De Britse toneelregisseur Katie Mitchell is in eigen land omstreden, maar een ster in Duitsland. De komende maand staan vijf van haar voorstellingen in de Stadsschouwburg in het programma Brandstichter. “In Engeland denken ze dat ik in de vuilnisbak van het theater terecht ben gekomen.”
Welbespraakt, informeel, uiterst relativerend praat ze over haar werk. Terwijl haar zeven-jarige dochter op het ijsbaantje op het Leidseplein rondjes zwiert, staat Katie Mitchell vroeg in januari de Nederlandse pers te woord. Niet een vrouw waarvan je zou verwachten dat ze in de Britse kranten ‘princess of darkness’ wordt genoemd, vanwege haar voorkeur voor duistere thema’s.
Tijdens Brandstichter zijn onder meer een ‘live cinema’ voorstelling te zien over vrouwen en oorlog (The Forbidden Zone), een meditatie over de dood op muziek van Bach (Trauernacht) en een brutaal bewerkte klassieke tragedie over oorlogsgeweld (Alles Weitere kennen sie aus dem Kino).
Alle voorstellingen in het programma zijn gemaakt in Duitsland of Frankrijk. Is dat niet raar? “Ja, dat voelt cultureel vreemd. Het verschil tussen de reacties op mijn werk in Engeland en op het vasteland is extreem. Dat voelt erg schizofreen. Toen ik voor het eerst terugkwam na het maken van een voorstelling in Duitsland, deden mijn collega’s in Londen alsof ik thuiskwam van een begrafenis. Alsof ik volledig mislukt was en in de vuilnisbak van het theater terecht was gekomen. Dus ik vertrouw mijn succes in Duitsland en Frankrijk nooit helemaal, omdat dat in mijn eigen land geen waarde heeft.”
Mitchell kwam bij toeval in Duitsland terecht. Als jonge regisseur bezocht ze een conferentie, waar ze bevriend raakte met een Duitse collega, Karin Baier. “We bleven elkaars werk min of meer volgen, en toen zij artistiek leider werd van het theater in Keulen vroeg ze me om een voorstelling bij haar te maken. Die werd prompt uitgenodigd voor het Theatertreffen [het prestigieuze jaarlijkse festival met de tien beste voorstellingen uit het Duitse taalgebied], ik wist niet eens wat dat was.”
“Altijd wanneer ik een voorstelling maak in Engeland wordt er tegen me gezegd wat ik niet kan en mag doen. In Duitsland is het omgekeerd, ze willen dat je van alles méér doet. Onlangs regisseerde ik De Kersentuin in Londen en ik kreeg het niet goed voor elkaar. Ik wist niet meer wie ik was. Ik weet niet waar die negatieve ontvangst vandaan komt. Ik vermoed dat het een cocktail is van mijn feminisme, mijn Europeanisme en mijn radicale vormen.”
Waar Mitchell in Londen wel succes mee heeft is een serie voorstellingen over klimaatverandering en overbevolking. Na een ontmoeting met wetenschapper Stephen Emmot maakten ze samen de voorstelling 10 Billion, over de ecologische druk van een wereldbevolking van tien miljard mensen. “De wetenschap krijgt niet overgebracht hoe urgent het probleem is, misschien lukt het de kunst wel.”
Het project vergrootte met name ook haar eigen milieubewustzijn: “Je kunt niet zo’n ontmoeting hebben, zonder je leven te veranderen, en dus veranderde mijn leven. Ik vlieg niet meer en ik koop geen nieuwe kleren, en ik probeer mijn ecologische voetafdruk zo klein mogelijk te houden. Niet vliegen is soms lastig, maar treinen is een goed alternatief, zeker in Duitsland. Alleen is het jammer dat ze langzamerhand de nachttreinen afschaffen. Dat is een enclave voor allerlei wonderbaarlijke mensen.”
Ook in haar selectie voor Brandstichter komt het groene thema terug. De voorstelling Atmen, een oorspronkelijk Engels stuk van de jonge toneelschrijver Duncan Macmillan, gaat over een hipsterstel dat tobt over kinderen. Mitchell laat het de spelers de hele voorstelling lang fietsen op hometrainers, waarmee ze de electriciteit opwekken voor de theaterlampen. En ook in Glückliche Tage (Happy Days van Beckett) is het thema aanwezig. “Je ziet een vrouw tot haar nek in een berg aarde. Ooit ging dat over de angst voor nucleaire oorlog, maar ik zie er een parallel in met milieuproblematiek: de natuur eet de vrouw op. Juist datgene waarover we denken controle te hebben, de natuur, gaat ons vernietigen. Zo zie ik het steeds als mijn taak om iets helders en concreets te maken van een intellectueel idee.”
“Jarenlang wist ik niet zo goed waarvoor ik nu eigenlijk betaald kreeg. Inmiddels weet ik het: het gaat om het vertalen van je basismateriaal – een partituur, een script of een wetenschapper – in een driedimensionale handeling die beweegt in de tijd. Mijn taak is om dat voor me te zien. En het wordt moeilijker en moeilijker om dat interessant en dynamisch te houden voor het publiek. Mijn voorstellingen worden ook steeds korter.”
“Ik heb vroeger met neurowetenschappers gewerkt om beter te begrijpen wat acteurs moeten doen. Nu zit mijn onderzoek meer in mijn werk. Ik heb ruim zestig voorstellingen gemaakt, ik hoef niet meer aardig gevonden te worden. Mijn voorstellingen worden eigenlijk steeds moediger en radicaler.”
Brandstichter begint op 11/2 met The Forbidden Zone. Meer info op www.ssba.nl/brandstichter