Recensie ‘Bloedjeuk’ en ‘Hartruis’ van Toneelgroep Cargo
Ze redeneren wat af, de personages van theatermaker Marcel Osterop, maar conclusies lijken ze nooit te bereiken. Osterop en zijn nieuwe groep Cargo –dit jaar opgericht onder de hoede van Het Zuidelijk Toneel- presenteren zich in Amsterdam met twee wat magere lunchpauzevoorstellingen, Bloedjeuk en Hartruis, die ieder een week in Bellevue staan. Op zondag worden ze achter elkaar gespeeld.
De overeenkomsten tussen de stukken zijn groter dan de verschillen. Vier personages praten in populaire psycho-clichés over “wederzijds respect”, “twijfels uiten” of “een keuze voor jezelf maken”. De situatie is onbepaald: in Bloedjeuk lijkt het door de strakke pakken een situatie tussen collega’s op kantoor, Hartruis is absurder, een soort therapiesessie. Af en toe is het geestig en raak. Er zijn conflicten, maar waarover blijft in het midden. “We moeten open kaart spelen”, zegt Dimme Treurniet, een dominant personage in beide stukken. “Er zijn onomkeerbare dingen gebeurd”, Constance Kruis, twee keer de passief-agressieve.
Zo praten ze constant door, over zichzelf en over hun relaties. Verder blijft alles onbestemd. Mannenrollen blijken uit de tekst te worden gespeeld door vrouwen, iemand biedt koffie aan met in z’n hand een overduidelijke theekan. Een schuchter personage wordt steeds aangeduid als “een pedant mannetje”. Zo neemt Osterop de toeschouwer alle zekerheden uit handen. Bij hem doen het wie, wat, waar en waarom er niet toe. Het gaat alleen om het hoe.
Hartruis gaat daarin verder en is daarom de betere van de twee. Twee personages staan de hele tijd achter een enorme hangende glasplaat, als reptielen in de dierentuin, een derde zit ernaast als oppasser. Een vierde loopt goeroe-achtig over de tribune en beantwoord alle vragen met een tegenvraag: “Ben jij een soort goeroe?” “Heb jij behoefte aan een goeroe?”
Maar dat gebrek aan context maakt dit lichtgewicht toneel. De toeschouwer krijgt te weinig houvast. Daarnaast heeft de nadrukkelijke tekstbehandeling van de acteurs de voorstelling iets schools. Osterop’s vorige voorstelling, Gewürztraminer, was beter; daar had het spel met onderlinge verhoudingen een daadwerkelijke inzet, namelijk een relatiecrisis.
Osterop plaatst zich als toneelschrijver in een zeer Nederlandse traditie van Judith Herzberg tot Peer Wittenbols en Esther Gerritsen: personages uiten zich primair in taal, spreken in korte zinnen, het drama is indirect. De grote gelijkenis tussen Bloedjeuk en Hartruis doet ook vermoeden dat dit vooral stijloefeningen zijn.
Bloedjeuk en Hartruis van Toneelgroep Cargo. Gezien 29/3/09 in Bellevue. Aldaar t/m 17/4. Meer info op www.toneelgroepcargo.nl