(Voor TM van mei 2009. Wederom met schitterende graphics van Hans Bos, foto volgt)
In de kleine theaterzalen van Nederland voltrekt zich een langzame, stille crisis. Lange tijd was er een min of meer stabiele situatie waarin bezoekersaantallen, subsidies en uitkoopsommen elkaar in evenwicht hielden. Nu van de groepen gevraagd wordt om meer eigen inkomsten te genereren en bezoekers wispelturiger worden, gaat het systeem schuiven. In de grote zalen wordt dat opgevangen door meer gegarandeerde publiekssuccessen te programmeren – vrije producties, cabaret en musical. Maar hoe zit dat in de kleine zaal?
Harm Lambers, directeur van Theater Kikker in Utrecht, was de eerste die de problematiek aan de orde stelde. In een brief aan een aantal mededirecteuren schetst hij de contouren van een bestelcrisis. De kern: “er bestaat veel te weinig samenhang tussen kosten van voorstellingen en publieksinkomsten.” Aanleiding is de stijging van de gevraagde uitkoopsommen door de bezoekende groepen. Omdat de subsidies gelijk blijven kan een theaterdirecteur twee kanten op: de kosten omlaag of de inkomsten omhoog.
Continue reading “Stille crisis in de kleine zaal” »
Je kunt Sic Transit Gloria Mundi zien als eenvoudigweg de volgende voorstelling van schrijver/regisseur Marijke Schermer. Je ziet dan -net als bij haar eerdere voorstellingen- vlot geregisseerd en goed gespeeld toneel over het levensgevoel van moderne mensen. Over geld gaat het dit keer: rijke en arme mensen ontmoeten elkaar in de business lounge van een vliegveld waar alle vluchten gecanceld zijn. Maar er is meer aan de hand.Toneelgroep Alaska bedacht van te voren een origineel sponsor- en marketingconcept: het decor van de voorstelling werd te koop aangeboden. Bedrijven konden tegen een bedrag hun logo laten opnemen in de achterwand. Tegen hogere prijzen konden personages, scènes of andere elementen gekocht worden. De opbrengst van deze actie zorgt ervoor dat de voorstelling voor het publiek gratis te bezoeken is.
Maar hoe leuk en ludiek het idee ook is, het roept toch lastige vragen op. Moet kunst zich zo in de uitverkoop doen? Geeft de overheid niet subsidie om ervoor te zorgen dat kunstenaars vrij en autonoom kunnen werken? En wat schiet het publiek ermee op? Naar het schijnt hebben de ‘aandeelhouders’ niet veel gebruik gemaakt van hun inhoudelijke invloed, maar naar wiens werk zit je als toeschouwer nu te kijken?
Dat zijn interessante vragen, maar het merkwaardige is dat de voorstelling daar nogal rücksichtslos overheen stapt. Sic Transit Gloria Mundi -de titel is te vertalen als “zo vergaat de glorie van de wereld” of kortweg: roem vervliegt- gaat niet over het consumptiekapitalisme waarin alles wat mensen doen en willen handelswaar wordt en ook niet over reclame waarin een bereikbaar maar leeg geluk beloofd wordt. De voorstelling is eerder een losse schets over een wereld waarin geld virtueel is geworden: de rijke personages Angel en Steve hebben geen contant geld meer op zak en handelen aan de beurs in superabstracte “geldproducten”.
Dat contrast tussen het thema van de voorstelling en het verhaal erachter is storend. Want, anders dan de makers lijken te denken kun je het een niet los zien van het ander. Het duidelijkst blijkt dat uit de sponsorwand in het decor. Vrijwel alle sponsors blijken afkomstig uit de culturele sector. Helpt dat bij de setting van een internationaal vliegveld of leidt het af?
En zo wordt deze toch verder heel aardige voorstelling volledig overschaduwd door de weigering van de makers om de consequenties te nemen van hun keuzes. Het is onduidelijk of ze dat doen uit onbezonnenheid -wellicht wisten ze niet waaraan ze begonnen- of uit lafheid.
Hadden ze maar gewoon toegang gerekend. Dan was het een betere voorstelling geweest.
Sic Transit Gloria Mundi van Toneelgroep Alaska. Gezien 5/10 in de Toneelschuur in Haarlem. Tournee t/m 9/11. Te zien in Amsterdam (Bellevue) van 22 t/m 24/10. Meer info op www.gloriamundi.nl