het-stuk is voor Gertrude.

Continue reading “Kritiek: Vier ‘Hamlet’s” »

Interview Luk Perceval

interviews,Parool,PS Kunst — simber op 3 oktober 2010 om 17:25 uur
tags: , , , ,

Toneelregisseur Luk Perceval was een rebel in Vlaanderen, maar zette in 1997 zijn stempel op het theaterveld met Ten Oorlog!, de legendarische marathonvoorstelling waarin hij, met schrijver Tom Lanoye, de historische stukken van Shakespeare tot één megavertelling aaneen reeg. De Duitse versie, Slachten, effende de weg voor een carrière in de Bondsrepubliek, eerst in Berlijn, sinds vorig seizoen in Hamburg. Vrijdag en zaterdag staat zijn Hamlet in de Stadsschouwburg. “Het is een stuk van duizend-en-een vragen zonder loutering aan het eind.”

Perceval’s Hamlet zal de geschiedenis ingaan de de Hamlet met de twee Hamlets. De hoofdpersoon wordt door twee acteurs gespeeld, die zich steeds verder van elkaar verwijderen. “Die verdubbeling kwam voort uit close reading van de tekst”, zegt Perceval daags na de première aan de telefoon. “Shakespeare verwijst naar de schizofrenie van Hamlet, de dualiteit die in hem zit. Hamlet zegt zelf tegen het eind van het stuk dat hij niet alleen beslist: ‘ik ben niet alleen die ene Hamlet, maar ook die ander.’ Maar Hamlet toont volgens mij de gevolgen van een trauma: de moord op zijn vader. Mijn Hamlet is niet alleen een wijfelende romanticus, hij kent haat en liefdespijn.”

De beslissing om Hamlet op te splitsen werd ook relatief laat gemaakt. “Toen bekend werd dat ik Hamlet ging regisseren kreeg ik veel vragen van de acteurs. Het is natuurlijk een rol die iedere acteur graag wil spelen. Toen moest ik wel gaan bedenken of mijn Hamlet jong moest zijn of oud. Een hele jonge Hamlet geeft mij hetzelfde gevoel als Tsjechov door jonge acteurs: de jeugd heeft heel veel kansen voor zich, er mist een bepaald soort tragiek. Ik werk sowieso het liefst met oudere acteurs, die brengen hun levenservaring mee.” Met een hoorbare grijns: “Ja, ook in Vlaanderen al, maar er waren daar niet zoveel oudere acteurs meer die nog met mij wilden werken.” Uiteindelijk viel de keus op de jongere Jörg Pohl en de oudere Josef Ostendorf. “Jörg is een hele goede jonge acteur en Josef is de vleesgeworden gedachte.”

Continue reading “Interview Luk Perceval” »

Recensie: ‘Hamlet’ van Thalia Theater, Luk Perceval

buitenland,Parool,recensies — simber op 20 september 2010 om 10:43 uur
tags: , , , ,

“Sein”, zegt de ene Hamlet. “Oder nicht sein”, antwoordt de andere. En na een lange stilte de eerste weer: “Das ist die Frage?” Het is de kern van de Hamlet van de Vlaamse regisseur Luk Perceval, die nu al een aantal jaar in Hamburg werkt. Hij verdubbelt de hoofdpersoon en onderstreept daarmee de innerlijke strijd tussen gevoel en verstand. De tekst werd stevig bewerkt en tot twee uur ingekort door Günter Senkel de Turks-Duitse schrijver Feridun Zaimoglu. De voorstelling ging afgelopen zaterdag in première in het Thalia Theater, en is over twee weken al in Amsterdam te zien.

Het begin is meteen al van een onaardse schoonheid. De achterwand bestaat uit een eindeloze hoeveelheid opgehangen donkere, lange jassen, over de hele hoogte van het toneel, en bijna de hele breedte. De acteurs gehuld in hetzelfde soort jassen komen op door de kledingrekken heen, zodat de hele wand meegolft. Eerst een jongetje met een brief, dan een vrouw in een rolstoel, dan alle spelers in een schitterend tableau.

Linksachter zit Hamlet, een man in een enorme zwarte trui, met een kartonnen kroon op zijn hoofd en nog eentje op zijn schoot. En dan ineens in de tweede scène komt onder de kroon een hoofd omhoog, dat begint te spreken. Het lijkt alsof Hamlet een moeder is die een kind baart (en wiegt en bijna wurgt), maar tegelijkertijd wordt Hamlet zo ook opgedeeld in een hoofd en een hart. In de loop van de voorstelling komen de twee acteurs (Josef Ostendorf en Jörg Pohl) steeds verder los van elkaar te staan. De een kan alleen langzaam en gekunsteld bewegen en praten als een computer, de ander wordt steeds schreeuwender, expressiever en bloter; maar tot daden komen ze geen van beide.

