Recensie: ‘The Immortals’ van Boogaerdt/Vanderschoot en Oostpool

Een appel schillen met een boormachine, dieren maken van ballonnetjes, met gekleurde nagellak je sleutels uit elkaar houden, cupcakes versieren, met een stuk papier een bierflesje openen. Van Youtube kun je het allemaal leren en mimegroep Boogaerdt/Vanderschoot doet het na.

In hun nieuwe voorstelling The Immortals lieten ze zich met name inspireren door tutorials en how-to-filmpjes op de videosite, van mensen die vanuit hun slaapkamer tips geven voor een nog beter leven. Maar al snel ontwikkelen de beelden in de voorstelling in weirde en unheimische richtingen.

Hoewel: voorstelling? The Immortals is meer een installatie. Een ruimte met vier kamertjes in het midden (ontworpen door Wikke van Houwelingen), waar je als publiek vrijelijk omheen mag lopen. De kamers zijn afgesloten met rolgordijnen en luxaflex, in ieder kamertje is een speler in de weer met camera’s en talloze attributen en de video’s die ze maken zijn live te zien op de vier grote schermen aan de buitenkant.

Als je als toeschouwer even gaat zitten, kun je dus de vier streams volgen, maar slechts bij één kamer naar binnen gluren om te zien hoe het gemaakt wordt. Het contrast tussen beeld en echt is het lolligst: zie je nou Bram Coopmans in een potje poepen? Nee hoor, in het echt zie je hem druk in de weer met een dikke spuit ontbijtkoekkledder. Likt Suzanne Boogaerdt een gebruikte tampon? Nee, het blijkt met limonade. Alleen de enge groene contactlenzen van Marie Groothof zijn echt.

In vijf kwartier dalen we af naar de grillige en ranzige dieptes van Youtube, van een pakje boter onder een föhn of extreme close-ups van printplaatjes binnenin electronische apparaten tot amateurporno, vissenkoppen bakkend in een pan en de mondholte van Floor van Leeuwen. De soundtrack van Remco de Jong en Florentijn Boddendijk versnijdt het opgewekte gebabbel van de Youtube sterren met opgefokte techno.

Slechts één moment is er een soort interactie met elkaar als een astronautenpoppetje naadloos van het ene scherm naar het volgende beweegt. Verder is het vooral psychedelische en surrealistische videokunst.

Het is inventief gemaakt en leuk om naar te kijken maar de betekenis van dit alles blijft onduidelijk. Wat er op internetfilmpjes te zien is, is oneindig veel schokkender en vulgairder dan je in het theater kunt doen. Het lijkt Boogaerdt en Bianca van der Schoot (die dit keer niet meespeelt maar regisseert) vooral te gaan om de vraag wat voor soort mensen het zijn, die zich vanuit de intimiteit hun slaapkamer via het beeldscherm zo blootgeven.

In hun eerdere voorstellingen, zoals Bimbo of Hideous (wo)men, kreeg je de indruk dat ze het meer over hun eigen wereld hadden. Uit The Immortals spreekt vooral afstandelijke verbazing. En die vertaalt zich in een nadruk op hoe ze het doen, en daardoor minder op het waarom.

The Immortals van Boogaerdt/Vanderschoot en Oostpool. Gezien 6/12/14 in Arnhem. Te zien in Amsterdam (Frascati) 9 t/m 20/12. Meer info op www.oostpool.nl

Recensie: ‘Hideous (wo)men’ van Toneelgroep Oostpool/Boogaerdt & Van der Schoot/Susanne Kennedy

Wat zijn theatervoorstellingen in Nederland vaak vriendelijk en braaf. Het valt ineens op als je een voorstelling ziet die zo nadrukkelijk níet wenst te behagen als Hideous (wo)men, een samenwerking van mimegroep Boogaerdt/Van der Schoot en upcoming regisseur Susanne Kennedy. Maar deze voorstelling is méér dan een provocatie; het is een even intelligent als onverbiddelijk statement over vrouw zijn en theater maken.

Hideous (wo)men is min of meer een vervolg op de pornificatie-performance Bimbo van twee jaar geleden. Opnieuw verbergen de speelsters –vijf in totaal– hun gelaat achter plasticinemaskers, waarmee ze niet alleen onherkenbaar worden, maar ook een griezelig net-niet-echt effect bereiken. Het zijn nauwelijks levende poppen, met afgemeten bewegingen.

Ze tonen een wereld waarin alles kunstmatig is: de tegels, de houten lambrizering en de plant in het decor zijn nep, de stemmen komen vanaf de geluidsband, de maskers uitdrukkingsloos. De figuren, met namen als Angel, Brook en Rocco, spelen in een soort soapverhaaltje; of is zijn het scènebeschrijvingen uit een pornofilm? Ze lopen rond met videocamera’s maar wat ze filmen wordt niet zichtbaar. Een televisie toont Japanse tekenfilms – nog meer onechte mensen.

Het decor (van Katrin Bombe) is een eindeloos draaiende carrousel van drie troosteloze kamers. Twee televisieschermen aan weerszijden tonen een hoek die je als toeschouwer net niet zelf kunt zien. Tijdens een feestscène komt de muziek van achter, zodat je steeds het idee hebt dat de vrolijkheid zich afspeelt in de kamer die je net niet ziet. Het draaien geeft de indruk van een peepshow, maar ook van een stripverhaal. Daardoor valt het eerst niet op dat een van de figuren in twee kamers tegelijk zit.

Gewapend met de filosofie van Baudrillard drukken de makers tergend en geleidelijk iets uit over uitbeelding, identiteit en zelfenscenering. Maar hoe artificieel de figuren ook zijn, en hoezeer ze hun lijven ook onder controle hebben, het lichaam speelt toch op. Ze moeten eten, drinken, dansen, masturberen.

Het eindigt in een grandioos smerige menstruatie-scène van vijf identieke figuren, even onsmakelijk als fascinerend. Een eindeloos ritueel van lichaamssappen in het continu ronddraaiende decor. Baudrillard stelt dat de wereld zó vol is van symbolen die nergens naar verwijzen, dat realiteit niet meer kan bestaan. Deze vrouwen tonen dat er één onontkoombare werkelijkheid is: die van het lichaam. Maar ze doen dat in een theatervorm waarin alles –zelfs het lichaamsvocht– opzichtig nep is.

Het is ongemakkelijk en verwarrend van Boogaerdt, Van der Schoot en Kennedy ons hier voorschotelen, maar zó zelfverzekerd en consistent dat de beelden en associaties blijven doormalen lang nadat de voorstelling is afgelopen. Onontkoombaar theater voor iedereen met een sterke maag.

Hideous (wo)men van Toneelgroep Oostpool/Boogaerdt & Van der Schoot/Susanne Kennedy. Gezien 19/12/13 in Haarlem. Te zien in Amsterdam (Frascati) 14 t/m 25/1. Meer info op www.toneelgroepoostpool.nl

Voorstuk ‘Small World’

interviews,Parool — simber op 21 november 2012 om 14:37 uur
tags: , , , , ,

Ze maken een bos als in Bambi en playbacken A whole new world uit Aladdin. Mimegroep Boogaerdt/VanderSchoot verdiept zich voor haar nieuwe voorstelling Small World in de wereld van Walt Disney. Maar fans van het huis van de muis zijn ze niet geworden. “De droom van Disney is een heel beperkte droom.”

Met hun vorige voorstelling Bimbo, een perverse videoclip die de hedendaagse seksuele beeldcultuur genadeloos ontleedde, oogsten Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot opvallend veel succes. Ze werden uitgenodigd voor het Nederlands Theaterfestival en genomineerd voor de VSCD Mimeprijs. Ook voor het duo zelf was het een belangrijkse stap. “We hebben daar echt een sterk, maar vrij onaangenaam beeld neergezet”, zegt Van der Schoot in een Amsterdams café, “Maar daarna hadden we behoefte om daar een antwoord te formuleren. Small World sluit aan op Bimbo, het is een tweeluik over de spektakelmaatschappij.”

“We gebruiken Disney vooral als symbool”, vult Boogaerdt aan. “Er zit in die figuren en films en pretparken iets veiligs: alles dat duister, onaangenaam of riskant is wordt aan de kant geschoven. Je wordt niet aangespoord om je eigen fantasie te gebruiken. En dan zit daarachter ook nog een bedrijf dat heel cynisch zoveel mogelijk broodtrommels en dekbedden wil verkopen aan kinderen.” Van der Schoot: “En dat geldt niet alleen voor Disney, maar ook voor reclame, nieuws en steeds vaker voor theater: je krijgt alles in hapklare brokken voorgeschoteld. Je wordt passieve consument, in plaats van dat je nieuwsgierigheid wordt geprikkeld.”

Tijdens de voorbereiding van de voorstelling gingen alle spelers naar Disneyland Parijs. Boogaerdt: “Ookal ben je volwassen, je raakt als je naar binnen mag toch heel erg opgewonden. Maar na twee uur was dat helemaal weg. Elke tien meter weer andere keiharde muziek, alleen maar vies eten en de ontdekking dat het eigenlijk vooral een winkelcentrum is.” Van der Schoot: “We hadden een masker meegenomen, een heel mooi naïef ei-hoofdje. Een van de spelers zette dat op en ging dansen, en mensen gingen dat gelijk fotograferen, net als Mickey en Goofy verderop. Het was mooi om de paniek te zien van kinderen. Wie is dat? Die ken ik niet. We hebben dat overigens wel pas vlak voor sluitingstijd gedaan; dan zou het niet zo erg zijn als we eruit gegooid zouden worden.”

Voor de voorstelling hebben de makers heel veel maskers geknutseld. Boogaerdt: “We maken altijd materiaal voor wel honderd voorstellingen. Het heeft met onze manier van werken te maken: al improviserend ontdekken we de regels van de voorstelling die we aan het maken zijn.” In tegenstelling tot Disneyfilms zal het resultaat niet gelikt of schoongepoetst zijn. “De vorm is bij Disney altijd heel herkenbaar, helder en sterk. Dat kunnen wij niet nadoen met onze gepapiermachéde hoofden. Maar het is erg leuk dat we in de basis hetzelfde werk doen als hij: het bezielen van levenloze materie.”

Boogaerdt: “We wilden eigenlijk iets maken met al het afval dat in Disney-films buiten beeld wordt geveegd. Het decor bestaat dan ook uit enorm veel glinsterende troep en de kostuums komen tweedehands van andere theatergroepen.” Van der Schoot: “Zo’n afvaldecor is natuurlijk wel vaker gedaan, maar het moet nóg veel vaker, want we hebben er zoveel van.”

Small world is de laatste voorstelling die het duo onder eigen naam uitbrengt. Per 2013 sluiten ze zich aan bij Toneelgroep Oostpool in Arnhem. Dat is spannend (“Het dwingt ons om opnieuw over onszelf na te denken”), maar Van der Schoot is vooral trots: “Ik vind het bijzonder dat wij de mime mogen vertegenwoordigen in één van de vier grote toneelgezelschappen. Onze vorm van theater speelt zich meestal af in de marge, maar waarom is dat eigenlijk? Ik heb zendingsdrang. Mime mag door meer mensen gezien worden en gaat de grote gezelschappen hopelijk nog diverser maken.”

Small world van Boogaerdt/Van der Schoot gaat op 22 november in première in Frascati. Meer info op www.bvds.nu

Recensie: ‘Bimbo’ door Boogaerdt/Vanderschoot

Wellustig draaien ze met hun heupen en billen. Borsten vooruit, pijpmondjes, zwart kant en leer. Toch klopt er iets niet. Het is de blik van de vijf speelsters in Bimbo, de nieuwe voorstelling van de mimegroep van Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot. Die is hard en verveeld, robotachtig.

Over de ‘pornificatie’ van de samenleving is de afgelopen jaren een hoop gediscussieerd, vooral naar aanleiding van de documentaire Beperkt Houdbaar van Sunny Bergman en het boek McSex van Myrthe Hilkens. Bimbo voegt daar weinig nieuwe inzichten aan toe, maar weet doeltreffend en fascinerend de grens tussen wellust en gruwel te bespelen.

Daarvoor worden de toeschouwers voor een batterij aan beeldschermen neergezet. Achter hun rug is het rechthoekige speelvlak, een rudimentaire studio. Met één vaste camera geven vijf speelsters een show die nog een beetje hitsig begint maar al snel ontspoort in een afschuw wekkend schouwspel van folie, maskers en kruispruiken, en alles in fel blauwig licht dat alle vlees er des te onsmakelijker uit doet zien en begeleid door een eindeloze loop van het ranzige hitje My Neck, My Back.

Vooral de doorzichtige plastic maskers die de vrouwen eruit doen zien als ingepakte robots zijn naar, maar ook de plasticine maskers waarmee ze levensechte mannengezichten maken maken je steeds onbehaaglijker. Alle pornoposes komen voorbij, maar ook plastische chirurgie, een zwangere oma en smerige blauwe verfdrank. En je kunt steeds ook even achterom kijken naar hoe de spelers in de smalle ruimte buiten beeld zich steeds opnieuw verkleden in nog sletteriger pakjes van roze leer, schortjes, breede riemen en nepgouden sieraden in de vorm van het dollarteken.

Het is duidelijk dat de makers zich hebben laten inspireren door het befaamde videoclipje bij Windowlicker van Aphex Twin, waar een roedel geile dansende hiphopmeiden het akelig grijnzende gezicht van de Britse deejay digitaal kregen opgeplakt. Maar het contrast tussen de platte beeldschermen en de hijgende, zwetende en onmiskenbaar echte vrouwen maakt deze voorstelling anderhalf uur boeiend.

Alleen het einde, wanneer de vrouwen het achterdoek wegrukken en één voor één alle tv’s uitdoen is stom en moralistisch. Boogaerdt en Van der Schoot tonen een wereld waarin het zoeken naar schoonheid uiteindelijk leidt tot horror. Dat is een rake karikatuur en eentje die je niet zomaar uit kunt zetten.

Bimbo door Boogaerdt/Vanderschoot. Gezien: 20/10/11 in Frascati. Aldaar t/m 22/10 en 13-17/12. Tournee. Meer info op www.bvds.nu

Recensie: ‘Martha loves George’ van Boogaerdt/VanderSchoot

Twee jaar geleden maakte mimeduo Suzan Boogaerdt en Bianca van der Schoot de locatievoorstelling Tsjechov bij de bushalte, waarin het verlangen naar een ander leven uit De Drie Zusters tot één essentieel beeld werd teruggebracht: een vrouw wachtend bij een bushalte en die uiteindelijk niet instapt. Nu passen ze hetzelfde procedé toe op een andere toneelklassieker: Who’s afraid of Virginia Woolf? van Edward Albee.

Ook hier weten ze de kern te pakken. Het huwelijk van de overjarige, verveelde sloerie Martha met de saaie maar smeulende George is oorlog. Zij glijdt tijdens het dansen schaamteloos over de vloer en geeft de zaal een geile knipoog, hij vertrekt geen spier, maar desondanks is zijn minachting voelbaar. Ze krijgen bezoek van een jonger stel. De dronkenschap wordt nauwelijks gesuggereerd, maar hangt de hele tijd in de lucht, net als de verantwoorde jazzmuziek.

De mimers hebben geen interesse in het stuk zelf (dat van de auteur ook niet bewerkt mag worden). In plaats daarvan hebben de makers eigen dialogen geschreven, met hier en daar een citaat, die nergens de scherpte en hardheid van Albee kunnen doen vergeten. En dat is jammer, want juist in de fysieke omgang met elkaar zetten Van der Schoot en René Geerlings een Martha en George neer die een plaats verdienen naast de andere, beroemdere acteurs die het stel ooit speelden. Hoe ze elkaars zinnen afmaken, elkaar vliegen afvangen, elkaar dwingen mee te doen in hun spelletjes, het is gemeen en grimmig hilarisch.

De rollen van het bezoekende stel Honey en Nick (Suzan Boogaerdt en Melih Gençboyaci) zijn minder duidelijk. In het begin worden ze neergezet als jongere versie van Martha en George. Sommige elementen uit het stuk worden overgenomen – de seksuele spanning tussen Martha en Nick, de perverse spelletjes en de genante jeugdverhalen – andere scènes zijn helemaal verzonnen, zoals de grappen over de Turkse afkomst van Gençboyaci.

We verlaten het raamwerk van Albee’s stuk als Honey de situatie overneemt, haar eigen uitzinnige tv-show fantaseert en Martha en George uiteindelijk beteuterd achterlaat. Hier wreekt zich de wet dat spelende makers op de vloer een gelijk aandeel moeten krijgen. Het verzonnen kind, bij Albee de motor van het verhaal, komt niet voor. En dat is jammer, want zo beroven de makers de personages van hun tragiek en ze geven daar niets voor in de plaats. Dat maakt Martha loves George geestig en scherp, maar ook een voorstelling zonder hart.

Martha loves George van Boogaerdt/VanderSchoot. Gezien 3/10 in De Brakke Grond. Aldaar t/m 10/10, tournee t/m 18/12. Meer info op www.bvds.nu

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity