Recensie ‘Niet zo bedoeld’ van Bellevue Lunchtheater

Parool,recensies — simber op 10 november 2010 om 00:29 uur
tags: , , , , ,

‘Ik ben een lul, jij bent een watje.’ Zo vat Mike zijn vriendschap met Reinout samen. Ze komen elkaar na jaren weer tegen bij een reisbureau en Mike dist meteen een serie genante anekdotes uit hun jeugd op tegen Reinouts nieuwe vriendin Marjolein. En een lul is het, met z’n knotje, z’n grootspraak en z’n seksuele escapades.

Benja Bruijning viel de afgelopen jaren op als jonge, getalenteerde acteur bij onder andere De Theatercompagnie en Thibaud Delpeut en in diverse films en televisieseries. Nu gaat zijn eerste toneelstuk als lunchpauzevoorstelling in première, en hij speelt zelf de rol van Mike. Het is een vaardige lichte komedie, die vrij goed weet te vatten hoe jonge mensen tegenwoordig praten over vriendschap, seks en relaties.

Geestig is hoe Marjolein (Annemaaike Bakker) zich naderhand ineens herinnert waar ze Mike ookalweer van kende (“O ja, ik heb met ‘m geneukt), hoe zij en Reinout (David Lucieer) kibbelen over de bestemming voor een stedentrip en hoe Reinout’s zus (Anna Drijver) haar computer uitscheldt. Drijver geeft haar rol (type: mobiel blijven checken tijdens het mediteren op The Secret) het beste het onnadrukkelijke naturel mee dat deze stijl nodig heeft, met haar haar laptop op de achtergrond Skypend terwijl vooraan Marjolein en Reinout staan te kibbelen. In ruzie en dronkenschap zijn de acteurs minder bedreven, deels omdat de tekst niet zulke scherpe munitie levert, maar ook omdat ze tegelijk onhandige dingen moeten doen met een boeket bloemen en de kussens van de designbank.

Reinout is het zat om steeds maar mikpunt te zijn van Mike’s grappen en de plot komt los als hij in een dronken bui besluit om de rollen om te draaien, waarna het verhaal al te kwiek bij het onvermijdelijke eind uitkomt; want Mike is nou eenmaal een lul, en Reinout een watje.Een extra twist had de voorstelling veel goed gedaan. Overbodig zijn dan weer de grote foto’s aan de wanden, die als een fotoroman hetzelfde verhaal nog een keer vertellen, maar dan met de spelers in glamoureuze kleren en locaties. Alsof de jonge acteurs in deze heel aardige lunchpauzevoorstelling uit zichzelf niet sexy genoeg zouden zijn.

Niet zo bedoeld van Bellevue Lunchtheater. Gezien 9/11/10 in Bellevue. Aldaar t/m 28/11. Meer info op www.lunchtheater.nl

Recensie: ‘Phaedra’ van Toneelgroep Amsterdam

Waarschijnlijk is Chris Nietvelt de grootste tragediènne van haar generatie. Maar -of misschien juist daarom- roepen haar expressieve lichamelijkheid en durf om lelijk te zijn bij de een bewondering op en bij de ander afschuw. Phaedra van Racine lijkt haar op het lijf geschreven, maar in de nieuwe voorstelling van Toneelgroep Amsterdam lijken vormgeving en regie haar in de weg te zitten.

De Poolse gastregisseur Grzegorz Jarzyna plaatste de voorstelling in een opzichtig kunstmatige ruimte. Met kleding van glimmende stoffen, rode lijnen op grijze schuivende panelen, nadrukkelijk gebruik van zendmicrofoons en een synthesizer soundtrack lijkt het nog het meest op een ruimteschip. En dat is helemaal geen raar idee: een klassiek Grieks verhaal verteld in een Frans classicistisch toneelstuk voelt inmiddels lichtjaren ver verwijderd.

Aanvankelijk werkt het ook: de afstandelijkheid van Racine’s verzen in de vertaling van Laurens Spoor en de beheerste emotionaliteit van de personages sluiten goed aan op de vormgeving. En wat een verademing om acteurs te horen die met de verzen uit de voeten kunnen.