In het zijlicht blijft de voorstelling donker en dreigend. Hamlet’s moeder Gertrude is wulps en vlezig in een te klein balletpakje, zijn vriend Laërtes loopt op stelten en diens vader Polonius is een vrouw in een rolstoel. Tijdens de belangrijkste scènes staat een hele groep kinderen toe te kijken, half verscholen tussen de jassen. Een opgezet rendier ligt voor op het toneel. Vrijwel de hele tijd speelt muzikant Jens Thomas piano, en zingt hij met hoge uithalen als Anthony and the Johnsons of Jeff Buckley. Maar ondanks deze overdaad voelt de voorstelling door de extreme stilering sober en uitgebeend aan.

“Hamlet is de Mona Lisa van het toneel”, zei regisseur Marcus Azzini, die zelf werkt aan zijn eigen versie bij Toneelgroep Oostpool. Dat klopt wel, maar het zijn de versies zoals deze van Perceval die laten zien hoe fris de taal ervan is en hoe vol onontdekte ideeën het stuk zit. En misschien is dat ook wel het onderwerp. De Hamlet van het hoofd heeft wel wat weg van het enige bekende Shakespeare-portret. Staat de vrijgemaakte hart-Hamlet misschien ook voor de vrijheid die iedere regisseur of toneelspeler moet nemen om de tekst tot leven te brengen? Deze versie is complexer en wellicht minder toegankelijk dan die van Thomas Ostermeier die vorig jaar in de Stadsschouwburg te zien was, maar heeft een visuele kracht die hem een onontkoombare theatergebeurtenis maakt.

Hamlet van Thalia Theater. Regie: Luk Perceval. Gezien 18/9 in Hamburg. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg): 8 en 9/10. Meer info op www.ssba.nl

Interview Thomas Ostermeier

interviews,Parool,PS Kunst — simber op 14 december 2009 om 12:02 uur
tags: , , , , , ,

Dit weekend in Amsterdam te zien: Hamlet als doorgedraaide, decadente dikzak. De Schaubühne, het befaamde theatergezelschap uit Berlijn, is te gast in de Amsterdamse Stadsschouwburg met Hamlet van regisseur en artistiek leider Thomas Ostermeier. Voor de Stadsschouwburg gaat hiermee de internationale programmering, een nieuw speerpunt, nu echt van start. Bovendien komt Ostermeier volgend jaar bij Toneelgroep Amsterdam een gastregie doen. “Ik zie Hamlet als een verwend kind; een product van deze wereld”

Als de voorsteven van een schip verrijst het gebouw van de Schaubühne aan de Kufürstendamm in Berlijn. Het gebouw met de halfronde, modernistische gevel uit 1928 was oorspronkelijk een bioscoop, maar sinds 1981 zetelt hier het belangrijkste theatergezelschap van West-Berlijn. In de gedeelde stad lag het theater net buiten het centrum rond station Zoo en warenhuis KaDeWe, in het herenigde Berlijn is de omgeving een rustige buitenwijk geworden, bijna een uur reizen van de hippe bezirke Mitte en Prenzlauer Berg.

Toch is het druk, eind november bij een reprise van Hamlet. Opvallend veel jonge mensen komen kijken. Ostermeier valt in deze enscenering meteen maar met de deur in huis: “Sein oder nicht sein, daß ist die Frage.” Het decor is een enorme bak aarde, met daarboven een bewegens plateau waarop de familietragedie aan het Deense hof wordt uitgevochten. Als mafiosi in goedkope pakken sluipen ze om elkaar heen. Prins Hamlet zegt zijn monologen tegen een videocamera; de beelden worden geprojecteerd op een kettinggordijn. Vooral hoofdrolspeler Lars Eidinger valt op. Hij durft heel ver te gaan in het neerzetten van Hamlet’s pesterige gekte, een soort kruising tussen Kurt Cobain en Theo van Gogh. Liefhebbers van het werk van Ivo van Hove of Johan Simons zullen beslist niet teleurgesteld zijn.

Na afloop van de voorstelling neemt Thomas Ostermeier ruim de tijd voor een paar Nederlandse journalisten. Het is een lange man, begin veertig, informeel gekleed in een streepjestrui en een jasje met heel veel pennen in het borstzakje. In zijn kantoor, hoog achterin het gebouw, vertelt hij levendig over zijn visie op het ultieme toneelstuk. Zijn kenmerkend hinnikende lach klinkt regelmatig. “Als regisseur is Hamlet altijd iets dat speelt op de achtergrond. Het is dat grote ding dat je moet aangaan. Ik heb het stuk heel vaak gezien en ik vond die vaak teleurstellend dat Hamlet wordt gepresenteerd als een pure ziel met decadente mensen om zich heen. Ik wilde Hamlet juist net zo vadsig en decadent maken als zijn omgeving. Ik zie hem als iemand met veel fouten, een vet, verwend kind; een product van deze wereld.”

Continue reading “Interview Thomas Ostermeier” »

Recensie: De koopman van Venetië van De Theatercompagnie

Parool,recensies — simber op 14 november 2008 om 13:35 uur
tags: , , , ,

Eigenlijk is het komedie, De koopman van Venetië, maar we kunnen het nog maar moeilijk zo zien. De slechterik in het stuk, Shylock, is namelijk een Jood, en niet zomaar een, maar de ergste karikatuur van de vrekkige, wrede woekeraar. Net als Het temmen van de feeks (dat lollig doet over vrouwenonderdrukking) is het voor hedendaagse theatermakers een van de lastigste werken van Shakespeare omdat het onderwerp té beladen is om zonder grote ingrepen op te voeren.

De Theatercompagnie heeft het nu toch aangepakt. Het is waarschijnlijk de laatste voorstelling van de groep -de subsidie wordt stopgezet-, maar in deze zwanenzang brengt regisseur Theu Boermans datgene waar hij zijn roem aan te danken heeft in optima forma: een kraakheldere en lichte enscenering van een klassieker, schitterende gespeeld door een combinatie van oude cracks en jong talent.

Shylock, een nauwelijks getolereerde buitenstaander in het christelijke Venetië leent een som geld aan de koopman Antonio die tijdelijk zonder zit. Die leent het meteen weer door aan zijn vriend Bassanio die het geld nodig heeft om indruk te maken op de rijke, begeerlijke en ongetrouwde Portia. Maar Shylock stelt een gruwelijke voorwaarde bij zijn lening: mocht Antonio niet op tijd kunnen terugbetalen, dan mag Shylock een pond vlees uit diens lichaam snijden.

Boermans oplossing voor het antisemitisme is vernuftig: door in andere scènes (de andere vrijers aan het hof van Portia) hilarische maar ook pijnlijke karikaturen neer te zetten van Arabieren en Chinezen schetst hij in een decor van zilver glimmende sliertgordijnen effectief het beeld van een samenleving die bang is voor alles wat vreemd is. Net als Ivo van Hove deed met Het temmen van de feeks maakt hij de oorspronkelijke komedie tragisch en maatschappijkritisch door de bad guys sympathieker te maken en de helden met wantrouwen te volgen.

Shylock is een prachtige rol van Pierre Bokma, die de gedurfde combinatie van platte komedie en afgetekende tragiek bijzonder fraai naar zijn hand zet. Een echte ontdekking is Loes Haverkort, een nog jonge actrice die Portia neerzet als poor little rich girl, die zich na de pauze -in het rechtbankdrama dat volgt als Antonio niet kan betalen en Shylock zijn pond vlees opeist- als man vermomd een haarkloverige juridische oplossing vindt. Maar ook Eva van der Gucht, die met een opgetrokken wenkbrauw de zaal plat krijgt, en Mike Reus als oppervlakkige Bassanio zijn op dreef.

Het stuk wemelt van contracten, ringen die geloftes bezegelen en schuldbekentenissen. Het handhaven van de afspraken is doel op zich geworden in Venetië. De rechtbank kan Shylock niet tegenhouden ook al zou het tot de dood van Antonio leiden: de wetten zouden ongeloofwaardig worden. Haarscherp laat Boermans zien dat door de wet tot het uiterste te volgen de beschaving die zij moeten handhaven bij het vuilnis wordt gezet.

Het is moeilijk om deze Koopman niet ook autobiografisch te zien. Ook Boermans werd slachtoffer van regeldrift en zal zich nu voelen als Shylock: aan de bedelstaf, beroofd van zijn identiteit en gedwongen tot een zwervend bestaan. We wensen beter voor hen allebei.

De Koopman van Venetië van De Theatercompagnie. Gezien 13/11/08 in de Stadsschouwburg. Aldaar t/m 15/11. Tournee t/m 23/12. Meer info op www.theatercompagnie.nl

Recensie: Romeo over Julia van Rick Engelkes Producties en MTV

Parool,recensies — simber op 2 november 2008 om 17:04 uur
tags: , , , , , ,

Vijf mannen doen Romeo en Julia. De tweede toneelvoorstelling die geproduceerd wordt door clipzender MTV wil Shakespeare toegankelijk maken voor jongeren. Ze zetten daarvoor Johnny de Mol in, Teun Kuilboer en, oja, oorspronkelijk Beau van Erven Dorens, maar die haakte om onduidelijke redenen al na één dag repeteren af.

Het begin van de voorstelling zit vol vondsten, flauwe grappen en een prettig gebrek aan respect voor de grote Bard. Doet een acteur een sierlijke monoloog over de liefde als bloem, onderbreekt een ander hem met “Waar gáát dat eigenlijk over?” Confrontaties tussen de strijdende families zijn kussengevechten tussen jongens in Blues Brothers outfit. Een zeer mannelijke Julia zit te flossen op het balkon terwijl Romeo haar schoonheid bezingt. En natuurlijk mogen twee acteurs even uitgebreid zoenen, maar verder blijft de homo-erotiek ver op de achtergrond.

De vorm is los en open, met acteurs die in en uit hun rol stappen, van personage wisselen, elkaar hardop en pesterig souffleren en elkaar verdringen op het minipodiumpje op het verder lege toneel, waar ze met speels genoegen het rode gordijn voor elkaar open en dicht doen. Bovenop staat Romeo?Julia in verlichte letters. Soms zijn er ineens vier Romeo’s die tegelijk hun liefde en wanhoop uitschreeuwen. Soms doet een tweede Romeo de zelfde scène nog een keer over, alsof hij zijn collega wil laten zien hoe het wél moet.

Langzaam maar zeker wordt de spanning opgevoerd en wordt de gekkigheid verlaten voor meer dramatiek. Dan beginnen ook de problemen. Dan worden het slechte articuleren en de gebrekkige tekstbehandeling van De Mol niet meer ondervangen door zijn sympathieke presence en spontaniteit, het ritme raakt zoek en dan gebeurt het ergste wat een dergelijke voorstelling kan overkomen: het wordt saai.

De voorstelling hinkt op twee benen: wil het een toegankelijke show zijn voor een jong publiek of willen de makers recht doen aan de poëzie van Shakespeare? Ook binnen de groep van vijf acteurs zijn beide kanten vertegenwoordigd, met Jorrit Ruijs als uitblinkende tekstacteur. Regisseur Marcus Azzini -twee jaar geleden verantwoordelijk voor de geslaagde MTV-productie Sexual Perversity– wil allebei, maar heeft hier de juiste mix niet gevonden.

Romeo over Julia van Rick Engelkes Producties en MTV. Gezien 1/11/08 in De Meervaart.
Nog in Amsterdam (De Kleine Komedie): 8-10/1/09. Tournee t/m 28/2. Meer info op www.romeooverjulia.nl

Recensie: ‘Richard III’ van het Sulayman Al-Bassam Theatre (HF)

Parool,recensies — simber op 9 juni 2008 om 00:40 uur
tags: , , ,

Arabisch is een taal die je in het theater niet hoort, behalve soms als er een terrorist ten tonele wordt gevoerd. Het Holland Festival brengt nu haar (bij mijn weten) eerste Arabisch-talige voorstelling, een actuele bewerking van Shakespeare’s Richard III. Maar hoewel het internationale gezelschap van schrijver en regisseur Sulayman Al-Bassam (geboren in Koeweit, gestudeerd in Schotland) bestaat uit een bonte mengeling van Syrische, Libanese, Koeweitse en Irakese acteurs en muzikanten, is deze voorstelling op en top Brits, geproduceerd door de Royal Shakespeare Company.

Het is een intrigerend idee om de politieke intriges van Richard III te verplaatsen naar een oliestaatje nabij de Perzische Golf: de hofcultuur met strijdende families, het gebrek aan democratie en de positie van vrouwen daar lijken veel meer op Shakespeare’s wereld dan het Europa van nu. Iedereen is schuldig aan Richard’s terreur: de machtsbeluste hofkliek, het cynische Westen, de machteloze vrouwen en het passieve volk.

Al-Bassam vertaalde veel metaforen naar beelden van de woestijn en het verwisselen van het christendom voor de islam blijkt helemaal geen grote ingreep. De voorstelling concentreetr zich op de plot en niet op de personages. De scènes vloeien vlot en filmisch in elkaar over en er is een overdaad aan vormgeving, halfdoorzichtige spiegels, projecties, een soundtrack én live muziek.

Het probleem met dit soort concepttheater is echter dat voor alle verschillen een oplossing gevonden moet worden. Soms zijn die erg mooi: Richard verleidt de vrouw wiens man hij heeft vermoord op een rouwdienst voor vrouwen, waar hij binnenkomt door een boerka te dragen. Maar door van de Franse vijanden op olie beluste Amerikanen te maken, van Richard’s vals bescheiden troonaanvaarding een slaafse talkshow op televisie en teksten toe te voegen die letterlijk verwijzen naar Saddam en de War on Terror, wordt de actualiteit van de voorstelling gewild en leeg.

Holland Festival: Richard III van het Sulayman Al-Bassam Theatre. Gezien 8/6/08 in Bellevue. Aldaar nog vanavond. Meer info op www.hollandfestival.nl

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity