Recensie ‘The Unpleasant Surprise’ van Davy Pieters/Theater Rotterdam

Het enige meubelstuk in de kamer (muren mintgroen en met tegeltjesbehang) is een televisie. Een man zit te kijken, popcorn onder handbereik. Hij zit met zijn rug naar ons toe. Op het scherm onscherpe close-ups van lichaamsdelen. De soundtrack maakt het plaatje: schreeuwende mensen, sirenes, zenuwachtige verslaggevers.

The Unpleasant Surprise, de eerste voorstelling van regisseur Davy Pieters bij Theater Rotterdam, is een woordeloze studie naar geweld en lijden. De rechterhand van de speler voor de tv lijkt een eigen wil te krijgen en pakt de linkerarm.

Pieters en haar spelers (Niels Kuiters, Rob Smorenberg en Klára Alexová) richten zich op de twee basistypes van de rampvideo: het lijdzame slachtoffer en de expressieve getuige – degene die het slachtoffer omhelst, op schoot neemt, de cameraploegen te woord staat. Razendsnel wisselen ze van rol – slappe armen grijpen ineens nekken, halfopen monden worden geluidloze schreeuwen. En dan playbacken ze weer een stukje van een getuigeninterview.

Maar het zijn geen mensen die je hier ziet. Althans ze bewegen niet als mensen, maar schokkerig en met versnelde bewegingen. Hun groteske mimiek voorkomt invoelbare emoties. Het zijn eerder aliens, die het leven op aarde proberen te begrijpen aan de hand van televisieuitzendingen. Zien zij geweld en lijden als voornaamste eigenschappen van de mens?

De beheersing van de spelers is fabelachtig knap en de doorlopende muziek van Jimi Zoet – geheel opgebouwd uit samples van de nieuwsvideo’s – is een ambitieuze poging om in een trip te komen.

Pieters werk heeft ‘virtualisering’ als centrale thema: de mediawerkelijkheid heeft de moderne mens van haar ankers geslagen. Het is niet voor het eerst dat ze een koele, schijnbaar objectiverende vorm gebruikt om moralisme te maskeren. Maar The Unpleasant Surprise veroordeelt, veel meer dan haar eerdere werk, de hedendaagse wereld. Die eenduidigheid is uiteindelijk een beetje saai.

The Unpleasant Surprise van Davy Pieters/Theater Rotterdam. Gezien 8/3 in Haarlem. Te zien in Amsterdam (Frascati) 16 t/m 18/3. Meer info op www.rotheater.nl

Recensie: ‘How did I die’ van Davy Pieters/Frascati Producties

Parool,recensies — simber op 10 november 2014 om 21:41 uur
tags: , , , , ,

Actrice komt op, gaat liggen op haar rug. Verder leeg toneel. Hand op haar hart. Ze ontspant haar lichaam. Hoofd valt opzij. Dood. Zo begint het.

Alles is een constructie bij Davy Pieters. Zelfs de dood. How did I die is de vierde voorstelling die de jonge regisseur maakt bij productiehuis Frascati. Vorig jaar had ze bijzonder succes met The truth about Kate, een weergaloze solo van actrice Naomi Velissariou over celebritycultuur, nu maakt ze een voorstelling over misdaad. Ze verdiepte zich in de zaak Joran van der Sloot en liep mee met een forensisch team van de Amsterdamse politie.

Steeds keert de voorstelling terug bij het beeld van de ene dode vrouw. Eerst zien we haar doodsstrijd, daarna loopt ze achteruit vrolijk door het bos te wandelen. De tijd wordt teruggespoeld. Maar dan schiet het verhaal weer vooruit, verschijnt er een geniepige jongeman in beeld. Zo wordt de hele voorstelling lang vooruit en achteruit gespoeld.

Maar steeds verandert er iets: ineens blijft er een rugzak achter die een getuige later meeneemt, of de geniepige jongeman blijkt het vriendje van het slachtoffer. De doodstrijd duurt langer of korter, een vriendin is getuige en zelfs de rolverdeling van dader en slachtoffer ligt niet vast – dan ligt de geniepige jongeman ineens levenloos op het toneel. Een definitieve versie van de feiten blijft vermist.

Het werkt na verloop van tijd hallucinerend, omdat de drie spelers –Indra Cauwels (het slachtoffer), Joey Schrauwen (de dader) en Klára Alexová (de getuige)– de bokkige heen-en-weerchoreografie feilloos uitvoeren. Bovendien is het geluidsontwerp van muzikant/dj/componist Jimi Zoet briljant. Zijn donkergrijze, stormachtige soundtrack van synthesizers, beats en spaarzaam geschreeuw en sirenes is nergens illustrerend, maar geeft de voorstelling samenhang, diepte en reliëf.

Tekst is er nauwelijks. Alleen Alexová vertelt (in het Engels) tamelijk manisch over een politieverhoor, waarin ze bijna gaat geloven dat ze het zelf gedaan heeft en de herinnering heeft verdrongen.

How did I die is een fascinerende voorstelling, even sfeervol als precies. En wat erg voor Pieters pleit is dat ze binnen de strakke vorm toch nog ruimte geeft aan een geestige breakdance die voortkomt uit het ongemak van een jongen die zich geen houding weet te geven tegenover twee meisjes.

Het werk (en het spel) van de detective (of dat nu Sherlock Holmes is, of Peter R. de Vries, of een Amsterdamse technisch rechercheur) is: op basis van een beperkt aantal feiten de gebeurtenissen reconstrueren. Daarvoor gebruikt hij of zij hetzelfde gereedschap als de kunstenaar. Pieters heeft daar weinig vertrouwen in: ze toont een wereld waarin feiten, herinneringen en zelfs de logica onbetrouwbaar zijn. In haar slingerende tijdslijn kunnen gevolgen leiden tot een oorzaak. Dat is verwarrend, maar niet onprettig.

How did I die van Davy Pieters/Frascati Producties. Gezien 1/11 in Frascati 4. Aldaar t/m 15/11. Meer info op www.frascatiproducties.nl

Recensie ‘Hamlet’ van het Noord Nederlands Toneel

(NB: ook de Hamlet Checklist is geüpdate naar aanleiding van deze voorstelling.)

“Waar is de uitgang?”, vraagt Klára Alexová keer op keer. En iedere keer wijst Hamlet (Peter Vandemeulebroecke) naar één van de deuren van het theater: “Daar.” Terwijl alle andere acteurs een min of meer coherente versie van Hamlet spelen is Alexová meer een performance-kunstenares, die, steeds op dezelfde plek zittend , onwillekeurige bewegingen maakt, zich krabt en maniakaal voor zich uit staart. Een krankzinnige.

Nu speelt gekte inderdaad een grote rol in Shakespeare’s beroemdste stuk, maar in de versie van het Noord Nederlands Toneel wil regisseur Ola Mafaalani die thematiek koppelen aan de moderne omgang met patiënten in de geestelijke gezondheidszorg – ze deed, samen met journalist Noraly Beyer research in psychiatrische inrichtingen. En hoewel het conceptueel hier en daar best knap in elkaar zit, wil het maar geen sprankelend theater worden.

Het grootste probleem zit hem in ouderwetse, plechtstatige vertaling van Bert Voeten, die eigenlijk alleen door Joke Tjalsma tot bezield Nederlands wordt gemaakt. Zij speelt raadsheer Polonius, die door Hamlet per ongeluk wordt vermoord – hij denkt dat het het zijn oom Claudius is hij van zijn overleden vader moet doden.

Deze moord is het keerpunt in de voorstelling. In het stuk wordt Hamlet hierna weggestuurd naar Engeland, bij het NNT komt hij terecht in een isoleercel van een inrichting, met een vriendelijke dokter (wederom Tjalsma) die zegt: “Het gaat niet zo goed met u.” Alle overige personages zijn dan gevangen in hun eigen waanzin, maar tegelijk zijn ze met steeds herhaalde zinnetjes de stemmen in Hamlets hoofd. Tjalsma vertelt in korte zinnen over noodopvang en katatonie, een verademing van menselijkheid na het gekunstelde toneel ervoor.

Het decor (van André Joosten Ko van den Bosch) bestaat uit verrijdbare dubbele wanden van plexiglas die met rook gevuld kunnen worden. Soms geeft dat een mooi effect met dubbele spiegelbeelden en half zichtbare gedaantes, maar even vaak lijken ze rommelig en willekeurig in de ruimte geplaatst, waardoor ze de spelers in de weg zitten in plaats van helpen.

Maar het grootste probleem is toch inhoudelijk. Hamlet is toch ook een stuk over een moreel dilemma, geformuleerd in de dialoog ná “zijn of niet zijn”: moet de mens het lijden van het leven verdragen of vechtend ten onder gaan. Voordat hij – of het publiek – echter kan kiezen, wordt hij geïsoleerd. De rest van het stuk trekt aan hem voorbij. Pas aan het eind, als hij sterft kan Alexová opstaan, en vrij dansen over het toneel. Zij is de andere Hamlet, die van het “niet zijn”. Haar verhaal is mooi, het zijne beknot.

Hamlet van het Noord Nederlands Toneel. Gezien 11/4/12 in Hoorn. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 18 t/m 21/4. Meer info op www.nnt.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity