Verslagje Breakin’ Walls
Breakin’ Walls moet meer worden dan het jongerenfestival van Theater Frascati. Festivalcoördinator Kiki Rosingh wil van Breakin’ Walls een ‘label’ maken voor alle jongerenvoorstellingen in de Nes, en wil tijdens het festival meer mixen met de reguliere bespelers van Frascati. “Wij zijn het jonge, hippe, stoute broertje van Frascati”, zei Rosingh gisteravond bij de opening van de zesde editie.
Dat voornemen komt het best tot uiting in twee projecten, waar gerenomeerde theatermakers samenwerken met jonge multiculturele jongeren. Zo maakte multimedia-kunstenares Carina Molier een film met studenten van de multiculti theateropleiding ITS DNA. In Zorn volgt een cameraploeg een vluchteling naar het gesprek waarin besloten wordt over zijn asielverzoek. Buiten de hekken van een groot gebouw, naast het hokje met twee bewakers gebruikt ze hortende hand-held camerabewegingen en een dreigende soundscape om het zenuwachtige wachten te tonen.
Molier weet met de hectische vorm en naturel acteren heel terloops de wanhoop van de jonge vluchteling te laten zien. Misschien net iets té terloops. De makers zeggen geïnspireerd te zijn op de weerbarstige filosoof Peter Sloterdijk (en op een scène uit de BNN serie Couscous & Cola), dat is meer pretentie dan dit half uur film kan dragen.
Speelser en veel vrolijker is de voorstelling Orange Guinea Pigs Into The Black Hole van het jonge mimecollectief Orange Guinea Pigs, dat begeleid werd door mime-regisseur Sanne van Rijn. Linar Ogenia en Laurens Oliveiro studeerden vorig jaar af aan de mime-opleiding en presenteren nu een reeks scènes, waarin ze fysieke begaafdheid koppelen aan aanstekelijke humor.
Ze doen een scène waarin ze een golftas vol sportartikelen het juiste instrument zoeken om de ene elastiekbal tegen de andere te schieten, een scène waarin ze zichzelf met een computermuisbesturen op Robot Rock, en een scène waarin ze stilstaand elkaar achterna rennen. Het is allemaal los en associatief, met als terugkerend thema ‘keuzes maken’, maar het wordt toch een eenheid door het vormbewustzijn van Van Rijn, die hiermee lijkt terug te grijpen op de werkplaatsvoorstellingen die ze jaren geleden met Roy Peters maakte bij het Gasthuis. Charmant en veelbelovend.
Overigens is tijdens het festival ook nog Mijn Naam is Rachel Corrie te zien van Laura van Dolron, een oudere, maar mooie voorstelling over een naïef meisje in de Gazastrook.
Breakin’ Walls duurt nog t/m zaterdag. Meer info op www.breakinwalls.nl