Interview: Theater Na de Dam

interviews,Parool — simber op 10 mei 2014 om 10:00 uur
tags: , ,

Morgenavond, een uur na dodenherdenking begint voor de vijfde maal Theater Na de Dam. Om negen uur openen overal in het land de theaters hun deuren om voorstellingen te tonen over de Tweede Wereldoorlog en haar lange nasleep. Het project was vijf jaar geleden een initiatief van theatermakers Bo Tarenskeen en Jaïr Stranders. “De voorstellingen gaan niet over toen. Het zijn mensen van nu die zich iets afvragen over toen.”

Jongerenprojecten opstarten, contact houden met de grote toneelgezelschappen door heel het land, voorstellingen produceren en coördineren en intussen de boodschap scherp in de gaten houden. Toneelschrijver Bo Tarenskeen (1981) en theaterdocent Jaïr Stranders (1978) hebben een hoop ballen in de lucht te houden in de aanloop naar vier mei. In een café op de Wallen blikken ze samen terug op hoe het begon.

“We werden in 2009 door cultureel ondernemer Eymert van Manen uitgenodigd voor een jongerendenktank”, vertelt Stranders, “Die moest nadenken over de toekomst van 4 en 5 mei in Amsterdam nadat over een paar jaar de getuigen van de oorlog en de holocaust zijn overleden.” De tendens is al een aantal jaar om ook steeds meer slachtoffers van hedendaagse conflicten te herdenken. “We herdenken bij wijze van spreken alle doden van alle tijden. Niemand mag zich buitengesloten voelen, maar daardoor voelt uiteindelijk niemand zich aangesproken. Bo en ik waren ervan overtuigd dat we de avond juist weer historisch betekenis moesten geven.”

Daarbij hadden de twee al een voorbeeld in gedachten. Sinds een aantal jaren lazen zij met Stranders’ gezelschap Barbaren & Co en criticus en docent Loek Zonneveld jaarlijks teksten van Tabori en Bernhard of Leedvermaak van Judith Herzberg. Tarenskeen: “Bij die voorlezingen voelden we een soort verademing bij het publiek: dat ze na de twee minuten stilte nog iets mochten doen dat concreet en helder was. Dé manier om iets abstracts en vaags om te vormen tot iets concreet is een persoonlijk verhaal vertellen.” Zo ontstond het idee om in Amsterdam, meteen ná de herdenking in zoveel mogelijk theaterzalen een speciaal programma te starten.

Maar waarom speciaal theater? “Theater is hier en nu”, zegt Stranders, “Dus je hebt altijd de betrokkenheid van iemand die voor jou in het nu aan het spelen is. Dat is een onbeschrijfelijke meerwaarde. Het verleden ontmoet dan letterlijk het heden.” Tarenskeen: “Het is onze overtuiging dat je mensen juist betrekt mensen door te zeggen: dit is híer gebeurt, op de plek waar wij nu leven. Daarnaast wordt je op de toneelschool gedwongen om je te verhouden tot wat er vóór je is gemaakt. Het hoort bij theater dat je je bezighoudt met de samenleving en de politiek.”

Dit jaar speelt onder andere Toneelgroep Amsterdam in de Stadsschouwburg een verzameling fragmenten en gedichten, in Frascati staat de voorstelling Hitler is dood en Hadewych Minis maakt met Gerardjan Rijnders en Wim Selles in Carré een muzikaal programma met muzikale gasten. Er is in Nederland anno 2014 geen gebrek aan voorstellingen met de Tweede Wereldoorlog als thema.

Er missen echter wel een aantal thema’s, ontdekte Tarenskeen: “Ik kom uit een Indisch milieu en daar wordt over de oorlog vooral gezwegen. Ik ging pas over mijn achtergrond nadenken door Theater na de Dam. Waarom bestaat er geen Indische Judith Herzberg? Het eerste jaar hadden we de prachtige theaterbewerking van Bezonken Rood, maar daarna?” Het gaf hem het idee voor een nieuw toneelstuk, Het Indisch perspectief, voor het schrijven waarvan Tarenskeen het stipendium TheaterTekstTalent ontving.

