Sinds een jaar is Erik Whien (Gendt 1978) een van de vaste regisseurs van Toneelgroep Oostpool in Arnhem. Eerder dit jaar maakte hij een lovend ontvangen Wachten op Godot, nu regisseert hij Van de brug af gezien van Arthur Miller in de grote zaal. Die tragische liefdesgeschiedenis in een Italiaans migrantenmilieu wordt bij Whien geen integratiedrama. “Ik sta niet zo politiek in het leven.”
Het is nogal een verschil; de strenge modernist Beckett en het Broadway melodrama van Miller. “Toen we anderhalf jaar geleden het programma van dit seizoen samenstelden had ik niet door dat het twee stukken uit dezelfde periode waren”, vertelt Whien in een Amsterdams café. “Nu vind ik het juist leuk dat het zover uit elkaar ligt en dat ik me na Beckett kan bezighouden met een stuk met een dwingende plot. Voor veel makers van mijn generatie voelt een verhaal in een toneelstuk als een blok aan hun been. Maar ik merk nu opnieuw wat een ontlading het voor de toeschouwers is als je jezelf verbindt met een of twee personages, ook al voel je al aan dat het slecht met ze gaat aflopen.”
“In Miller las ik mijn eigen thematiek: de eeuwige strijd tussen hoofd en hart. Ik ben me ervan bewust dat het ook een immigrantendrama is, maar ik heb dat niet bewust naar boven gehaald. Ik sta niet zo politiek in het leven. En het publiek haalt het er zelf wel uit. De acteurs spreken in een verzonnen accent – een combinatie van plat Limburgs, Haags en nog meer- om ze aan de onderkant van de samenleving te plaatsen. En mensen beginnen automatisch over Wilders. Maar zelf ben ik veel meer geïnteresseerd in het personage van de advocaat, die uit dezelfde klasse komt, maar die zich omhoog gewerkt heeft. Maar daardoor is hij totaal onthecht en staat hij ver af van zijn gevoel.”
Oostpool wordt nu een jaar geleid door twee relatief jonge regisseurs –naast Whien ook Marcus Azzini- met Rob Klinkenberg als niet regisserende artistiek leider. Het Arnhemse gezelschap valt op door veel activiteiten, een hoog tempo van produceren en een in het oog springende groep acteurs. “We proberen bewust om Oostpool als merknaam in te zetten”, zegt Whien, “en dan vooral de acteurs. Zij zijn de kern van het gezelschap en de brug naar het publiek. De regisseurs staan iets meer op de achtergrond, wij hebben toch nog niet een naam die veel mensen naar de schouwburgzalen trekt.”
“We maken heel divers werk: klassieke stukken, boekbewerkingen, nieuw Nederlands werk. Ik denk dat het voor het publiek werkt, omdat het leuk is om onze acteurs steeds weer in nieuwe constellaties in een nieuwe rol te zien. Sanne den Hartogh is een acteur die nu te zien is in Er moet licht zijn, een nieuw Nederlands toneelstuk, en volgend jaar speelt hij Hamlet.”
Het is duidelijk dat het Whien bevalt om bij een groot gezelschap te werken: “Ik gedij het beste in een huis, als er een vertrouwensbasis is met de mensen om mee te werken, de acteurs, maar ook publiciteit en techniek. Ik denk ineens in seizoenen, over het tegenover elkaar zetten van verschillende voorstellingen. Dat is heel inspirerend. Mijn werk is altijd heel divers geweest, puur uit nieuwsgierigheid en jonge hondigheid. Nu pas durf ik na te denken over wat míjn speelstijl en míjn oeuvre is. Daarbij is zo’n apparaat een enorme luxe. Maar ik ben niet iemand die na een Beckett het liefst nóg een Beckett wil doen.”
Dienstbaar wil hij zichzelf niet noemen, eerder is hij op zoek naar samenwerking. “Er zit geen dictator in mij. Ik kan zelfs behoorlijk onpraktisch zijn: midden in de nacht mensen opbellen, acteurs blijven verdedigen ookal verstoren ze het werkproces, geen afstand nemen in de laatste week. Ik werk veel met dezelfde acteurs, met Ali Ben Horsting eigenlijk altijd. Het kost me veel tijd om nieuwe mensen of nieuw materiaal eigen te maken. Ik moet het laten gisten met mezelf, proberen ermee op gelijke voet te raken.”
Hoewel Whien een van de weinige jonge regisseurs is die zeer geïnteresseerd is in het toneelrepertoire, is het Marcus Azzini die bij Oostpool volgend seizoen Hamlet gaat regisseren. “Ik ben een beetje jaloers, vooral omdat ik denk dat Sanne dat heel erg mooi gaat doen. Maar Marcus had het plan al lang in zijn hoofd; hij had alleen nog een hoofdrolspeler nodig. Ik heb uit mezelf nu niet een idee over Hamlet, en dat is natuurlijk een basisvoorwaarde.” Lachend: “En ik heb mezelf wel de voorstelling ingewerkt: ik ga meespelen.”
Van de brug af gezien staat 24 en 25 maart in de Stadsschouwburg. Meer info op www.oostpool.nl