[Maart 2014 maakt Eric de Vroedt zijn eerste voorstelling bij het Schauspielhaus Bochum. Ik schreef een introducerend artikel voor hun seizoensbrochure. Hier auf Deutsch in ISSUU.]
Met zijn project MightySociety veroverde hij in acht jaar en op zijn eigen voorwaarden het Nederlandse theater. Schrijver en regisseur Eric de Vroedt (Rotterdam, 1972) maakte tien theatervoorstellingen –“nieuw geëngageerd theater over brandende, actuele kwesties”- en gaf daarmee het Nederlandse toneel een flinke schop onder z’n kont. Maar ondanks zijn ferme uitspraken en zijn contraire opvattingen over het Nederlandse theater is hij eerdere een traditionalist dan een vernieuwer.
Politiek theater stond in Nederland lange tijd in een kwade reuk. Er was een collectieve herinnering aan plat, pamflettistisch theater in de jaren ’70. Groepen als Sater of Proloog maakten vormingstheater voor een publiek dat het bij voorbaat met de makers eens was. Na afloop van de voorstellingen zong iedereen intens tevreden de Internationale.
Als reactie werd het Hollandse theater in de jaren tachtig en negentig abstracter, meer gericht op vorm en beleving en werd expliciet engagement of reflectie op recente gebeurtenissen een taboe. Het is waarschijnlijk te veel eer om Eric de Vroedt verantwoordelijk te stellen voor de radicale ommekeer van het theater vanaf de jaren nul, maar inmiddels zijn, zeker bij jongere makers, voorstellingen die expliciet maatschappelijke thema’s behandelen eerder regel dan uitzondering.
De Vroedt studeerde aan de toneelschool in Arnhem en richtte na zijn afstuderen toneelgezelschap Monk op. Bij dit collectief begon hij te schrijven en te regisseren. In 2004 startte hij met MightySociety. Bij voorbaat stond het concept vast: tien genummerde voorstellingen, elk over een relevant maatschappelijk vraagstuk. De eerste voorstelling –MightySociety1, over politieke spin-doctors– had nog geen grote impact, maar in interviews, brieven en artikelen roerde De Vroedt zich dusdanig dat hij wel moest opvallen.
Zijn theatervorm noch zijn positionering in het debat kunnen los worden gezien van de roerige jaren in Nederland na 2002, toen twee politieke moorden (in 2002 op de populistische politicus Pim Fortuyn en in 2004 op filmmaker en columnist Theo van Gogh) het land diep schokten. De Vroedt was een van de jonge kunstenaars die het de gevestigde orde in de kunst zeer kwalijk nam dat zij zich niet bezon op de onstane onrust.
“Bij het gros van de theatermakers lijkt helaas een bewustzijn van de huidige tijdgeest te ontbreken”, schreef hij in 2005. “Al vóór 11 september leefden we in een wereld waarin het overbekende rijtje (neoliberalisme, globalisering, terrorisme, neoconservatisme, hyperindividualisme, ongebreideld consumentisme, mediahypes, Islam) de toon zetten. (…) En waar komen de grote gezelschappen mee? Gedoe over huwelijkstrouw.”
MightySociety was expliciet bedoeld als antwoord op deze malaise en De Vroedt schrok er niet voor terug om zichzelf samen met een groep gelijkgestemde collega’s (onder wie Marijke Schermer en acteursgroep Wunderbaum) uit te roepen tot een heuse stroming van Nieuw Geëngageerd Theater.
In de jaren erna rees De Vroedts ster snel. Niet alleen vanwege zijn geestdriftige stellingnames, maar natuurlijk vooral door de kwaliteit van zijn voorstellingen. Mightysociety2 ging over een nihilistische kunstenaar die terrorist wordt, en was een beklemmende monoloog van acteur Bram Coopmans op een krappe hotelkamer voor vijftien man publiek. Mightysociety4 ging over globalisering en bracht knap de verliezers en winnaars van de wereldomspannende economische ontwikkelingen bij elkaar in een huiskamer.
