“Ik beschouw het als heilige grond”, zegt Ivo van Hove bijna verontschuldigend, kort na de première van zijn voorstelling Der Menschenfeind. Hij doelt op de Schaubühne in Berlijn, het befaamde theater van Peter Stein, waar hij nu zijn eerste voorstelling regisseert. Ter gelegenheid van de première is er een flinke Nederlanders meegereisd naar Berlijn, met onder anderen Toneelgroep Amsterdam-medewerkers, journalisten, schouwburgdirecteuren, Hans Kemna, Halina Reijn en Roeland Fernhout.
Der Menschenfeind (de Misanthroop van Molière) is een remake van een voorstelling die Van Hove in 2007 maakte bij de New York Theater Workshop. Hij plaatste het stuk –over de mensenhater Alceste die een hekel heeft aan de huichelarij en compromissen in zijn kennissenkring, maar verliefd is op de kokette Célimène- radicaal in het heden. En zo gaat het ineens over het fladderende liefdesleven van hedendaagse twintigers, vergroeid met hun smartphone, maar wel met een rijmende vertaling.
Zoals vaker bij Van Hove en zijn vaste ontwerper Jan Versweyveld speelt techniek een grote rol. Het moderne designappartement waar de voorstelling zich afspeelt is kaal, maar heeft een enorm beeldscherm als middelpunt, als er een feestje is zit op een gegeven moment iedereen te bellen, en waarschijnlijk maakt in deze voorstelling de iPad zijn theaterdebuut: een belastende brief is een dartele home movie geworden. Aan weerszijden van het toneel staan achter eenzijdig doorzichtige wanden cameramannen, zodat het hele stuk zich ook nog kan afspelen in een Reality Soap.
Maar de klinische setting krijgt tegenkleur door het woeste spel van de acteurs. Lars Eidinger, inmiddels ook hier bekend door de Hamlet van de Schaubühne die hij vorig jaar in Amsterdam liet zien, speelt Alceste als een natuurramp die door de vriendenkring raast. Hij veegt letterlijk zijn reet af met de feesthapjes, vernielt de kleedkamer, en loopt de halve voorstelling bedekt met mayonaise, meloen, slagroomtaart en worstjes rond. Daartegenover staat de vlinderende Judith Rosmair als Célimène, sexy en flirtend met alle mannen, maar principieel ongebonden.
Tegen elkaar kijvend (op rijm) lopen ze, gevolgd door een cameraman, het theater uit, de Kurfürstendamm op, als ze terugkomen neemt Eidinger nog een paar vuilniszakken mee die hij over het toneel uitstort.
“Lars is echt een rockstar, soms een ongeleid projectiel, maar echt een fantastische acteur”, zegt Van Hove na afloop. “Hij is zelfs al een keer door de glasplaat heengelopen. Het hele middendeel van de voorstelling is totaal anders dan in New York, omdat Eidinger zo’n woeste Alceste werd.” Maar de voorstelling kent ook verstilling, zoals in een mooie scène waarin een oudere intrigante Célimène chanteert met laster. Zij wordt gespeeld door Corrina Kirchhoff. Van Hove: “Zij heeft hier nog met Peter Stein gewerkt, en in deze scène wilde ik met haar en Rosmair de oude en de nieuwe Schaubühne bij elkaar brengen.”
De critici zagen het niet helemaal zo. “Een triomf van de oude Schaubühne over de nieuwe”, schrijft Die Welt juist over die scène. De nogal norse recensies vinden de voorstelling te veel vorm en te weinig inhoud hebben. “Aan Molières 350 jaar oude verzen heeft Van Hove duidelijk minder werk besteed dan aan de technische effecten”, schrijft de Berliner Zeitung. Wel is er waardering voor de spelers. “Judith Rosmairs Célimène is het meest erotische wat het theater op dit moment te bieden heeft”, schrijft recensiewebsite Nachtkritik.
Het is goed te merken dat repertoire spelen hier een andere lading heeft. Toeschouwers en critici hebben hun eigen opvattingen over een toneelstuk en dat Van Hove Molière naar zijn eigen thematiek voegt – de mogelijkheid van liefde in een cynische wereld – wordt niet altijd gewaardeerd, als het al gezien wordt.
Het zal de Schaubühne weinig deren. De voorstellingen zijn deze week al uitverkocht, er is in Berlijn grote behoefte aan dit soort klassiek toneelrepertoire, en voor eigenzinnige regieopvattingen is het Duitse publiek niet bang. En Van Hove? Die vloog direct al weer naar New York, voor de première dinsdag van zijn volgende voorstelling bij de New York Theater Workshop: The Little Foxes.