Recensie: ‘Basquiat & Warhol’ van De Nieuw Amsterdam

Parool,recensies — simber op 19 november 2010 om 00:59 uur
tags: , , ,

De kunsten staan ter discussie, ook op het toneel. Dit seizoen waren er al voorstellingen te zien over filmer Leni Riefenstahl en de Russische dichter Boris Ryzhy, regisseur Eric de Vroedt zette zichzelf op het podium. De Nieuw Amsterdam presenteert nu een voorstelling over Jean-Michel Basquiat en Andy Warhol, die echter merkwaardig ambitieloos blijft.

Basquiat is inmiddels bekender als ikoon dan als kunstenaar. In de jaren tachtig in New York  werd hij met zijn graffiti-schilderijen de eerste zwarte superster van de beeldende kunst. Hij werkte een paar jaar samen met de tweeëndertig jaar oudere Andy Warhol en stierf in 1988 aan een overdosis heroïne.

Steven Hooi en Sabri Saad El Hamus spelen de twee kunstenaars in smoking in een decor van talloze autobanden. Hooi in een wit jasje en met zwart haar, Saad El Hamus in een zwart jasje, twee stropdassen en met een witte pruik als Warhol. Ze verslepen en stapelen de autobanden, waaruit ze dan weer onverwachte requisieten toveren. En ze praten, over drugs, over feestjes met jaren tachtig-sterren en over hun relatie.

Het lijkt soms op Warhols favoriete dialoogvorm: het telefoongesprek en de toon blijft lang kabbelend. Er zitten wel aanzetten tot conflict – de positie van Basquiat als Warhols ‘mascotte’, hoe Jeff Koons hem overvleugelt en Warhols obsessie met de dood – maar tegenover het lakonieke relativeringsvermogen van Saad El Hamus’ Warhol ontbeert het Hooi’s Basquiat aan overtuigende intensiteit.

De tekst, van Mustafa Stitou, blijft te beschouwend en geeft de spelers te weinig ruimte om het verhaal lichamelijk te maken. Twee momenten vallen op: als de twee een koddig dansje doen op muziek van David Byrne en Brian Eno en helemaal op het eind als Hooi driftig alle banden op een enorme berg stapelt terwijl Saad El Hamus er onverstoorbaar prinselijk bijligt, verbaasd over zoveel kouwe drukte.

Na het applaus riep Saad El Hamus niet alleen kunstenaars, maar vooral het publiek op om aanstaande zaterdag naar de landelijke manifestatie Schreeuw om cultuur te komen. Zoveel noodzaak en gedrevenheid hadden we nog niet gezien vanavond.

Basquiat & Warhol, Machocamacho van De Nieuw Amsterdam. Gezien 18/11/10 in de Brakke Grond. Aldaar t/m 20/11, Bijlmerparktheater 29/1/11. Tournee. Meer info op www.denieuwamsterdam.nl

Recensie: ‘Pax Islamica V: Hadj’ van Sabri Saad El Hamus en DNA

Een Arabische vader met drie zoons: een Marrokkaan, een Nederlander en een met neukteugels. Bij Pax Islamica wordt vrijzinnig omgesprongen met ethniciteit. Hadj is het laatste deel van een serie voorstellingen van theatermaker Sabri Saad El Hamus gebaseerd op de vijf zuilen van de islam. De pelgrimstocht naar Mekka komt hier slechts aan bod als afleidingsmanoeuvre.

Het verhaal is zeer losjes gebaseerd op de Gebroeders Karamazov van Dostojevski, waarbij de Russische namen zijn gehandhaafd, maar de situatie is verplaatst naar de Amsterdamse wallen. Daar heeft de Arabische weduwnaar Fjodor in de loop der jaren een bloeiend sexbedrijf opgebouwd. Met zijn drie zoons heeft hij mot: de een werkt voor hem en doet er nog een drugshandeltje bij, de ander is imam geworden, de derde studeerde aan Harvard, werd advocaat en is nu teruggekomen om de erfenis van zijn overleden moeder op te eisen.

Het lijkt intrigerend, de combinatie van islam, rosse buurt en Russische tragiek, maar het gaat nergens werken. Schrijfster Lisa de Rooy bouwde een enorme plot – pa wil vluchten met een van zijn hoertjes en al het geld, maar zegt tegen zijn zonen dat hij naar Mekka gaat; plotseling staat nog een vierde zoon voor de deur; de vrouw van de oudste zoon is zwanger – en de tijd die het kost om al die uit te werken gaat ten koste van eventuele bespiegelingen over eenzaamheid en geluk, die er nu een beetje bijhangen.