Na een bescheiden begin in 2010 heeft het project dit jaar een echt landelijke dekking, met lezingen en ad hoc-voorstellingen door grote gezelschappen in Den Haag, Utrecht, Groningen en Rotterdam en een groeiend aantal jongerenprojecten. “We zijn daar twee jaar geleden mee begonnen in de Spaarndammerbuurt”, vertelt Stranders. “Scholieren spraken met ouderen over wat er in die buurt was gebeurd en dat mondde uit in een wandelvoorstelling. Het geeft betekenis als je weet dat er mensen in jouw straat zijn weggevoerd of ondergedoken hebben gezeten.”

Stranders: “Dat willen we op veel meer plekken laten gebeuren. Een paar weken voor vier mei houden jongeren zich leuk bezig met theater, maar ze verhouden zich ook tot de geschiedenis en de oudste generatie. Wanneer gebeurt dat nou?”

“Ik denk dat de huidige manier van herdenken eindig is”, zegt Stranders. “Over vijftien jaar is het afgelopen.” Tarenskeen: Maar dit zou de nieuwe vorm kunnen worden. De verantwoordelijkheid verschuift van de politiek en commissies naar de kunstenaars en dus naar de burger zelf.”

 

Theater Na de Dam begint op 4 mei om 21:00 uur in bijna alle theaters van de stad. Kijk voor het programma op www.theaternadedam.nl

 

Recensie: ’t Schip van Bo Tarenskeen

“Een voortzetting van de baarmoeder met nautische middelen.” Zo drijft het schip uit de gelijknamige lunchpauzevoorstelling van theatermaker en filosoof Bo Tarenskeen over de wereldzeeën. Aan boord een niet-zo-bonte verzameling van kwaliteitskrantabonnees en prijswinnaars, volledig afgeschermd van zicht op zee of deining.

Tarenskeen (1981, naast theatermaker ook initiatiefnemer van Theater na de Dam) studeerde in 2009 af aan de theateropleiding RITS in Brussel en won met zijn afstudeervoorstelling 1000 zalen de Ton Lutz prijs. Met vijf Vlaamse schoolgenoten (onder wie de van zijn werk met Laura van Dolron bekende Steve Aernouts) staat hij op het toneel in zijn nieuwe voorstelling ‘t Schip, die hij ook schreef en regisseerde. Grappig genoeg lijkt in deze voorstelling de regisseur geen vat op de tekst gekregen te hebben.

De voorstelling bestaat uit losse, soms in elkaar overlopende scènes van de passagiers en het personeel aan boord: de passagiers die maar niet kunnen kiezen uit het adembenemende aanbod aan interessante lezingen, danscursussen en culturele activiteiten, de obers die dag na dag rijsttafel serveren, boogschutters, schoonspringsters en restauratoren die aan boord gewoon hun werk kunnen voortzetten en de hoofdredacteur die de culturele wereldcruise bedacht heeft en van flinterdunne filosofische bedding voorziet.

De voorstelling ziet er prachtig uit: staal op de vloer, mintgroene tribunebanken die meebuigen met de zaal, zodat de speelvloer bijna ovaal is als –inderdaad- een schip. De spelers dragen vooral wit en grijs en door de half-doorzichtige ramen van de de zaal filtert magisch wit sneeuwlicht. De natuur helpt vormgevers Wikke van Houwelingen en Marloes van der Hoek een handje bij de klinische, futuristische sfeer.

En zo ontstaat al snel een effectief beeld van een naarbinnengekeerde, navelstaarderige klasse, die culturele en maatschappelijke ruimdenkendheid veinst om z’n eigen burgerlijklijkheid te ontkennen. En dat schipt lijkt met z’n gebrek aan uitzicht en z’n promenade waar iedereen op uitkijkt ook wel erg op een theater.

De tekst is geestig en terloops, en eigenlijk te kort voor de ambitie die Tarenskeen hier tentoon spreid. Maar waarom staan die acteurs dan steeds zo verloren in de ruimte? Waarom mogen ze zo weinig dóen behalve praten? Voor de erg leuke Bert Haelvoet zie je jeuken van ongeduld om even uit de band te springen. En zo mist ’t Schip een dwingende regie-hand om alle elementen uit de tekst tot één voorstelling te smeden.

’t Schip van Bo Tarenskeen/Bellevue Lunchtheater. Gezien 5/2/12 in Bellevue. Aldaar t/m 26/2. Meer info op www.lunchtheater.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity