Recensie: ‘Flow my tears’ van de Veenfabriek en Wunderbaum

John Dowland, beroemd luitist en componist, tijdgenoot van Shakespeare en… Indiaan? De Leidse muziektheatergroep de Veenfabriek van Paul Koek weeft in zijn nieuwe voorstelling Flow my tears op onnavolgbare wijze renaissance-muziek, electronica, Jeroen Willems, poëzie en verentooien door elkaar,  maar de structuur is uiteindelijk te los.

Jeroen Willems en Marleen Scholten (van Wunderbaum) treden op als zangers van een bandje dat de frêle liederen van Dowland speelt, maar tegelijk hun fascinatie voor Ojibwe Indianen de vrije loop laat. “Het is onze taak om de indiaan in John Dowland te bevrijden. Het is onze taak om de indiaan in zijn muziek voelbaar te maken.” Ze worden begeleid door een combo van blokfluit, contrabas, synthesizer en clavecimbel. Het podium staat vol muziekinstrumenten en heeft een bordkartonnen achterwand die gedurende de voorstelling een paar keer omvalt en door twee technici weer overeind wordt gezet.

De voorstelling is als een concert dat steeds wordt afgewisseld met verhalen, bespiegelingen en conflictjes, vooral met clavecinist Frans de Ruiter. Van Willems wisten we al dat hij kon zingen door zijn succesvolle voorstellingen over Jacques Brel en Scholten zong al eerder prachtig in de voorstelling Songs at the end of the World. Maar samen klinkt het in het begin wat onwennig. Vooral als ze beiden in de hoge registers zingen knarst er wat. Dan zijn het even acteurs die vooral spélen dat ze goed kunnen zingen.

Maar gaandeweg krijgt de sierlijkheid van Dowlands minstreel-achtige, melancholieke liederen vol tranen de ruimte. De half-klassieke, half-moderne uitvoering helpt. Walter van Hauwe bespeelt een schijnbaar zelfgemaakt, hoekig gevaarte, een electronische blokfluit die vloeiende klanken produceert zonder begin en eind, die wonderlijk mooi passen bij het afgemeten geluid van de clavecimbel.

En tussendoor vertelt Scholten buitenissige verhalen over haar krijger, loopt Willems rond met een speelgoed-pijl-en-boog met een grote roze zuignap en draagt hij een spits en lucide gedicht voor van Annelies Verbeke óver Dowland. De combinatie van mooi zingen en absurde humor doet als vanzelf denken aan de voorstellingen van de Zwiterse regisseur Christoph Marthaler.

Maar het gebrek aan samenhang gaat toch irriteren. Waarom hangt die Nederlandse vlag boven het toneel? Waartoe vloeien al die tranen uit de titel? Er wordt gehint naar een overkoepelend verhaal over gemeenschap, ergens bij willen horen, en het zoeken van schoonheid en geborgenheid in contrasten. Maar dat thema blijft te abstract. Zoals altijd wil Koek dat de muziek vervult wat het theater niet kan, maar dat is hier te veel gevraagd, zelfs voor Dowland.

Flow my tears van de Veenfabriek en Wunderbaum. Gezien 8/2/12 in de Stadsschouwburg. Aldaar nog vandaag. Tournee t/m 27/4. Meer info op www.veenfabriek.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity