In memoriam: Kitty Courbois
De meest magische stem van het Nederlandse theater klinkt niet meer. Zaterdag is op 79-jarige leeftijd actrice Kitty Courbois overleden. Courbois was de beeldbepalende actrice van haar generatie met rollen in films als Het gangstermeisje, Leedvermaak en Op hoop van zegen. Als geen ander combineerde ze een aristocratische gratie aan aardse intensiteit.
Courbois werd in 1937 geboren in Nijmegen. Na de middelbare school kwam ze in een cabaretgroepje terecht met Ted de Braak, waar ze Franse chansons zong. Ze gaat naar de toneelschool in Arnhem, waar ze haar eerste man, schilder Rik van Bentum, ontmoette. Na haar afstuderen kan ze terecht bij de Nederlandse Comedie, het gezelschap dat dan de Stadsschouwburg Amsterdam bespeelt. Meteen in haar eerste jaar wordt ze genomineerd voor een Colombina voor haar rol in De getatoueerde roos.
In Amsterdam komt ze terecht in een artistieke vriendengroep rondom Ramses Shaffy en Joop Admiraal. Frans Weisz vraagt haar voor zijn eerste lange film Het gangstermeisje en daarna doet ze zeven films achter elkaar. “Ik kwam, zonder het in de gaten te hebben, met mijn rollen steeds meer terecht in de hoek van de wilde, emotionele Italiaanse types. Ik heb veel moeite gehad daar weer uit te raken”, zei ze daar later over in een interview.
Eind jaren ’60 verandert het toneel. Courbois wordt een van de weinigen die vrij moeiteloos de overgang weet te maken van het klassieke toneel van de ‘gouden jaren’ naar het artistieke, geëngageerde theater van de jaren ’70. Ze wordt een van de vaste actrices bij toneelgroep Baal van Leonard Frank, dat nieuwe auteurs speelde zoals Botho Strauss, Thomas Bernhard en Judith Herzberg.
De verandering van speelstijl ging overigens niet helemaal vanzelf: “Bij de Nederlandse Comedie was het altijd Stanislavski voor en achter: Waar Kom Je Vandaan? Waar Ga Je Naartoe? En opeens stond ik daar maar gewoon te brullen: Báháal!!!” Dat je de psychologie achter die rol moest loslaten, dat was voor mij zo’n stap.”
Nog bij de Nederlandse Comedie ontmoet ze de Vlaamse schrijver Hugo Claus, die in 1969 zijn eigen toneelstuk Vrijdag regisseert in Amsterdam. De twee krijgen een stormachtige affaire, die Claus later verwerkt in zijn boek Het jaar van de kreeft.
In 1987 wordt Courbois door Gerardjan Rijnders gevraagd voor het dan splinternieuwe Toneelgroep Amsterdam. Ze zal tot haar dood aan het gezelschap verbonden blijven. Ze speelde in de wild experimentele montagevoorstellingen van Rijnders zoals, Titus, geen Shakespeare en Count Your Blessings, maar ook in lichter repertoire als Mooi weer vandaag. Onder Ivo van Hove speelde ze in Zomertrilogie en in 2015 in Kings of War, haar laatste rol.
In 2010 stelde Toneelgroep Amsterdam ter gelegenheid van haar vijftigjarige jubileum een prijs in met haar naam: de Courbois-parel. Het is een doorgeefprijs voor actrices die zowel in het theater als in film en op televisie indruk maken bij een breed publiek. Courbois gaf de prijs in 2013 door aan Halina Reijn.
Courbois was als actrice altijd zoekend. Ze hield van repeteren, het zoeken naar de existentiële interpretatie van haar personage en ze genoot ervan als het misging op het toneel en ze dat moest oplossen. Als kunstenaar hoort ze bij de generatie van ’69, die het theater een beslissende vernieuwingsimpuls heeft gegeven.
Daarover zei ze in 2010: “We zijn bij Toneelgroep Amsterdam altijd met jonge mensen in de weer geweest, om ze te helpen, ze op hun gemak te stellen. Het ligt denk ik voor een belangrijk deel aan onze generatie toneelspelers dat de hiërarchie in het toneel en daarmee ook het isolement van de oudere acteur en actrice definitief zijn opgeheven. En daar ben ik wel trots op.”