Phaedra, echtgenote van koning Theseus is even wanhopig als heimelijk verliefd op haar stiefzoon Hippolytos. Als Theseus op een expeditie blijkt te zijn gedood volgt de mooiste scène: Phaedra verleidt Hippolytos (Eelco Smits). Nietvelt, gebeelhouwd als een Griekse godin, verklaart hem haar liefde, hij stelt zich teweer met een klein zwaard, dat ze tussen haar benen laat verdwijnen. Zij smeekt hem haar te vermoorden: ‘Hier is mijn hart. Hier dient je hand dus toe te slaan.’ Maar bij deze woorden ontbloot ze haar borst en legt zijn hand ertegen. De overweldigende vrouwelijke passie reduceert Smits tot kleine jongen.

De tragische afloop wordt onvermijdelijk als de dood gewaande Theseus (Hans Kesting) terugkeert. De voorstelling wordt aardser en de conflicten meer afgetekend. Kesting, met een blauw oog en een gevaarlijke loomheid, en Smits, met wanhopige waardigheid, vechten hun vader en zoon-geschil hardhandig uit. Maar tegelijk krijgt Nietvelt een steeds grotesker uiterlijk. Eerst een gouden jurk, dan een Beatrix-pruik, die aan het eind uitgroeit tot een soort farao-masker.

Zo’n vormgeving ondersteunt niet, maar vergroot uit. En Nietvelt houdt niet in, maar hoe fenomenaal ze ook brult, hijgt en in woede uitbarst (door Kitty Courbois als haar voedster schitterend geïncasseerd), de voorstelling schiet hier te ver over the top. Zo blijft een Phaedra over die alleszins het aanzien waard is, maar wel een waarin de vormgeving het wint van de tragiek.

Phaedra van Toneelgroep Amsterdam. Gezien 7/11/10 in de Stadsschouwburg. Aldaar t/m  13/11 en 15 t/m 23/12. Tournee. Meer info op www.toneelgroepamsterdam.nl

Recensie: ‘Emilia Galotti’ van Het Nationale Toneel

Ze ligt onder plastic, als een lijk. Maar ze is niet dood. Zodra het dek wordt opgetild heeft ze haar ogen wijd open en ze kijkt de zaal in. Keurend, ter verantwoording roepend. Het is Emilia Galotti, tragische heldin uit het gelijknamige burgelijk drama van Lessing uit 1772, een met name in Duitsland onverminderd populaire klassieker.

Regisseur Susanne Kennedy maakte naam met radicale en ongemakkelijke voorstellingen als The New Electric Ballroom en Over Dieren. Haar voorstellingen gaan over macht en geweld en hebben een kille, nare sfeer, maar zijn indringend, vol details en met superieure hand geregisseerd en vormgegeven. In september won ze de Erik Vos Prijs, de belangrijkste aanmoedigingsprijs voor jonge regisseurs.

Zoals in haar eerdere voorstellingen vertelt Kennedy ook in Emilia Galotti geen verhaal, ze brengt het stuk terug tot één situatie, een koortsdroom. De acteurs, geschminckt als versleten poppen zitten opgesloten in het decor dat het midden houdt tussen een gestileerde salon en een horrorkelder. De elementen van Lessing’s verhaal zijn aanwezig: het kuise burgermeisje Emilia komt op de dag dat ze zal trouwen de prins tegen, die als een blok voor haar valt en met list, bedrog en moord probeert haar te verleiden. Moet ze meegaan of haar eer en onschuld beschermen?

Kenmerk van bijna al Kennedy’s voorstellingen is de blik van de acteurs. Allemaal kijken ze vrijwel continu het publiek in, brutaal en uitdagend. Hoe wreed ze ook met elkaar omgaan, het publiek is getuige en dus medeschuldig. Als de prins eerst met één, dan met drie vingers Emilia’s mond penetreert maken ze beide van ons voyeurs, als een eerdere maitresse van de prins zich kleineert biedt ze zich ook aan ons aan. Maar bij alle beelden blijven de acteurs spreken op onaangedane en laconieke toon.

Die acteurs zijn overigens stuk voor stuk uitstekend, speciaal Tamar van den Dop als de afgewezen minnares, Xander van Vledder als ijzingwekkende kamerheer en Khaldoun Elmecky volmaakt beheerst als machteloze en willoze vader. Maar Çigdem Teke is het middelpunt, een actrice die in deze afstandelijke speelstijl de kolkende wellust, angst en pijn van Emilia in haar hele lichaam weet te suggereren.

Aan het eind is Emilia vermoord, maar nog niet dood. Naakt en rode verf lekkend loopt Teke over het toneel, nog steeds met die spottende, beschuldigende blik de zaal in. Door haar even oorspronkelijke als consistente oeuvre verandert Kennedy met die blik heel langzaam maar zeker de onze.

Emilia Galotti van Het Nationale Toneel. Gezien 4/11 in Den Haag. Te zien in Amsterdam (Frascati), 14-18/12. Meer info op www.nationaletoneel.nl

Recensie: ‘Amazones’ van het Ro Theater

Parool,recensies — simber op 31 oktober 2010 om 19:25 uur
tags: , , , ,

Twee keer regisseerde Gerardjan Rijnders al Penthesilea, één keer in Amsterdam, en één keer in Berlijn. Nu komt daar een Rotterdamse versie bij, waarin Rijnders Heinrich Von Kleist’s drama over de amazonekoningin vermengt met de geschiedenis van een andere ongenaakbare vrouw, tevens collega-Penthesilea-geobsedeerde: Leni Riefenstahl.

Linksvoor op toneel zit ze, achter een ouderwetse montagetafel. Een oudere diva, tot in de puntjes verzorgd. Ze wordt gespeeld door Sylvia Poorta, met precies de juiste mix van zelfrechtvaardiging, daadkracht en oprechte naïviteit. Achter haar, op het grote podium bevindt zich de filmset, met projectieschermen, lampen en camera’s, waar haar groots opgezette verfilming van Penthesileia wordt opgenomen.

Riefenstahl, die voor Hitler de films Olympia en Triumph des Willens maakte en wellicht zijn minnares was, is het ultieme symbool voor de gecorrumpeerde kunstenaar: zo geobsedeerd door schoonheid dat ze de gevaarlijke politieke implicaties van haar eigen werk niet wilde zien. Rijnders ziet bij Von Kleist een vergelijkbaar estheticisme en bovendien blijkt het verhaal over de koningen van het vrouwenvolk de Amazones, die tegen de wetten van haar volk in verliefd wordt voldoende verrassende paralellen te bevatten.

Want niet alleen kun je Penthesilea zien als Riefenstahls alter ego, misschien staat de koningin die van haar volk kuis moet leven ook wel voor Hitler zelf, die tegen Riefenstahl zei: ‘Ik kan geen vrouw beminnen voordat ik mijn opdracht heb volbracht.’ Riefenstahl herkende in de dictator ook haar eigen ‘drang naar het volmaakte kunstwerk’. Maar Hitler ging verder: ‘Hij had het lef om een scenario te schrijven voor de film die De Geschiedenis heet.’

Rijnders wisselt de filmopnames –retorisch gedragen gespeeld, expressionistisch vormgegeven en in zwart-wit geprojecteerd voor het publiek- af met gesprekjes tussen Riefenstahl en haar veel jongere man Horst, waarin eerst nogal schools haar biografie wordt doorgenomen. Spannender wordt het als de filmacteurs –met Fania Sorel als Penthesilea- in opstand komen, en via de camera Riefenstahl ter verantwoording roepen.

Het is jammer dat de voorstelling niet méér wordt dan de losse onderdelen. De geschiedenis van Riefenstahl blijft te veel los staan de filmopnames. Vanuit de droomsituatie –want dat is het: Riefenstahl’s Penthesilea werd nooit gemaakt- zou er meer mogelijk moeten zijn dan losjes discussiëren over de verhouding tussen kunst en de wereld. Nu blijft het bij aangenaam speculeren over Riefenstahl’s antwoorden tegenover de beschuldigingen die ze haar hele lange leven heeft moeten aanhoren.

Amazones van het Ro Theater. Gezien 29/10/10 in Rotterdam. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 1 en 2/11. Meer info op www.rotheater.nl

Recensie: ‘De man zonder eigenschappen I’ van Het Toneelhuis

De Vlaamse regisseur Guy Cassiers vestigde zijn naam met de Proust-cyclus bij het Ro Theater, een vierdelige theaterbewerking van Op zoek naar de verloren tijd. Nu kiest hij opnieuw een van de dikste romans uit de literatuurgeschiedenis voor een nieuwe serie: De man zonder eigenschappen van de Oostenrijkse schrijver Robert Musil.

Het eerste deel van dit drieluik biedt hetzelfde afstandelijk fluistertheater dat Cassiers al jaren kenmerkt, maar is ook actueel, mooi gespeeld en prachtig vormgegeven. Opnieuw maakt Cassiers veel gebruik zendmicrofoons en videoprojecties, al valt deze keer vooral de schoonheid op en niet het technische vernuft.

Uit de enorme roman koos Cassiers het verhaal van de ‘parallelactie’ als kern van het verhaal. Aan de vooravond van de Eerste Wereldoorlog moet de jonge Weense wiskundige Ulrich van zijn vader secretaris worden van de commissie die het zeventigjarig jubileum van koning en keizer Franz Jozef in 1918 van een passende viering moet voorzien. In de commisse verzamelt zich een kleurrijke dwarsdoorsnede van de Weense hofkliek en strijden conservatief en vaag idealisme, eigenbelang en besluiteloosheid om voorrang.

Musil en Cassiers schetsen een wereld in ontbinding. De roman wordt geroemd om zijn ironie, waarvan het feit dat in 1918 Frans Josef al dood is en Oostenrijk-Hongarije uit elkaar valt de grootste is. Ulrich is een ‘man zonder eigenschappen’ omdat hij passief is en overtuigingen mist. Hij is algemeen ontwikkeld, maar uiteindelijk net zo leeg als de bibliothecaris van de Hofburg, die steeds het juiste boek weet te vinden zonder er ooit een gelezen te hebben.

De voorstelling is zelf ook een parallelactie. Niet alleen blijken Musil’s teksten opvallend actueel, ook weten de personages verbazend raak commentaar te leveren op de schreeuwcultuur op internet, de rol van lingerie of de verhouding tussen politiek en zakenleven. Cassiers zorgen over wat er in Wenen op volgde zijn tastbaar, ook al wordt er in de voorstelling geen moment aan de oorlog gerefereerd.

Cassiers vult Musil’s veelheid aan thema’s aan met enkele grote gebaren in beeld en muziek. In het eerste deel projecteert hij steeds bewerkte uitsnedes van Da Vinci’s Laatste Avondmaal op het enorme achterdoek, aan het eind zien we Endsor’s De intocht van Christus in Brussel, hallucinerend verknipt door op en neer gaande rijen balkjes als projectiescherm. Op die manier komt veelkleurigheid in de plaats van harmonie en wordt het Christendom aan de kant gezet door de nieuwe volksbewegingen.

Meer dan in recente voorstellingen van Cassiers is er ruimte voor de acteurs. Gilda de Bal speelt een prachtige rol als oudere, sensuele dame van stand, die op het eind met één groot theatraal gebaar onttakelt. Daarnaast zijn er mooie rollen voor grote, grijze mannen – Vic de Wachter, Wim van der Grijn, Dirk Buyse, Johan Van Assche. Dit is toneel dan ook voor volwassenen, serieus en intellectueel, en met een angstwekkende deken van doem.

De man zonder eigenschappen I van Het Toneelhuis. Gezien in Utrecht op 26/10/10. Te zien in Amsterdam (Stadsschouwburg) 29 en 30/10. Meer info op www.toneelhuis.be

Recensie: ‘Modem’ van De Voortzetting

Na twee monologen presenteert De Voortzetting, het toneelgezelschap van schrijver en regisseur Frans Strijards, nu een komedie voor vier. Modem is Strijards’ versie van een klucht, met kralengordijnen in plaats van deuren. Er valt het nodige te lachen, maar niet genoeg om te verhullen dat de inhoud erg mager is.

In het appartement van Laura loopt iedereen maar in en uit. De overbuurvrouw heeft er een tijdje gebivakkeerd, haar raadselachtige viend Tim liet er een paar blijkbaar heel belangrijke documenten liggen en goede vriend Mat bespreekt zijn werk en het bestuur van de tennisvereniging. Er is iets met een fusie of overname van Mat’s bedrijf en blijkbaar weet Tim er meer van. Achterdocht en intriges volgen.

De acteurs doen niet leuk, maar voeren een strak gespannen choreografie uit van gestileerde gebaren en stripachtige motoriek, die mooi aansluit op de hoekig absurde wendingen in de tekst. Bram Coopmans als Tim en Hein van der Heijden als Mat weten wel raad met het hoge tempo en de cynische dialogen waarin niemand naar elkaar luistert, maar Oda Spelbos (Laura) is het middelpunt van de voorstelling, omdat ze de timing steeds weer prettig ontregelt.

Maar steeds meer gaat het ergeren dat Strijards het verhaal laat doorhobbelen zonder wezenlijk interesse hoe dingen in werkelijkheid gaan in de journalistiek, computercriminaliteit of het zakenleven. De titel en de plot suggereren iets met internet, maar in dit stuk staat alle informatie op papier, soms zelfs in een met lak verzegelde envelop. Een grap wellicht, maar daar kom je niet achter omdat de clou ontbreekt.

Dan blijft slechts de taal over. Strijards is als schrijver een achteloze virtuoos, die met aforismes strooit die je graag nog eens zou nalezen, maar in de monoloogvorm van zijn laatste twee voorstellingen kwamen die een stuk beter tot hun recht dan hier.

Modem is dus enerzijds geen pijnlijke satire op management en consultancy omdat het weigert het onderwerp serieus te nemen en anderzijds geen geslaagde klucht omdat het weigert zich te onderwerpen aan de wetten van dat genre. Strijards heeft heus nog scherpe klauwen, maar zet ze nergens in. Dat maakt Modem niet luchtig genoeg voor het een en te licht voor het ander.

Modem van De Voortzetting. Gezien 23/10/10 in Haarlem. Te zien in Amsterdam (Bellevue) 2 t/m 4/11. Tournee t/m 10/12. Meer informatie op www.devoortzetting.nl

Recensie: ‘Mightysociety8’

Parool,recensies — simber op 22 oktober 2010 om 01:30 uur
tags: , , , ,

Joeri Vos speelt de regisseur. Maar niet zomaar een regisseur. Met een rare pruik, een sik en een paars gestreepte trui lijkt hij als twee druppels water op de echte regisseur van de voorstelling, Eric de Vroedt. Het achtste deel van Mightysociety, De Vroedt’s serie van tien actuele, geëngageerde theatervoorstellingen, greep de aandacht met de openbare auditie Op zoek naar Geert Wilders en publiciteitsmateriaal voor Geert Wilders, de musical. Maar De Vroedt zoekt geen theatrale confrontatie met de PVV-politicus, hij doet iets veel gevaarlijkers: hij gaat de strijd aan met zichzelf.

Bij binnenkomst krijgen de toeschouwers PVV petjes en hoofddoekjes uitgedeeld. We zijn niet bij Geert Wilders, de musical, we zijn figuranten die backstage zitten te wachten tot de première over een paar uur, of eigenlijk zitten we her en der verspreid in een oud bankgebouw bij een toneelstuk dat probeert via dit spiegelpaleis iets over Wilders en het populisme te zeggen. En voor de verwarring: Vos, die de regisseur speelt, schreef de tekst, die door De Vroedt geregisseerd wordt.

De rollen zijn herkenbaar: de producente (een heerlijk bitchy Catrien van Boxel) bestiert de boel met cynische voortvarendheid, de schrijfster maakt zich zorgen over de artistieke geloofwaardigheid, de hoofdrolspeler is kwijt, de bijrolspelers zijn op van de zenuwen (met Rick Paul van Mulligen als overdreven clichématige maar adembenemend snelle valse nicht) en de regisseur heeft maar bar weinig controle over de zaak.

De scènes zijn razendsnel, geestig en worden voortdurend onderbroken door nieuwe telefoongesprekken of opkomsten. De schrijver en de regisseur, kunstzinnige en maatschappelijk geëngageerde theatermakers blijken van ‘Joop’ de vrije hand te hebben gekregen voor een Wilders-musical, bedacht op een avond in de Smoeshaan als anti-statement. Maar de persiflage wordt door het publiek serieus genomen en de infiltratie van de ‘martelaars van de linkse kerk’ wordt onschadelijk gemaakt door de machtige musical-industrie.

Tot zover beweegt Mightysociety8 zich op vertrouwd terrein. Vos en De Vroedt kunnen in de klassieke backstage-situatie veel grappen en speldeprikken kwijt over theater, kunst en politiek. Ondertussen komen hilarische decorstukken voorbij: kaasmeisjes, een roedel boerka’s, en een WTC toren. Maar omdat steeds duidelijk is dat De Vroedt hier zelf ten tonele wordt gevoerd ontstaat wrijving en ongemak.

Want wat is eigenlijk het verschil tussen een escapistische musical en de de geëngageerde voorstellingen van De Vroedt zelf, die toch vooral preken voor eigen parochie? Wat heeft het publiek aan de nuance van de ‘twaalfkantige medailles’ die hij probeert te brengen?

Het pleit enorm voor de voorstelling dat het deze vragen expliciet stelt, en dat het de betere antwoorden overlaat aan oppervlakkige musicalnicht (‘Ik wíl oogkleppen. Musical gaat over iets groters, ergens bijhoren’) en de artistiek correcte schrijfster (‘Het maakt me niet uit hoe mijn tekst gespeeld wordt, als het maar met noodzaak en passie gebeurt’) of de acteur die Wilders speelt, die door diens uiterlijk aan te nemen iets meer begrijpt van de angst die Wilders moet hebben.

De voorstelling eindigt met een woedende monoloog van Vos/De Vroedt, boos op de wereld, op de overbodigheid van zijn eigen werk, op zijn lafheid. Ongericht en ongeremd boos, destructief, lichamelijk en gevaarlijk. ‘Ik wil iemand in elkaar slaan’, zegt Vos en hij sleurt Eric de Vroedt uit het publiek. Ze vechten. Het doet pijn.

Misschien is Mightysociety8 niet een heel goede voorstelling. Maar het is wel een voorstelling die het Nederlandse theater de maat neemt en waarin persoonlijke drijfveren tot op het bot worden onderzocht. Eric de Vroedt is een theatermaker met een grote bek, maar hier gaat hij serieus met de billen bloot. Dat verdient respect, en navolging.

Mightysociety8 van Eric de Vroedt en TG42. Gezien 21/10/10 in Mediamatic Bank. Aldaar t/m 30/10. Tournee t/m 27/11. Meer info op www.mightysociety.nl

Woeste Hoogten, rusteloze emo-kids door windmachine uiteen gedreven.

recensies — simber op 20 oktober 2010 om 18:06 uur
tags: , , , , , , ,

Geschreven voor digitale festivaldagkrant DeDodo, tijdens TF in september.

Wuthering Heights wordt vaak in een adem genoemd met andere negentiende eeuwse klassiekers als Jane Eyre of Pride and Prejudice, maar het boek van Emily Brontë is oneindig veel duisterder dan die andere kokette meisjesboeken. De grote, dramatische passie van Heathcliff en Cathy sluit eigenlijk verrassend goed aan bij emo’s die Twilight, True Blood en andere hedendaagse vampierenverhalen verslinden.

Dat hebben bewerker Jeroen Olyslaegers en regisseur Floor Huygen goed in de gaten gehad toen ze de roman voor het toneel bewerkten tot Woeste hoogten, rusteloze zielen, een coproductie van het Nederlandse jeugdtheatergezelschap Artemis en het Vlaamse Antigone. De voorstelling oogste veel lof, is nu te zien in TF, maar werd ook genomineerd voor twee Gouden Krekels, de prijzen voor jeugdtheater.

De vader van Cathy en Patrick ontfermd zich in zijn goedheid over een weeskind, Heathcliff. De twee verwende kinderen, tot dan toe eensgezind met elkaar aan het spelen, lijken eerst solidair in hun afkeer van de nieuweling; ze behandelen hem als een hond. Maar al snel raakt Cathy gefascineerd, en Joris Smit als Heathcliff weet een zekere dierlijke passie uit te dragen.

De wederzijdse hartstocht wordt verraden en er volgt wraak. Het verhaal wordt knap vooral met beelden verteld; de broer die zichzelf met een touw aan zijn zus wil vastbinden, maar zij die het steeds losmaakt, de huishoudster die een bos bloemen wurgt, Smit die bossen hout het toneel op smijt, en vooral de wind uit twee enorme machines die keer op keer de gordijnen doet wapperen en de hoofden van de personages op hol brengt. De chaos van de onstuimige begeerte is te beangstigend voor Cathy en ze trouwt met de saaie, maar degelijke Edgar.

Het werkt vooral omdat Alejandra Theus Cathy sympathiek weet te maken. Koud twee jaar van de toneelschool zet ze hier een prachtige, dragende rol neer. ‘Jouw wil maakt jou heel mooi’, zegt Heathcliff over haar en samen weten ze de strijd om het overwicht vrijwel de hele voorstelling interessant te houden. Een bijzondere rol is er ook voor de huishoudster (An Hackselmans), die als verteller de grote tijdsprongen in het verhaal ook aan de personages uitlegt, zodat ze een soort orakel wordt. Continu heeft ze een mandje wasgoed bij zich, wat ze probeert op te vouwen. Maar nooit krijgt ze haar klusje af, altijd komt de wind er weer tussendoor.

In de TF-selectie is Woeste hoogten een vreemde eend in de bijt. Geen prangende actuele kwesties op het toneel, maar een mooi verteld, dramatisch verhaal, voor jonge mensen van alle leeftijden. Maar vooral voor jongeren met hun eigen hartverscheurende leven.

Woeste Hoogten, rusteloze zielen van Artemis en Antigone. Gezien 8/9 in de Stadsschouwburg, aldaar nog te zien: 9/9

Recensie: ‘Adem’ van Olivier Provily

Parool,recensies — simber op 14 oktober 2010 om 23:37 uur
tags: ,

‘Als dit het informatietijdperk is, waaróver zijn we dan eigenlijk zo goed geïnformeerd?’, zei internetwetenschapper David Gelernter. Het zou het motto kunnen zijn voor Olivier Provily’s nieuwe voorstelling, Adem, die bestaat uit steeds doodlopende dialoogjes.

‘Ik heb er veel moeite mee.’ ‘Waarmee?’ ‘Met de wereld.’ ‘Waar heb je dan precies moeite mee?’ Twee vrouwen proberen hun vage gevoel van schuld en depressie helderder te krijgen, maar ze stokken steeds in generalisaties en onduidelijkheden. Het gaat veel over ‘dáár’. Daar zijn massaslachtingen, modderlawines en overstromingen. Daar komen vluchtelingen en asielzoekers vandaan.

Het zijn gesprekjes afwisselend tussen twee vrouwen of twee mannen. Ze zitten in de stijlvolle designstoelen in het decor van hout en aluminium. Ze zijn gevangen in grote metalen lijsten. Ze drinken uit een flessen mineraalwater op een tafel. Een boompje staat in een pot. Ze zijn netjes casual gekleed, hun verschijning laat nauwelijks indruk achter.

De mannen hebben het over een filmpje waarin iemand in elkaar wordt geslagen. De vrouwen hebben het over het olielek in de Mexicaanse Golf. Maar ze moeten elkaar het antwoord schuldig blijven op vragen als hoeveel olie en hoe ver onder water. ‘Libië, waar ligt dat eigenlijk?’

De speelstijl is bijzonder onderkoeld, de mis-en-scène minimaal. Er zit een enorme, tergende rust in Adem. Provily is doelbewust op zoek naar sereniteit, vraagt van acteurs een absoluut afzien van vorm. Hij zoekt directe, niet verstandelijke communicatie met zijn publiek. ‘Een sauna voor de geest’, noemt hij het zelf.

Misschien is het mogelijk dat toeschouwers geraakt worden door de meditatieve kwaliteiten van zijn voorstellingen, maar voor mij is de spirituele grondtoon te beperkt. Voor de spelers lijkt het me ook hondsmoeilijk; je ziet ze inhouden en telkens als ze even een accentje of een klein grapje kunnen maken grijpen ze hun kans.

Aan het eind komt een vijfde speler op, de Servisch-Nederlandse performer Sanja Mitrovi?. Ze drinkt water, geeft de boom water en aait de blaadjes. Ze is een mimester, en haar bewegingen, ritme en houding hebben automatisch vorm. Het is een mooi moment, alsof de voorstelling openbreekt en alles weer mogelijk is. Het anti-theater wordt even doorbroken.

Adem van Olivier Provily. Gezien 14/10/10 in Frascati. Aldaar t/m 16/10. Tournee t/m 2/12. Meer info op www.olivierprovily.nl

Recensie: ‘Wij zijn grijs gebied’ van Bellevue Lunchtheater en Generale Oost.

Parool,recensies — simber op 12 oktober 2010 om 22:19 uur
tags: , , , , ,

Stevig gearmd staat de tweeling het binnenkomende publiek aan te kijken. Nieuwsgierig, maar net iets te intens, waardoor het ongemakkelijk wordt. ‘Wij zijn precies hetzelfde, van binnen en van buiten’, zegt de een, een klein meisje met bruine krullen. De ander is groot en blond. Niet alleen van buiten, maar ook van binnen blijken ze gedurende het uurtje van de voorstelling echter danig te verschillen.

Rik van den Bos viel vorig seizoen op als schrijver van de veelgeprezen lunchpauzevoorstelling Berm, met Henny Orry over mensen aan het eind van hun leven. Nu schreef hij, in samenwerking met de actrices, een tekst over pubermeisjes in een worsteling met de buitenwereld nadat hun oma is overleden.

In te grote truien en spijkerbroeken spelen ze op zolder, waar oma’s meubels blijkbaar onder zwart plastic opgeborgen zijn. Ze zijn nog kinderen, maar ze spelen volwassenen, met de rake teksten van Van den Bos. De actrices gebruiken hun eigen (voor)naam. Sarah Jonker is de opgekropte energiebal, vol walging over de volwassenen om haar heen, Jessica Zeylmaker is lijzig en bedachtzaam en doet volgzaam met Sarah’s plannen mee.

Heel subtiel wordt duidelijk dat ze gepest worden, hoe erg hun rouw is, en hoe zeer ze zitten opgesloten in hun eigen wereld. Ze trainen, slaan elkaar met stukken isolatiebuis en eten alleen nog water en brood – ‘niks is zo depressief als je geluk te moeten halen uit eten.’

Met de harde overgangen tussen lachen en boosheid, een aggresieve ingreep in het decor en heftig uitgespeelde gekte tegen het eind als de twee toch wel degelijk geheimen voor elkaar blijken te hebben, is het theatrale geschut van de speelsters wel erg ruw. Een aardige voorstelling is het, waar met iets meer understatement méér in had gezeten.

Wij zijn grijs gebied van Bellevue Lunchtheater en Generale Oost. Gezien 12/10 in Bellevue. Aldaar t/m 24/10. Meer info op www.lunchtheater.nl

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2025 Simber | powered by WordPress with Barecity