Verslagje De Brakke Zondag met Job Cohen
Het is een merkwaardige combinatie van theater en journalistiek, die de organisatoren van de Brakke Zondagen proberen te maken. Gisteren was in De Brakke Grond burgemeester Job Cohen te gast als onderwerp en lijdend voorwerp van een middag met interviews, liedjes, monologen, live cartoonisten, filmpjes en korte acts over zijn burgemeesterschap
“Journaleater” noemt spreekstalmeester en mede-organisator Pieter-Bas van Wiechen het maandelijkse evenement, dat normaal een iets abstracter onderwerp heeft. Deze middag werd het een soort combinatie van Mies Bouman en Het Gesprek, waarbij de bewuste knulligheid (die je terugziet bij heel veel twintigers-initiatieven, zoals Woof! of Club Slip en Grip) zorgde voor een informele setting rondom de hoge gast.
In een decor van het ‘Job Cohen-park’ maken Van Wiechen en Frederique de Jong het Cohen in hun gezamenlijke interview niet heel moeilijk. “Hoe herinneren we ons Job Cohen over zestig jaar”?, vraagt Van Wiechen. “Weet jij nog wie er zestig jaar geleden burgemeester van Amsterdam was”?, antwoordt Cohen ad rem, en de zaal lacht.
De burgemeester vertelt enthousiast dat iedereen in de wereld tot in de Braziliaanse jungle Amsterdam kent (dankbare inspiratie voor de cartoonisten) en toont oprechte zorg voor de stad waarin de verscheidenheid leidt tot verdeling in plaats van tot vereniging. Ongewenste vragen of verdere details worden met superieure charme afgewimpeld. Cohen is de onbetwiste ster van de dag.
Tussendoor geven Justus van Oel en Ben Melis in geestige mini-sketches als volkse Waldorf en Statler commentaar vanaf het balkon. Joy Wielkes zingt een mooie, melancholieke ode aan Amsterdam en Cohen krijgt per telefoon uit Shanghai van correspondent Michiel Hulshof het advies om de Chinese filosofie voor het oplossen van probleemwijken de volgen: Chai Chu, oftewel Slopen maar!
Her laatste plaatje van tekenaar Suus van den Akker maakt de wame sfeer helemaal af: een plaatje van Cohen met z’n armen om de hele stad, de boel een beetje bij elkaar houdend. Het einde is een toost “Op Job”, waarna Van Oel en Melis de middag nog even bondig samenvatten: “Er wordt wel on-Amsterdams weinig gekankerd vandaag…” “Het is een rare middag, maar die acteur die de burgemeester speelt mag blijven!”