Het knappe van De Vroedt is dat hij steeds zijn enorm brede thema’s terug wist te brengen tot menselijke proporties. Zijn stukken zijn plotgedreven en hij weet van personen die in de avondjournaals slechts clichés blijven –machtsbeluste politici, outsourcende ondernemers, hitserige columnisten, soldaten op vredesmissie, roem zoekende jongeren, idealistische kunstenaars– levendige, genuanceerde personages te maken op wie de grote maatschappelijke ontwikkelingen onvermijdelijk hun weerslag hebben.
Halverwege de serie werd hij uitgenodigd om bij Toneelgroep Amsterdam aan de slag te gaan als jonge regisseur. Hij maakte er de voorstellingen Streetcar name Desire van Tenessee Williams, Glengarry Glen Ross (David Mamet) en Na de zondeval (Arthur Miller). Deze Angelsaksisch georiënteerde repertoirekeuze past bij het gezelschap, maar De Vroedt lijkt zich ook uit zichzelf thuis te voelen bij de Amerikaanse toneeltraditie.
Dat blijkt bijvoorbeeld uit de speelstijl in zijn voorstellingen: zonder te vervallen in method acting stuurt hij zijn spelers naar een emotionele, ingeleefde stijl, waarbij de vierde wand intact blijft. Dit is ver verwijderd van de traditionele, meer ironische acteerstijl die vrijwel alle Nederlandse theatergroepen in de kleine zaal hanteren. In een interview maakte hij de eenvoudige beweegreden voor deze stijlkeuze duidelijk: “Ik vind dat de acteurs zo véél beter spelen.” Hij staat daarin niet alleen: spelers uit De Vroedts voorstellingen worden met regelmaat genomineerd voor belangrijke acteursprijzen.
Ook in zijn schrijfmethode sluit De Vroedt zich aan bij de Amerikaanse traditie. In navolging van Edward Albee maakt hij uitgebreide biografieën van de personages voordat hij aan het schrijven van het daadwerkelijke stuk begint. Dat is des te opvallender omdat zijn stukken bij uitstek postmoderne collages zijn: MightySociety6, over de Nederlandse bijdrage aan de oorlog in Afghanistan, is een samenraapsel van elementen uit Apocalypse Now, Antigone en Antonius en Cleopatra, actueel gemaakt door verwijzingen naar Abu Ghraib, de val van Srebrenica (waar Nederlandse VN-soldaten zo’n noodlottige rol speelden – een nationaal trauma) en de Nederlandse politieke debatten over deelname aan de Afghaanse opbouwmissie.
Ook in beeld komt die doelbewuste vermenging terug: hij recreëerde de iconische foto van een gevange in Abu Ghraib met een zak over zijn hoofd, maar hij voegt het meest banale stuk Hollandse winkelstraat toe: een plastic zak van supermarktketen Albert Heijn.
Daar ergens ligt de essentie van het werk van Eric de Vroedt: doelbewust gebruik maken van de postmoderne beeldenstorm, maar dan zonder de illusie-doorbrekende elementen die in het continentaal Europese theater tot cliché geworden zijn.
De serie MightySociety is nu afgesloten. Het is interessant om te zien dat De Vroedt zich in de latere delen meer persoonlijk heeft geëngageerd: in zijn stukken doken steeds vaker sociaal bewogen kunstenaars op die grote twijfels hebben bij het nut en de noodzaak van al die betrokken kunst. Ondanks zijn zelfbenoemde moralisme is hij ten diepste een twijfelaar, een kunstenaar voor wie de moraal hooguit tijdelijk een houvast biedt.
De komende jaren wil De Vroedt zich als regisseur ontwikkelen. Voorlopig geen nieuwe stukken meer, maar een verkenning van het wereldrepertoire. Zijn eerste regies bij Toneelgroep Amsterdam waren op te vatten als voortzetting van de MightySociety-reeks: Streetcar named desire werd rucksichtlos geactualiseerd naar de multiculturele samenleving in Nederland en Glengarry Glen Ross ging ineens over de huidige vastgoedcrisis.
Met Na de zondeval (2012) sloeg hij een nieuwe richting in, met een voorstelling die spiritueler en lyrischer was dan zijn eerdere werk. Welke richting De Vroedt op gaat met zijn nieuwe interesse in repertoiretoneel blijft nog even de vraag. Maar dat hij zijn engagement ondubbelzinnig zal blijven etaleren in zijn werk is evident.