Recensie: ‘As you like it’ van het Nationale Toneel

Romantisch verhaal met prins en prinses? Check. Melige cannabiskomedie tussen de wietplanten? Present. Aan Marthaler herinnerend weemoedig liedjesprogramma? Bingo. Vechtsportgala met Badr Hari-verwijzingen? Aanwezig. Melancholieke, Tsjechov-achtige interpretatie van Shakespeare? As you like it van het Nationale Toneel is het allemaal, maar een eenheid is het niet.

Regisseur Theu Boermans regisseert na het geslaagde Midzomernachtsdroom opnieuw een Shakespearekomedie bij Het Nationale Toneel. Opnieuw is het een uitbundige, lange toneelavond vol spelplezier en geslaagde grappen, in dit geval nog extra glanzend omdat er een cast vol fris nieuw talent op het toneel staat.

Hoe beter je het verhaal van een Shakespearekomedie probeert uit te leggen, hoe onbegrijpelijker het wordt. Laat het volstaan te zeggen dat allerlei types uit de stad waar een despotische president heerst hun toevlucht zoeken tot het platteland. Onder hen de broer van de president (ooit zelf president), diens dochter Rosalinde en de berooide edelman Orlando. De zijn na een ontmoeting in de stad smoorverliefd op elkaar, maar op het platteland is zij verkleed als man en ze lopen elkaar steeds mis.

Decorontwerper Bernhard Hammer plaatst de voorstelling in een witte doos, die eerst met artistieke projecties de kamers in de stad verbeeldt, maar waarachter later een sneeuwlandschap verborgen blijkt. Op het platteland is het namelijk steenkoud. De laatste scènes spelen in een schaapskooi, maar de herder compenseert “de bezuinigingen” met een wietplantage. Jaja, liefde is net een drug.

Er zit een geestig lijntje in dat iedereen die in de grote stad wreed, boosaardig of gierig is op het land een equivalent personage heeft (vaak een dubbelrol) die goedgunstig, poëtisch en vrijgevig is.

Op het platteland zitten allerlei gelieven achter elkaar aan, maar het centrale koppel is Rosalinde en Orlando, met verve gespeeld door Hannah Hoekstra en Reinout Scholten van Aschat. Die laatste is prachtig laconiek, de rechtschapen maar passieve dichter die door de gebeurtenissen wordt meegesleurd.

Maar Hoekstra is de ster van de avond, vooral met het trainingspakje en het dunne snorretje waarmee ze zich voordoet als man. Iel, maar met enorme power, staat ze tegenover Orlando om de touwtjes in handen te nemen. Als man kan ze hem vragen zijn liefde voor haar te bewijzen.

In de bijrollen vallen Arend-Jan Linde en Jappe Claes op. De eerste maakt van Orlando’s onaangename broer en later van een onhandige priester twee knappe, erg leuke typetjes en Claes loopt als een soort Oom Wanja, drinkend en melancholiek filosoferend, door de scènes heen. De beroemde monoloog ‘De wereld is een schouwtoneel’ brengt hij met meesterlijke ironie en tegelijk diep doorleefd.

De genderverwarring wordt aangevuld met een paar homopersonages, maar hun seksualiteit is eigenlijk alleen voer voor een paar foute, ouderwets aandoende grappen.

“Een moraal? Uit deze warboel?” Aan het eind wordt Hoekstra naar het midden van het toneel geduwd om de epiloog uit te spreken, maar verder dan dat iedereen er maar uit moet halen wat hem of haar het beste uitkomt komt ze niet. Het hoogtepunt van een driedubbele anticlimax. Ergens in de overvloed aan ideeën, moppen en stijlen in deze voorstelling zit vast een moraal, maar Boermans heeft het wel erg bont gekleurd.

As you like it van het Nationale Toneel. Gezien 20/12/14 in Den Haag. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 12 t/m 14/1. Meer info op www.nationaletoneel.nl

Recensie: Tasso van Het Nationale Toneel

Je ziet het vaker op het toneel: een decor dat aan het begin nog helemaal netjes en aangeharkt is, is aan het eind veranderd in een enorme puinhoop. Bij Tasso is het andersom. Bernhard Hammer ontwierp een podium als een vol kunstenaarsatelier met piano, schildersezel, fotostudio en –lampen, borstbeelden van beroemde kunstenaars, een hogedruk verfspuitinstallatie en decorstukken van een elegante kamer waarvan sommige achterstevoren heel nadrukkelijk decor staan te zijn.

Vorig seizoen maakte de jonge garde toneelspelers van het Nationale Toneel Nieuwspoort, een aardige, maar soms wat naïeve voorstelling over de verhouding tussen kunst en politiek, waarvoor de makers een paar weken rondliepen op het Binnenhof. Nu regisseert Theu Boermans met grotendeels dezelfde acteurs (Joris Smit, Hannah Hoekstra en Sallie Harmsen, nu aangevuld met Bram Suijker en Justus van Dillen) een van de oerteksten over dat onderwerp: Tasso van Goethe uit 1787.

Tasso (Smit) is een dichter bij de rijke, jonge mecenas Alfonso (Suijker) in Ferrara. Hij is verliefd op diens zus Leonore (Harmsen), maar maakt zich onmogelijk door ruzie te zoeken met Alfonso’s vriend Antonio (Van Dillen). Zoals hij eerder deed bij bijvoorbeeld Hamlet of De eenzame weg moderniseert Boermans het verhaal onnadrukkelijk. Alfonso is hier geen hertog maar een succesvolle ondernemer op sneakers, Antonio is zijn politieke liaison. De acteurs spreken de bloemrijke taal van het origineel (fris en helder vertaald door Tom Kleijn), maar zijn daarbij modern informele en emotionele mensen.

Smit maakt van Tasso een manische hipster rocker. Hij levert het manuscript van zijn meesterwerk in bij Alfonso (die het zonder het ook maar open te slaan in een vitrine zet), speelt Angel Eyes op de piano en Pink Floyd op gitaar en schetst een paar vegen op doek. Hij is de archetypische romantische kunstenaar: wispelturig, impulsief en egoïstisch. Met tegenzin ondergaat hij de ceremonie waarin hij een gouden lauwerkrans opgezet krijgt

Van Dillen als Alfonso is zijn tegenpool: berekenend, pragmatisch en een beetje saai, al zingt hij een lied met een verrassende falset. Maar alle personages zijn ergens jaloers op Tasso; allemaal zetten ze, als ze even alleen zijn, de lauwerkrans op hun hoofd, als om te proeven van zijn vrijheid van denken en leven. Alleen Leonore niet, die te goed Tasso’s destructieve kant ziet.

Tasso is, zoals van Boermans inmiddels wel verwacht mag worden, helder en licht. Maar met drie uur is de voorstelling erg lang en op sommige momenten spreken de acteurs iets te mechanisch en niet lucide genoeg.

Aan het eind is het decor in elkaar gezet. De bustes staan op sokkels, de troep is opgeruimd, de acteurs dragen historische kostuums. Tasso heeft zichzelf te gronde gericht en wordt terecht verbannen. Maar Ferrara is een stukje saaier zonder hem.

Tasso van Het Nationale Toneel. Gezien 16/9/14 in het Compagnietheater. Aldaar t/m 27/9. Meer info op www.nationaletoneel.nl.

Recensie: ‘Anne’ van Image Nation

De vergelijking met Soldaat van Oranje werd vooraf weggewuifd. Anne wordt misschien gemaakt door dezelfde producent en hetzelfde artistieke team, maar dit is toneel en geen spektakelmusical en de tribune draait niet.

Toch vielen op de première van Anne gisteren de overeenkomsten op: het enorme en technisch enorm geavanceerde decor, met gigantische halfrond projectiescherm; de filmisch realistische aanpak in aankleding en spel; en het gebruik van archiefbeelden vermengd met theater.
Maar waar de Soldaat gul, dynamisch en sensationeel was, blijft Anne op artistiek vlak risicoloos en zelfs wat saai.

Schrijversechtpaar Jessica Durlacher en Leon de Winter schreven een nieuwe bewerking van het dagboek van Anne Frank en plaatsen dat in een dubbele raamvertelling: in het kamp Bergen Belsen, waar Anne aan het eind alleen overbleef met haar zus Margot vertelt ze over een droom waarin ze na de oorlog in Parijs haar boek vertelt aan een uitgever. Dat geeft de ruimte om ook te vertellen wat er gebeurde nadat Anne haar laatste aantekening schreef.

Van een Parijs’s café verandert de setting naar de Merwedestraat waar de Franks woonden toen ze uit Duitsland verdreven waren, een werkelijk prachtig uitklapdecor (ontworpen door Bernhard Hammer) van een jarendertigwoning, waar Anne’s vriendinnen op de fiets komen aanwaaien op haar dertiende verjaardag, de dag dat ze haar dagboek krijgt.

Al snel moet de familie onderduiken in het achterhuis, opnieuw een verbijsterend tableau: een dwarsdoorsnede op bijna ware grote van het hele grachtenhuis, met de magazijnen en kantoren van Otto Franks bedrijf Opekta links en het achterhuis met de vier nauwe kamers rechts, allemaal tjokvol authentieke details en meesterlijk divers verlicht.

Maar als je klaar bent met je vergapen begint het toch te wringen dat de enorme schaal waarop deze productie wenst te werken misschien niet past bij het claustrofobische huiskamerdrama dat het verhaal van het Achterhuis uiteindelijk toch is.

De bewerking wisselt steeds het alledaagse leven van de onderduikers af met de meer bespiegelende teksten uit het dagboek, die Anne aan de geheimzinnige uitgever vertelt. Maar de ontzaglijke vorm –het Achterhuis is een kleine plek is om met acht mensen twee jaar lang te verblijven, maar als theaterdecor is het gigantisch– verhindert dat je de benauwdheid van haar situatie voelt.

De cast is met 22 spelers erg groot en voornamelijk erg goed. Rosa da Silva is een uitstekende Anne, een puberend wicht en een flapuit met een opmerkelijk zelfinzicht, die gaandeweg zichzelf ontdekt als schrijfster. Paul R. Kooij maakt van haar vader een complex, gelaagd personage, streng en vol liefde, angstig en ferm. Hij vertelt op sobere wijze wat er gebeurt na het verraad en hun deportatie, waarna nog een overbodig en naar kitch neigend eindbeeld volgt.

Anne is als een film, maar dan een film zonder close-ups. De geschiedenis wordt prachtig zichtbaar gemaakt, maar veel te weinig invoelbaar.

Anne van Image Nation. Gezien 8/5/14 in Theater Amsterdam. Meer info op www.theateramsterdam.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity