Verslagje Impulse Festival
Geschreven samen met Lorianne van Gelder.
Net over de grens vierde Festival Impulse eind vorig jaar zijn vijftiende verjaardag. Impulse, dat zich afficheert als het belangrijkste festival in Duitsland na het Berlijnse Theatertreffen, biedt een podium voor het kleinschaliger theateraanbod uit de Duitstalige landen, voorstellingen die buiten de stadstheaters worden gemaakt – in goed Duits ook wel Off Theater genoemd. Door een jury (waarin dit jaar Rotterdamse Schouwburg-programmeur Annemie Vanackere zat) wordt jaarlijks de beste voorstelling gekozen, die op het Theatertreffen wordt getoond. In 2007 won Ivana Müller deze prijs met haar voorstelling While we were holding it together.
In tien dagen, eind november, begin december, reizen zo’n vijftien voorstellingen tussen de kleine zalen van de Ruhrsteden Bochum, Düsseldorf, Mülheim en Keulen. De selectie bestaat uit bekende namen in het kleinezaalcircuit, zoals het Berlijnse Gob Squad, het duo Gintersdorfer/Klaßen (dat op de laatste Internationale Keuze indruk maakte met Othello, c’est qui?), het collectief Andcompany&co en enkele voorstellingen van het Weense productiehuis Brut.
Deze vijftiende editie van Impulse (25 november t/m 6 december 2009) kenmerkte zich door documentairevoorstellingen – een trend die in Nederland ook duidelijk aanwijsbaar is. Zoals Ruanda Revisited van Hans Werner Kroesinger, waarin vijf acteurs voor een wand met kaarten, cijfers en foto’s als een politieke lezing de geschiedenis van Rwanda ontleden, van koloniale heerschappij tot genocide. De acteurs lijken echter moeite te hebben de droge stof recht te doen; ze blijven vormelijk en demonstrerend waar de losse speelstijl van ’t Barre Land of Wunderbaum een levendiger resultaat zou opleveren. Na een eerste feitelijke historische les wordt het publiek uit zijn stoel gehaald en door een donkere gang met een lange rij piepkleine filmstills van de genocide geleid. Op tafeltjes in de gang liggen bordjes met broodjes kaas, slachtoffers zijn immers ook net broodjes kaas, aldus een VN-commandant ter plaatse: ‘Nobody cares about a cheese sandwich.’
De voorstelling gaat door in een kille tent op het achtertoneel, waar vervolgens de volledige oorlog chronologisch wordt naverteld, inclusief houtspaanders ter illustratie van de doden. Ten slotte zakt het doek van de achterwand en zien we de verlaten stoelen waarop we eerder zelf zaten: wij waren al die tijd toeschouwers. Het is een beetje dik moralisme dat doodslaat door de heiligheid waarmee de makers hun onderwerp behandelen.
Beter bevallen de twee producties van Brut, ‘het Frascati van Wenen’, volgens artistiek directeur Thomas Frank. De eerste is Made in Russia van het Russische duo Andrei Andrianov en Oleg Soelimenko, waarin ze hun – grotendeels verzonnen – levensverhaal vertellen, de één een jonge danser bij het Bolsjoi en de ander een onechte zoon van Jean-Luc Godard, die samen nieuwe dansmethodes onderzoeken en uitvinden en via contactimprovisaties, tochten over de Alpen en liedjes van The Beatles uitkomen bij het eindpunt van de dans: twee mannen op het toneel, vrolijk keuvelend over dans.
Ook de dansperformance Spitze van Doris Uhlich bij Brut is de moeite waard. Ontstaan vanuit Uhlichs wens ooit op spitzen te dansen werkte ze samen met de bijna zeventigjarige prima ballerina Susanne Kirnbauer-Bundy en recent gepensioneerd danser Harald Baluch. Het werd een sympathieke voorstelling, ontroerend in haar weergave van de imperfecte balletdanser en met genoeg ironie om ook niet-dans-ingewijden te onderhouden.
Onder de Duitse makers is overigens ook duidelijk het stempel van de studie toegepaste theaterwetenschap in Giessen waarneembaar, waar makers als René Pollesch en Rimini Protokoll vandaan komen. F wie Fälschung van Giessenstudent Boris Nikitin bijvoorbeeld is extreem conceptueel theater met verwijzingen naar Orson Welles, Publikumsbeschimpfung en Woyzeck. Duidelijk theater voor ingewijden; voor leken of buitenlandse theaterkenners is het louter slaapverwekkend.
De Impulse-prijs werd op de slotavond uitgereikt aan Othello c’est qui?. Dat betekent dat de voorstelling behalve door Berlijn ook wordt uitgenodigd door de Wiener Festwochen en door De Internationale Keuze. Wat een beetje jammer is, want daar is ze al geweest.
Gezien: Impulse Festival
Waar: Düsseldorf, Keulen, Müllheim, Bochum (Duitsland)
Wanneer: 4 t/m 6 december 2009