Recensie: Ahab van Nieuw West
Theatergroep Nieuw West, vertegenwoordigers van het typisch Nederlandse genre van de praat-mime, kreeg eerder dit seizoen een flinke opsteker toen acteur en theatermaker Marien Jongewaard de VSCD Mimeprijs kreeg, voor zijn “persoonlijke theater met een ongekende fysieke overgave”.
Het is een omschrijving die naadloos van toepassing is op zijn nieuwe voorstelling Ahab. Ahab, de kapitein uit de roman Moby Dick die een destructieve fascinatie heeft voor het doden van de grote witte walvis uit de titel. Maar het verhaal van Herman Melville is slechts het uitgangspunt voor Jongewaards eigen theatrale zoektocht naar het sublieme. “Deze zaal is de zee/Deze vloer ons schip/En ik – ik ben zijn kapitein.”
Ahab heet muziektheater te zijn, maar ook als Nieuw West muziektheater maakt, blijft Jongewaard het onbetwiste middelpunt. Naast hem staat de Almeerse stagiair Anne Stam in de rol van de jonge matroos Ismaël, maar hij fungeert vooral als canvas voor Jongewaards uitbarstingen. Een orkestje bestaande uit electrische viool en Hammond orgel speelt filmische muziek van Huba de Graaff. Moby Dick wordt uitgebeeld door een witte hardplastic tent.
De voorstelling bestaat voornamelijk uit een onhoudbare woordenstorm van Jongewaard die, zoals gebruikelijk bij Nieuw West, door schrijver Rob de Graaf is opgetekend. Over kunst gaat het, over liefde en dood, en telkens als het even te snel gaat of uit de bocht vliegt, gaat het even weer zelfbewust over de voorstelling zelf.
In die zin is Ahab een vervolg op Love van vorig jaar. Die voorstelling ging over de tegenstelling tussen kunst en het grote geld, deze keer onderzoekt Jongewaard zijn artistieke uitgangspunten ten opzichte van die van een jongere generatie. Die is te keurig en te verstandig voor het soort kunstenaarschap dat Jongewaard voorstaat: “Hoe kan ik jou uitleggen/Dat ik het meubilair kapot smijt juist omdat ik zo van mooie dingen houd?”
De toon is minder melancholiek dan in Love, Jongewaard is bozer en destructiever. Zijn maniakale spel is gevaarlijk en opwindend, en ook al volg je lang niet alle tekst, je blijft als toeschouwer gebiologeerd zitten kijken. Uit iedere vezel van zijn pezige lijft spat de noodzaak en de gedrevenheid.
De drie medespelers worden door deze storm gereduceerd tot edelfiguranten, maar ze schikken zich dienstbaar en liefdevol in hun rol. Het kunstenaarschap dat Jongewaard vertegenwoordigd is misschien uit de tijd, zoals hij zelf zegt, maar in deze voorstelling is het onontkoombaar.
Theater Ahab van Nieuw West. Gezien 1/12/06 in Frascati. Aldaar t/m 9/12, tournee t/m 22/2. Meer info op www.nieuwwest.com