Wonen in het hart van Noord, met uitzicht over het IJ, het nieuwe Filmmuseum voor de deur en een metrohalte om de hoek belooft de optimistische diashow in het troosteloze bezoekerscentrum van Overhoeks. Over een paar jaar is op het Shellterrein vlakbij de aanlegsteiger van de pont in Noord een nieuwe woonwijk verrezen, maar dit jaar is het nog een dependance voor het Over het IJ festival.
Vanaf deze plek vertrek je bijvoorbeeld naar de voorstelling Keerpunt op het Centraal Station. Begeleid door meisjes in NS-uniforms en met een koptelefoon met electronische klanken op nemen we de pont. In de westtunnel duiken voor het eerst een paar figuren op die niet helemaal in de omgeving lijken te passen.
Mooiste deel van de voorstelling speelt op spoor 13, waar de internationale treinen stoppen. Een meisje rend rond met een bos bloemen in haar hand, een oude man blijkt een jongetje in zijn rolkoffer mee te dragen, vijf stationsconducteurs lopen koddig rond, een stelletje maakt achterstevoren bewegend ruzie en komt weer bij elkaar, een operazangeres staat hoog in een seinhuisje. Vanaf het tegenoverliggende perron sla je het gade en worden de hogelijk verbaasde echte reizigers onderdeel van de act.
Het is jammer dat de verbeelding van de makers –Elien van den Hoek, Kim Arntzen en een groot aantal acteurs- nogal beperkt blijft tot bij een station horende thema’s van afscheid en ontmoeting. De minimalistische ingrepen zijn bijna te subtiel: het enorme canvas dat Centraal Station is vraagt om grotere gebaren. (Ik moest denken aan de act van een Amerikaanse theatergroep waarbij ruim 200 ‘spelers’ in de hal van Grand Central Station in New York plotseling twee minuten lang bevroren; zie YouTube)
Keerpunt drijft op de vraag: wie hoort er nu eigenlijk bij en wie niet? Pas aan het eind als een aantal spelers met enorme korenschoven proberen een trein in te komen wordt de voorstelling absurder.
Meer klassiek locatietheater brengen de twee jonge Utrechtse groepen NUT en Cowboy bij Nacht Zij maakten gezamenlijk twee voorstellingen (Bomans hoort u mij? en Ruis ik slecht verstaan) over het legendarische verblijf van Godfried Bomans op Rottumerplaat, één vanuit het perspectief van de eenzame schrijver, de ander gezien vanuit Willem Ruis, die op de wal in een geïmproviseerde studio de radiouitzending presenteert. Regisseur Nottrot zag de moeizame samenwerking tussen de stijve Bomans en de losse Ruis als voorloper van de dwingende openhartigheid van reality televisie.
Wim Meeuwissen weet de vormelijkheid van Bomans, in pak pijp rokend op het zand, knap vorm te geven en zijn aangezet dictie is aangenaam ouderwets. Wel is het jammer dat de voorstellingen nogal rauw van Oerol naar Amsterdam Noord zijn verplaatst: Bomans’ tentje staat aan de voet van de Shell-toren. Als publiek heb je prachtig uitzicht over het drukke IJ, maar een sterk gevoel van verlatenheid roept het niet op.
Aan het eind raken de voorstellingen van Bomans en Ruis op ingenieuze wijze met elkaar vervlochten. Het pleit sterk voor Nottrot’s talent dat hij dat organisatorisch, dramatisch en betekenisvol voor elkaar weet te krijgen.
Op het centrale festivalterrein op de NDSM-werf zijn tegelijkertijd ook nog lichtvoetige en laagdrempelige kleine voorstellingen te zien, zoals het zeer vermakelijke View-o-Rama (theater met 3D-viewmasters) en Spoor (live-animatie over film en spoorrails). Daarnaast is er de jaarlijkse tradititie van ultrakorte minivoorstellingen in zeecontainers van jonge makers, vaak nog in opleiding. Verrassend is Ram’p’koers, fysieke mime van een meisje in overall, erg grappig is Gruweldingen denken, over te veel mensen in een te kleine huiskamer.
Over het IJ duurt nog t/m 13 juli. Meer info op www.overhetij.nl