Interview Alize Zandwijk
De beste theatervoorstelling van vorig jaar komt terug naar Amsterdam. Branden van het Ro Theater was een even schitterend als hartverscheurend verhaal over de gevolgen van oorlog, waarin een moeder op zoek is naar haar kind en twee kinderen naar hun vader en hun broer, gespeeld door een multiculturele cast. Regisseur Alize Zandwijk: “Het is verbazingwekkend dat dat niet vaker gebeurt.”
In Schouwburg Kunstmin in Dordrecht verzamelt de hele crew van het Ro Theater zich op een vroege dinsdagmorgen. Het decor van Branden staat al, over een half uurtje komen de acteurs om in twee dagen de reprise op de rails te zetten. “Ja, de voorstelling zit nog helemaal in m’n hoofd. Niet toen ik hem maakte natuurlijk, maar nu ik hem zo vaak gezien heb wel. En voor de acteurs is het zo dat als ze met elkaar weer op dezelfde plek in hetzelfde decor staan het geheugen automatisch weer terugkomt. Mijn voorstellingen worden bij hernemingen vaak beter. Als de acteurs het zich helemaal eigen gemaakt hebben krijgt het een bepaalde verdieping.”
“Mijn taak is nu vooral het bewaken van het ritme. De voorstelling duurt tweeëneenhalf uur. Voor de toeschouwers lijkt het voorbij te vlíegen, maar voor de acteurs is het een hele lange boog. En eigenlijk zijn het twee vertellingen: twee paralelle zoektochten van mensen op zoek naar hun familie.”
Het stuk, van de Canadees-Libanese schrijver Wajdi Mouawad, begint met twee hedendaagse jonge mensen die zojuist hun moeder, Nawal, hebben verloren. Via haar testament horen ze dat ze nog een broer hebben, en dat hun vader nog ergens rondloopt, in het niet nader genoemde, door burgeroorlog verscheurde land waar zij oorspronkelijk vandaan komen. Zo begint voor de kinderen een zoektocht in de omgekeerde richting die hun moeder heeft afgelegd. Maar tegelijk zien we daardoorheen geweven de voorgeschiedenis van Nawal en haar andere, eerdere kind.
Wat de voorstelling mede zo bijzonder maakt is de opvallend multiculturele cast, met onder anderen Nasrdin Dchar (die onlangs in zijn Gouden Kalf-speech zijn trots op zijn Marokkaanse roots belijdde), Yahya Gaier en de Vlaamse Fania Sorel als Nawal. Andere spelers zijn Bright Richards en Oleg Fateev, die in repectievelijk Liberia en Tsjetsjenië aan den lijve een burgeroorlog meemaakten.
Ondanks het serieuze onderwerp is de vorm van de voorstelling bijzonder licht. “Het is een heel uitgestrekt verhaal en ik wilde dat heel naïef en speels vertellen. We kwamen toen uit bij een schimmenspel. Daarmee kun je met heel eenvoudige middelen, met een papieren berg en twee poppetjes, een reis van maanden laten zien.”
“Oorspronkelijk was het het plan om deze voorstelling in Hamburg te maken”, vertelt Zandwijk. Dat ging om allerlei redenen niet door en achteraf was ik daar blij mee: in Duitsland is toneel heel erg voor witte mensen. In Rotterdam heeft zestig procent van de bevolking een andere culturele achtergrond. Ik vind dat ik verplicht ben om daar iets mee te doen. Het is eigenlijk verbazingwekkend dat het niet vaker gebeurt op toneel.”
“Ik heb ook een voorstelling Moeders gemaakt, met zeventien moeders uit alle culturen van Rotterdam op toneel. Kwaliteit van theater heeft denk ik ook te maken met lokale verbondenheid. Ik wil ook voorstellingen maken om die andere verhalen te laten horen. En in dit dtuk komen veel van die verhalen samen; en het is zó goed dat mensen het als een slag in hun gezicht ervaren.”
Met dezelfde spelersgroep gaat Zandwijk later dit seizoen opnieuw een stuk van Mouawad opvoeren. “Branden is het tweede deel van een vierluik, Bloed van de Beloften. Nu gaan we het eerste stuk daarvan spelen. Het heet Kust en het gaat over een man die nergens begraven mag worden – niet in het westen waar hij naartoe is getrokken en niet in het oosten waar hij vandaan komt. Iemand die dus echt tussen twee culturen terecht is gekomen.”
Zandwijk is een van de weinige regisseurs die, naast klassiekers, nog consequent internationale nieuwe toneelstukken opvoert. Naast Mouawad regisseert ze veel nieuwe teksten van de Duitse schrijfster Dea Loher. “Ook het opvoeren van nieuw werk zie ik echt als een plicht voor een stadstheater als het Ro. En ik houd zelf heel erg van toneelteksten. Maar het is heel erg moeilijk om daarvoor voldoende publiek naar de grote zaal te trekken. En ik ben bang dat theatergroepen door de huidige situatie nóg meer gaan teruggrijpen op bekend repertoire en bewerkingen van boeken en films.”
Branden speelt op 17 en 18/10 in de Stadsschouwburg Amsterdam en van 9 t/m 12/11 in de Toneelschuur in Haarlem. Meer info op www.rotheater.nl