Voorstuk À l’attente de livre d’or/Allez Congo!
“Pidi! Pidi!” Zo zingen ze in Kinshasa Michael Jackson’s Beat it mee. Congolezen spreken Frans en geen Engels, maar toen Geert Opsomer aan Congolezen vroeg waar het lied over gaat, antwoordden ze zonder aarzelen: “Het is een protestlied, het gaat erover dat je moet oprotten.”
Opsomer is een Vlaamse regisseur en docent, die vijf jaar geleden voor het eerst naar Afrika reisde om daar met Congolese acteurs te werken. Nu is er de voorstelling À l’attente de Livre d’Or (wachtend op het gouden boek) die Opsomer maakte met Johan Dehollander en de acteurs, en die deze week in het Theaterfestival te zien is in de Brakke Grond.
Sinds een paar jaar is de belangstelling voor Congo in België weer aan een opleving bezig. Missie van de KVS was een enorme theaterhit, en het boek Congo; een geschiedenis van David van Reybrouck is een bestseller. Maar ook Nederlandse makers zijn gegrepen door het enorme en geplaagde Afrikaanse land. Op dit moment werken theatermakers Lotte van den Berg en Guido Kleene in Kinshasa aan een project met de lokale bevolking.
De Brakke Grond brengt dit weekend het programma Allez Congo!, waarin naast de voorstellingen ook debatten, lezingen, films en concerten te zien zijn. Zelfs het restaurant wordt voor het weekend overgenomen door een Belgisch-Congolese kokkin.
Maar de hoofdmaaltijd wordt toch gevormd door À l’attente de Livre d’Or. De voorstelling begint traag, met een monoloog over de oogkleppen die westerlingen en Afrikanen automatisch opzetten als ze naar elkaar kijken, maar ontaardt langzaam maar zeker in een krankzinnige hutspot van verhalen, preken, liedjes, dans, politieke propaganda, kluchtige humor en ongrijpbare symboliek, gespeeld door vier Congolese acteurs en een Vlaamse tweeling. Centraal staat de tot mislukken gedoemde poging om van Belgen en Congolezen om elkaar te begrijpen, maar regelmatig zit je je af te vragen of een scène over daar of over hier gaat. Het kan allebei. Zoals het lied waarin “Jeunes Européens” worden opgeroepen om naar Congo te komen, of de nauwelijks verhulde dreiging dat Congo binnenkort België zal komen koloniseren.
In Congo, waar de voorstelling eerder dit jaar met veel succes speelde, is er wel degelijk een theatertraditie: er is een vrij oubollige toneelschool, waarin verhalen vertellen wordt gecombineerd met de Franse retorische theatertraditie. Daarnaast is er een uitgebreid circuit van volkstheater met voorlichting over AIDS of andere sociale problematiek. De acteurs uit À l’attente… werken veelal in culturele centra in de volkswijken, waar naast een eenvoudig theater ook een verpleegpost. Sommigen zijn ook op televisie te zien en Papy Mbwiti kan in Parijs bijna niet over straat zonder herkend te worden.
Het gouden boek uit de titel staat voor de welvaart van het onafhankelijke Congo, een symbool dat te zien is op een schilderij van de machtsoverdracht in 1960. De Belgische koning Leopold II Boudewijn geeft het boek aan de nieuwe premier Lumumba, die na korte tijd vermoord werd. Zo lopen ook in de voorstelling geweld en de vermeende, maar onzichtbare rijkdom van het land (bodemschatten) voortdurend door elkaar. Er klinken pistoolschoten. “Zoals u hoort zijn de presidentsverkiezingen begonnen.”
Veel van deze verwarrende voorstelling is moeilijk te bevatten, niet alleen om dat er af en toe Frans wordt gesproken of er wordt gerefereerd aan voor Nederlanders onbekende geschiedenis, maar vooral omdat de confrontatie tussen België en Congo, of überhaupt het westen en Afrika fundamenteel desoriënterend is. Maar uiteindelijk geldt voor À l’attente… hetzelfde als voor Beat it: je hoeft niet alle woorden te begrijpen om te verstaan waar het over gaat.
Allez Congo! 9 t/m 12/9 in De Brakke Grond. Meer info op www.brakkegrond.nl