Erger is dat de personages te plat blijven waardoor de situatie nergens echt dramatisch wordt. Yahya Gaier als de religieuze zoon heeft een geestige mimiek, maar blijft tegen het eind steken in overdrijving. Delilah van Eyck moet de  eerste helft eindeloos op een ronddraai-plateau staan voordat haar rol zich mag beginnen te ontwikkelen Zelfs Sabri Saad El Hamus, gezeten op een met gewichten vastgezette troon, bovenop een tafel,  kan te weinig sympathie oproepen.

Het is vooral zo jammer dat de liefdevolle, melancholieke toon van de eerdere delen van Pax Islamica geheel verdwenen is. Dit zijn zelfzuchtige personages die vooral fysiek, vaak hardhandig met elkaar communiceren. Het personage van Saad El Hamus, dat in de eerste vier delen viriel maar ook poëtisch en gevoelig was, is hier ineens een oppervlakkige patser. En dat is een onwaardige afsluiting van een eerder buitengewoon mooie serie.

Pax Islamica V: Hadj van Sabri Saad El Hamus en DNA. Gezien 10/3/09 in Frascati. Aldaar t/m 14/3. Tournee t/m 12/5. Meer info op www.denieuwamsterdam.nl

Recensie: ‘Sawm, Pax Islamica IV’ van Sabri Saad El Hamus

Parool,recensies — simber op 16 december 2008 om 01:02 uur
tags: , , ,

Het is een sexy stel, de zinnelijke Egyptenaar Sabri Saad El Hamus en de knappe Belgische theatermaker Sarah Moeremans. In Sawm spelen ze een intercultureel koppel. Hij voelt, na anderhalf jaar de koran niet te hebben opengeslagen, de neiging om te gaan bidden, en zij is overstuur omdat een Kutmarokkaantje haar in de Kentucky Fried Chicken voor ‘hoer’ heeft uitgescholden. Ze had hem aangesproken omdat hij zich niet aan de Ramadan hield.

Verwacht echter geen kwetsend of actueel gehakketak. Dichter Mustafa Stitou schreef een mooie poëtische dialoog en de makers bouwden een grote arabische tent in Frascati met rode vloerbedekking, waar je als toeschouwer slechts op kousevoeten naar binnen mag. De sfeer is licht en bijna romantisch. Sarah eist excuses van Sabri namens het jongetje in Kentucky Fried Chicken en na een mooie scène waarin Sabri de situatie omdraait en opblaast, geeft hij gehoor aan haar wens.

Ze herinneren elkaar aan hun ontmoeting, hij als rusteloze jager door Amsterdam, zij als gewichtloos meisje naakt in de woestijn dat hij op zijn schouders nam. Ze praten over God, ze bidden samen en hij wordt opnieuw verliefd op haar uitspraak van de Arabische ‘kh’-klank.

Sawm is het vierde deel van de serie Pax Islamica, waarin Saad El Hamus de vijf zuilen van de islam onderzoekt in evenzoveel voorstellingen. Sawm is niet het beste deel van de serie –daarvoor is de metafoor van de relatie van Sabri en Sarah voor die tussen de islam en het westen iets te simpel-  maar verreweg het meest toegankelijke. Ook de link tussen de voorstelling en de zuil waarop die geënt is –in dit geval de ramadan- is veel helderder dan in de drie eerdere delen.

Sawm gaat over onthouding, vooral met betrekking tot seks, en de lust van de personages wordt gesublimeerd in dansen. Eerst praten ze alleen, maar zij heeft al een een beige ballroom jurk aan en hij een rood stierenvechtersjasje met glitters. Ze eindigen dansend, in langzame, geconcentreerde bewegingen op Egyptische drama-pop, melancholiek en teder.

Sawm; Pax Islamica IV van Sabri Saad El Hamus, De Nieuw Amsterdam en Frascati Producties. Gezien: 15/12/08 in Frascati. Aldaar t/m 18/12. Tournee t/m 24/1.

Recensie: ‘Zekket’ van Sabri Saad El Hamus

Parool,recensies — simber op 13 januari 2008 om 18:57 uur
tags: , , ,

Gaan een boeddhist, een atheïst en een islamiet een voorstelling maken… Nee, het is geen mop, de voorstelling heet Zekket en ging zaterdag in première in Frascati. Zekket is de derde in een serie van vijf voorstellingen van de Egyptische acteur Sabri Saad El Hamus over de vijf zuilen van de Islam. Dit deel gaat in naam over de zakat, de islamitische plicht tot het geven van aalmoezen. Maar nu de serie zover is gevorderd blijkt het ook een autobiografie in wording van een geïntegreerde moslim die iets te vertellen heeft.

El Hamus zit alleen in een witte ruimte, aan een witte tafel, op een witte stoel. Is het een behandelkamer in een psychiatrische instelling? Of toch een verhoorkamer van een geheime dienst? Hij vertelt over twee mensen (behandend artsen, ondervragers?), door El Hamus aangeduid als Mannenstem en Vrouwenstem, die hem vragen om terug te keren naar het moment dat het mis ging.

Hij vertelt over Egypte, waar hij in een bus een klap kreeg om dat hij er te uitbundig uitzag in zijn John Travolta-pak met Sartre-col. Toen besloot hij dat hij weg moest. Hij kwam naar Nederland en werd acteur. Langzaam wordt duidelijk wat zijn probleem is: hij durft niet meer op te gaan.

Regisseur Olivier Provily (de boeddhist) nagelde Saad El Hamus nagenoeg vast op dat witte stoeltje. De anders zo lichamelijk expresieve acteur is daardoor gedwongen al zijn charme en intensiteit in die vierkante meter te leggen en dat is fascinerend om naar te kijken. Als hij een enkele zin schreeuwt of ineens op het tafeltje springt voelt dat bijna gewelddadig.

Het thema van de armenbelasting lijkt wel erg ver weggeraakt. Wie is er arm in deze voorstelling? El Hamus, die zijn Egypte en daarmee een deel van hemzelf is kwijtgeraakt? Of de twee stemmen als vertegenwoordigers van de Nederlanders die de waarheid in pacht hebben, de procedure kennen en “Af-gedacht, klaar-geloofd” zijn?

Dat laatst geeft een intrigerende gedachte: misschien is deze voorstelling wel El Hamus’ zakat. Hij geeft zijn publiek met zijn spel een beetje van zijn twijfel en van zijn spiritualiteit, voor zijn Nederlandse publiek dat er te weinig van heeft.

Wellicht is dat te vergezocht; de tekst van Ko van den Bosch (de atheïst) suggereert veel, maar is iets te poëtisch en te weinig confronterend. Daardoor maakt de voorstelling geen statement, zelfs niet een statement over twijfel, en blijft het als een mop zonder clou.

Zekket van Sabri Saad El Hamus, Produtiehuis Frascati en De Nieuw Amsterdam. Gezien 12/1/08 in Frascati. Aldaar t/m 18/1. Tournee t/m 28/2. Meer info op www.theaterfrascati.nl.

Recensie: ‘De Arabier van Amsterdam’ van DNA

De Koopman van Venetië is tegenwoordig het lastigste stuk van Shakespeare. Ja, het verhaal is goed -liefdesgeschiedenis en zakendeals monden uit in rechtbankdrama- maar er is een probleem. De bad guy, een van de naarste figuren in Shakespeare’s oeuvre, is een jood. En niet zomaar een: alle antisemitische clichés over geld- en machtsbeluste, gierige, woekerende en hardvochtige joden worden in het personage Shylock samengebald. Wat te doen?

Ola Mafaalani maakte een paar jaar geleden een versie waarin het jood zijn van Shylock geheel was weggeretoucheerd maar schrijver en columnist Justus van Oel kiest in zijn nieuwe stuk voor De Nieuw Amsterdam voor een confronterende aanpak.

In De Arabier van Amsterdam verplaatste hij het verhaal naar Amsterdam, waar de Arabische jood Rafi, gespeeld door Sabri Saad El Hamus, een falafel-imperium heeft opgebouwd. Verder comprimeerde Van Oel de vele subplots tot de verhoudingen tussen vijf acteurs, gebruikt hij citaten uit Shakespeare’s sonnetten en het vermeend antisemitische Het vuil, de stad en de dood van Fassbinder en voert hij tenslotte Shakespeare zelf als personage ten tonele om hem door Rafi hem eens flink de mantel te laten uitvegen.

Rafi kent zijn klassiekers en als zijn hufterige Hollandse buurman (Hein van der Heijden) hem om een lening komt vragen voor zijn vriend eist hij net als Shylock als onderpand een pond vlees. Als hij niet betaald mag Rafi het uit zijn lichaam snijden. Het is een interessant gegeven en de voorstelling drijft op de suspense: bij Shakespeare wordt Shylock met een juridische truc vernederd en raakt hij uiteindelijk alles kwijt. Zal Rafi met deze voorkennis het er beter vanaf brengen?

Maar hoe prikkelend het idee ook is, de voorstelling gaat maar niet leven. Misschien ligt het aan Van Oel’s taal, die af en toe iets te hoogdravend poëtisch is. Maar ook de statische enscenering werkt niet mee. Regisseur Aram Adriaanse schiep een naargeestige sfeer met aan drie zijden van het toneel bouwsteigers en acteurs in zwarte kleding met veel leer. Het benadrukt hoe bijzonder onaangenaam alle personages eigenlijk zijn, maar de eenduidigheid is ook saai.

Het ligt in elk geval niet aan de acteurs. Van der Heijden en Saad El Hamus zijn lekker villein, maar de uitblinker is Mirjam Stolwijk. In een dubbelrol als de aanbeden hooghartige Portia en als de Bard zelf brengt zij op de juiste momenten lichtheid en scherpte in een verder nogal vlakke voorstelling.

De Arabier van Amsterdam van DNA. Gezien 18/10/07 in het Compagnietheater. Aldaar t/m 27/10, tournee t/m 22/12. Meer info op www.denieuwamsterdam.nl

Recensie: ‘Rinoceros’ door De Nieuw Amsterdam

De eerste is even schrikken voor de cafégasten op het terras. In een stofwolk komt er zomaar een rinoceros voorbij gestampt, en dat vraagt veel van het logisch redeneringsvermogen van de dronkelap, de sociologe, de jonge moeder en de anderen. De tweede is ook nog wel beangstigend, maar al snel wordt de vraag belangrijker waarom de eerste twee hoorns heeft en de tweede maar één.

Rinoceros (1959) is een van de latere werken van de absurdistische toneelschrijver Eugène Ionesco, waarin het hem niet meer gaat om het tonen van de waanzin van alledag, maar waarin hij zijn karikaturale stijl inzet om te waarschuwen voor opkomend fascisme. Ionesco, die vlak voor de Tweede Wereldoorlog van Boekarest naar Parijs verhuisde, werd voor dit stuk geïnspireerd door de schrijver Denis de Rougemont die in 1938 een bijeenkomst van de nazipartij meemaakte en achteraf schreef over zijn innerlijke weerstand tegen de hysterie van de menigte om hem heen.

In Rinoceros is het diezelfde weerstand die ervoor zorgt dat de hoofdpersoon, de alcoholist Bérenger, een mens blijft, terwijl om hem heen steeds meer mensen veranderen in grote, onmenselijke monsters.

De Nieuw Amsterdam brengt het stuk als recht-op-en-neer komedie met een ruw maatschappijkritisch randje. Justus van Oel maakte een bewerking waarin hij het merendeel van de filosofische verhandelingen schrapte, een paar multiculturele grapjes toevoegde en het verhaal verplaatste naar Amsterdam. Zijn leukste ingreep is de toevoeging van Noraly Beyer als nieuwslezeres die op de geluidsband verslag doet van de verdwijningen van diverse mensen en de toestroom van rinocerossen in de stad en de weigering van de autoriteiten om het verband tussen die twee gebeurtenissen te zien.

Bérenger wordt fijn gespeeld door Sabri Saad el Hamus. Zijn wanhopige standvastigheid contrasteert prikkelend met de grof geschetste typetjes van zijn vrienden en collega’s die allemaal het probleem bagateliseren, gaan denken dat het bestaan als rinoceros nog niet zo slecht is (of misschien wel beter) en voor je het weet gaan ook zij voor de bijl. Sanne Vogel maakt een mooi typetje van een dom wichtje en Gustav Borreman maakt van zijn transformatie een geestig grotesk nummer.

Het is jammer dat de boodschap er een beetje dik bovenop ligt, vooral omdat de gepropageerde zero tolerance ten opzichte van reactionaire ideeën niet meer van deze tijd is. Subtieler is het contrast van de in huidskleur en afkomst zeer diverse cast met de monocultuur van de wilde monsters. In een verder niet al te hoogdravende voorstelling zitten daarin de uitgangspunten van De Nieuw Amsterdam verscholen.

Rinoceros door Theatergroep De Nieuw Amsterdam. Regie: Aram Adriaanse. Gezien 27/2/07 in Bellevue, aldaar t/m 28/2. Tournee t/m 15/4. Meer info op www.denieuwamsterdam.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity