Recensie: ‘Husbands’ van Toneelgroep Amsterdam
“Afgezien van de seks zijn jullie gewoon veel leuker”, zegt Harry tegen z’n makkers als hij besluit zijn vrouw te verlaten. Het waren vier dikke vrienden, maar nu is er één dood en op de begrafenis moet de priester op een papiertje spieken hoe hij ookalweer heet. Husbands, de nieuwe voorstelling van Toneelgroep Amsterdam, volgt de overgebleven drie in het lost weekend dat daarop volgt.
Husbands is gemaakt op uitnodiging van het Europese Prospero-project, waarbij een speciaal gemaakte voorstelling langs zeven Europese steden trekt. Opnieuw kiest regisseur Ivo van Hove, na Faces en Opening Night, voor een bewerking van een film van John Cassavetes, maar deze keer blijft de spanning en de tragiek van die eerdere voorstelling achterwege.
De eerste helft is erg mooi. Het zijn lome, losse scènes, met een minimum aan verhaal en context. De drie vrienden willen niet naar huis, doen wedstrijdjes, drinken te veel, zingen liedjes, laten een meisje meezingen, maar sabelen haar dan neer, hebben een kater, maken ruzie en leggen het weer bij. Hans Kesting, Roeland Fernhout en Barry Atsma hebben zichtbaar lol in hun fysieke rollen en onderlinge competitie – met krijt turven ze hun basketbal-score op de muur. Het is eenvoudig, maar vitaal toneel over ongecompliceerde mannenvriendschap op een breekpunt.
Ze bewegen zich in een ruimte die alles tegelijk kan zijn: huiskamer met banken, kroeg (met een tap bovenop een piano), sportschool, hotel. Decorontwerper Jan Versweyveld gebruikt minicameraatjes die de acteurs op hun gezicht geplakt hebben, zodat het publiek op groot scherm kan zien wat de spelers zien. Het is een aardige gimmick, een alternatief voor de zichtbare of verborgen camera’s die altijd in Van Hove’s voorstellingen voorkomen. De muziek is van Bruce Springsteen, met Born to run als leitmotief.
Als de drie in een opwelling besluiten om naar Londen te gaan kantelt de voorstelling. Eenmaal daar duikelen ze alledrie een meisje op, die allemaal worden gespeeld door Halina Reijn. Dat doet ze geweldig, soms wisselt ze van personage met niet meer dan een opgetrokken bovenlip, maar alle mannen moeten nu één voor één hun crisis doormaken en dan blijkt dat ze individueel een stuk minder interessant zijn dan met z’n drieën bij elkaar.
De scène tussen Reijn en Atsma boeit nog het meest, een verknipt sexueel verleidingsspel dat nergens erotisch wordt, eerder wanhopig en melancholiek.
Twee van de mannen keren uiteindelijk terug naar vrouw en kinderen om hun rol als husband te vervullen, één blijft er achter. Bruce zong het al: “Everybody needs a place to rest/Everybody wants to have a home”.
Husbands van Toneelgroep Amsterdam. Gezien 18/4/12 in de Stadsschouwburg. Aldaar t/m 12/5. Meer info op www.toneelgroepamsterdam.nl