Over het IJ Festival: ‘Paradiso, stad van de toekomst’, ‘De engel, de straat en het geluk’

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:38 uur
tags: , , , , ,

Er wordt een hoop uitgedeeld op het Over het IJ Festival. Van Thijs Bloothoofd krijgt iedere toeschouwer na afloop van zijn grappige mime-performance Rood een stuiterballetje. Floor van Leeuwen geeft haar hele inboedel weg: voor haar voorstelling mag je een geel stickertje met je naam erop op een van de vele voorwerpen uit haar huisraad plakken, na afloop van haar voorstelling Dag, waarin ze langzaam in een glazen kist klimt en zichzelf bedekt met zwarte sneeuw mag je het door jou uitgekozen boek, kandelaartje of fotolijstje meenemen. Er wordt koffie en cake geserveerd.

De twee voorstellingen zijn onderdeel van het Zeecontainerproject van het festival. Vijftien jonge theatermakers, net afgestudeerd of aan het eind van hun studie, krijgen een container en vijftien minuten om een kleine voorstelling te maken. Het project staat nu voor de derde maal op Over het IJ en is er nu al een onlosmakelijk onderdeel van geworden. De beperkingen in tijd en ruimte worden door de makers op inventieve wijze opgelost en dat levert een paar mooie miniatuurtjes op

Ook aan het begin van Paradiso, stad van de toekomst wordt er uitgedeeld. Een van de hippe, overdreven blije acteurs heeft besloten afstand te doen van al zijn bezittingen. Zijn bed, z’n flatscreen televisie en een boekenkast worden weggegeven aan het publiek. De makers hebben een stad gebouwd waarin ieders toekomstvisioenen uitkomen. De acteurs vertellen over hun kinderlijk diepzinnige ideeën voor de toekomst, zoals een telefoon om met het hiernamaals te bellen, een apparaat om de tijd stil te zetten of een winkel waar je je gebroken hart kunt laten repareren.

Paradiso is een ambitieus project van jeugdheatergroep Max, in samenwerking met studenten architectuur en verschillende festivals. De jonge architecten maakten vier huizen waartussen het publiek rondloopt en waarbinnen kleine scènes gespeeld worden. Zoals een woordloze, natte en poëtische scène over twee vrouwen die dromen hoeden in een constructie van 1100 grote waterflessen, of een light therapiesessie waarin de toeschouwers een nadeel leren ombuigen in een voordeel binnenin een opblaasbare tent.

Ondanks de open opstelling en toon is de voorstelling nogal dwingend. Je wordt als bezoeker van plek naar plek gedirigeerd, krijgt tijgerbalsem opgesmeerd, moet je frustraties in een schoteltje projecteren en weggooien en nadenken over je eigen utopische dromen. De opgelegde blijheid en drang tot zelfverbetering horen meer thuis in de softe sector dan in een ideale toekomst.

Hoe je openheid wél kunt bereiken tonen de regisseurs Andreas Bachmair en Anne Rooschüz met de voorstelling De engel, de straat en het geluk die ze maakten met bewoners van de Gentiaanpleinbuurt in Amsterdam Noord. Het publiek zit op een rijdende tribune die door de straten wordt getrokken, langs de acteurs/bewoners die planten verplaatsen, worstjes braden op een barbecue of meezingen met hun iPod. Een jonge vrouw loopt met ons mee en vertelt welke dromen en verhalen ze hebben.

Langzamerhand kom je erachter dat het publiek net zoveel bekijks trekt van buurtbewoners en verbijsterde voorbijgangers als de voorstelling. Aan het eind wordt de tribune midden in de wijk geparkeerd en kunnen de toeschouwers samen met acteurs en de buurtbewoners een biertje drinken. Het is een buitengewoon interessante vorm van community theatre die Over het IJ hier presenteert, waarmee het festival een geslaagde verbinding maakt tussen de bewoners, het industriële erfgoed van de NDSM, en de culturele voorhoede van de stad, die zich begint te nestelen rond de IJ-kantine.

Over het IJ Festival. Paradiso, stad van de toekomst van Theatergroep Max., De engel, de straat en het geluk van Blood for Roses/Andreas Bachmair, Zeecontainerprogramma. Gezien 8/7/06, het Over het IJ Festival duurt nog t/m 16/7. Meer informatie op www.overhetij.nl

Over het IJ festival: ‘Cargo’, ‘Mobil’, ‘Broeders’

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:36 uur
tags: , , , , ,

Broeders op Over Het IJOp het voormalige NDSM-terrein in Amsterdam Noord is gisteravond de veertiende editie van het Over het IJ festival geopend. Het festival gebruikt nu al een aantal jaar de gigantische scheepshallen en hellingen van de NDSM voor een breed scala aan lokatievoorstellingen.

De Dogtroep, een van de grondleggers van het grootschalige lokatietheater in Nederland, speelt op het festival de nieuwe voorstelling Cargo. In een kleine container-achtige ruimte zit het publiek en andere containers met scènes en beelden trekken aan hen voorbij. Sommige beelden zijn klein en verstild: een vrouw loopt over een vloer van wijnflessen; een man in een container met ladders weet als in een tekening van Escher niet meer wat onder of boven is. Ook is er een bandje dat ketelmuziek speelt. Het thema is de scheepvaart, maar om alles aan elkaar te breien is een nogal sterk ontwikkeld associatief vermogen nodig.

Overigens presenteert het gezelschap zichzelf als een vernieuwde groep en dat is nogal een understatement. Sinds er na een drastische subsidievermindering een nieuwe artistiek leider aantrad (Henk Schut), is het nog maar de vraag of de Dogtroep meer dan de naam gemeen heeft met de groep van voorstellingen als Noordwesterwals en Atom Tattoo. Op het gebied van het beeldende lokatietheater, waar het gezelschap de wereld mee veroverde, wordt de Dogtroep inmiddels voorbij gestreefd door een aantal interessante nieuwe groepen, zoals The Lunatics, Odd Enjinears en Peergroup.

Nieuw is dat Over het IJ de handen ineen heeft geslagen met andere grote festivals zoals Oerol en Boulevard om een aantal talentvolle jonge theatermakers de kans te geven een grotere voorstelling te maken en die op verschillende festivals te spelen. Meest geslaagde voorbeeld daarvan is Broeders van Jetse Batelaan dat eerder te zien was op Oerol. Batelaan is een zeer succesvolle jonge regisseur die het afgelopen jaar zowel de VSCD Mimeprijs als de Gouden Krekel voor de beste jeugdvoorstelling won.

Broeders speelt zich af in een met houten schotten afgescheiden plek -een weiland op Terschelling, een parkeerterrein met grasveldje in Amsterdam Noord- waarbinnen de personages zich met ijzeren consequentie onderwerpen aan absurde regels. Er zijn patiënten in gewone kleren en broeders in het wit. De patiënten zijn zich niet bewust van de engel-achtige aanwezigheid van de broeders, maar ze moeten de hand vasthouden van een broeder, anders vallen ze voor dood neer. Het levert hilarische scènes op, maar het trage tempo en de eigenzinnigheid van de voorstelling geven aan dat Batelaan misschien wel iets heel diepzinnigs te zeggen heeft over mededogen en afhankelijkheid.

Iets minder geslaagd, maar toch heel aardig is de openingsvoorstelling Mobil van het theatermakersduo Gienke Deuten en Bram de Goeij. Hun eenvoudige verhaal, over een spannende vreemdeling die het leven van een echtpaar op een afgelegen benzinepompstation op z’n kop zet, wordt verteld met een charmante combinatie van hoorspel, mime en Rieks Swarte-achtig objectentheater, maar de makers lijken wel erg verliefd op hun schattige schaalmodellen en geestige geluidseffecten, waardoor de voorstelling een beetje langdradig aanvoelt.

Over het IJ festival. Cargo van de Dogtroep, Mobil van Deuten & De Goeij, Broeders van Jetse Batelaan. Gezien 6/7/06. Over het IJ duurt nog t/m 16/7. Meer info op www.overhetij.nl

Prijzen op het ITs Festival

In het Compagnietheater zijn gisteravond de prijzen uitgereikt van het ITS festival. De meest prestigieuze prijs, de Ton Lutz Prijs voor afstuderende regisseurs, ging naar Joachim Robbrecht voor zijn voorstelling Adam in Ballingschap dat hij opvoerde in de Hortus. De Belgische regisseur die afstudeert aan de regie-opleiding in Amsterdam krijgt geld voor het maken van een nieuwe voorstelling en een coachingstraject. Robbrecht was zelf niet aanwezig om zijn prijs in ontvangst te nemen; hij is in Gent een nieuwe voorstelling aan het maken.

Speciale vermelding voor de Ton Lutz Prijs was er voor de eveneens in Amsterdam afstuderende regisseur Thibaud Delpeut, die tijdens het festival opviel met de geslaagde voorstelling Entr’acte. Met een zelfgeschreven, op de film Lost in Translation geïnspireerd stuk toont Delpeut zijn talent voor het construeren van gelaagde personages. Hij geeft daarnaast blijk van een goede hand van casten door Wendell Jaspers tegenover Kees Hulst te zetten. Het levert een spannende kleine voorstelling op.

Een geheel nieuwe prijs is de Kemn-A-ward. Castingbureau Kemna Casting nam het initiatief voor deze prijs voor de meest opvallende en veelbelovende acteur of actrice op het ITS. De prijs ging naar de Vlaamse acteur Oscar van Rompay die op het festival te zien was met zijn klas van de Antwerpse Herman Teirlinck school in de voorstelling Publikumsbeschimpfung. Eerder dit jaar viel hij al op in kleine rollen in de grote voorstellingen Platform van NT Gent en Opening Night van Toneelgroep Amsterdam. Van Rompay wint 4000 euro voor het verder ontwikkelen van zijn talent, en dat mag van uitreiker Job Gosschalk ook prima gebeuren op een terras in Barcelona met een fles sangria.

De overige prijzen waren voor de speerpunten van het festival: dans en internationaal. De Choreography Award voor de beste dansvoorstelling ging naar Pere Gay i Faura voor zijn voorstelling This is a picture. De ITS Guest Award voor beste internationale voorstelling ging naar Publikumfsbeschimpfung. Uitreiker Ben Hurkmans, directeur van het Fonds voor Amateurkunst en Podiumkunsten, zei te hopen dat met de val van het kabinet en het vertrek van Rita Verdonk het voor kunstenaars eenvoudiger zal worden om naar Nederland te komen om hier te werken.

Holland Festival: ‘Amid The Clouds’

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:29 uur
tags: , ,

Drie grote, blauw verlicht aquaria en ervóór een dode, schoongemaakte vis, liggend op een krukje. Amid The Clouds is een Iraanse voorstelling over vluchtelingen op weg naar Europa, maar in tegenstelling tot documentairemakers en filmers die dit onderwerp recent aanpakten -bijvoorbeeld Michael Winterbottom met In This World- lijkt het regisseur Amir Reza Koohestani niet te doen om realisme of gruwelijke verhalen over mensensmokkelaars en bureaucratie.

Nee, het gaat Koohestani om het reizen an sich. Een man en een zwangere vrouw ontmoeten elkaar in Kroatië. Ze hebben al hun verwanten achtergelaten en sluiten zich bij elkaar aan voor de oversteek naar Slovenië, de EU in.

Het verhaal wordt voor een groot deel verteld door een voice-over van geluidband in het Farsi. Het toneel is dan donker, het enige licht komt van de Nederlandse boventitels. Als de twee acteurs (Baran Kosari en Hassan Madjooni) spreken zijn het vaak monologen, in kleine verlichte plekken op de speelvloer. Ook als ze met elkaar praten spreken de acteurs zacht en zangerig. Het is fascinerend om te zien hoe weinig deze acteurs doen. Geen groot drama of heftige emoties, maar poëtische teksten, rustig en gelaten verteld.

In de verhalen komen de gruwelijkheden van hun reis wel voorbij, maar terloops en onnadrukkelijk. Belangrijker zijn de mythische verhalen over de wonderbaarlijke zwangerschap van de vrouw en het verleden van de man. Beiden zijn op drift geraakt; de aquaria op het toneel en de vele verwijzingen naar water, rivieren en de zee zijn symbolen voor het onderweg zijn.

Aan het eind komen de twee aan in een vluchtelingenkamp bij Calais waar veel vluchtelingen op weg naar Engeland stranden. Zij wil blijven en haar kind dáár krijgen. Hij wil verder, met een zelfgebouwde boot naar Londen. Of hem dat lukt blijft open, maar het ziet er niet naar uit dat deze man ooit nog een thuis zal vinden.

Het is een fraaie voorstelling, maar niet een die veel empathie voor de personages oproept. Wat overblijft is de mooie klank van de taal, de beheersing van de acteurs en de kracht van hun verhaal.

Theater Holland Festival Amid The Clouds, gezien 23/6/06 in Bellevue. Meer informatie op www.hollandfestival.nl

Reblog this post [with Zemanta]

Holland Festival: ‘Yotsuya Ghost Story’

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:28 uur
tags: , ,

Horrorverhalen met geesten zijn in Japan al eeuwen populair. Ze zijn terug te vinden in splatter films, manga strips en videogames. Een van de klassiekers in het genre is het kabuki toneelstuk Tokaido Yotsuya Kaidan, dat in 1825 werd geschreven door Tsuruya Nambuko en sindsdien in talloze versies is opgevoerd en verfilmd.

De Zwitserse regisseur Jossi Wieler bewerkte het stuk radicaal voor het Japanse gezelschap Theater X tot de voorstelling Yotsuya Ghost Story, die nu te gast is in het Holland Festival. Wieler plaatst het verhaal -over de samurai Iemon, die om hogerop te komen zijn vrouw vergiftigt, waarna zij als geest terugkeert om bloederig wraak te nemen op hem en zijn familie- in een moderne setting en bespreekt daarmee thema’s als vervreemding en opportunisme in de moderne maatschappij.

Het decor van de in Duitsland werkende Japanse ontwerpster Kazuko Watanabe is een perspectivisch vervormd metrostation, wit, klinisch en onpersoonlijk. Personages verschijnen uit een lift: een keurige zakenman, een hip meisje in een kort rokje en laarsjes met punthakken, een schoonmaker, een hardrockjongen met lang haar en een zwart t-shirt.

Afstandelijk is de beste beschrijving van de voorstelling. Niet alleen als thema en in het decor, maar ook de speelstijl. De acteurs spreken en bewegen langzaam en nadrukkelijk. De gruwelijke moorden worden niet uitgespeeld, in plaats daarvan spreken de acteurs de regie-aanwijzingen uit, inmiddels een gruwelijk cliché van het Duitstalige theater.

Het is allemaal erg bestudeerd en hoewel dat natuurlijk past bij de Kabuki traditie, missen zowel spel als regie de precisie en elegantie die daar juist onderdeel van is. De acteurs lijken ook moeite te hebben om de tragiek van hun personages over te brengen naar een publiek dat niet bekend is met het basismateriaal. Zowel het shockeffect van de hardhandige bewerking als de eventuele humor gaan dan verloren.

Alleen Yoshi Oida, die een schimmige masseur annex pooier speelt, heeft de presence om de hele voorstelling te boeien. Hij speelde eerder dan ook bij theatergoeroe Peter Brook.

Uiteindelijk is Yotsuya Ghost Story vooral een curiosum, een vreemd amalgaam van Kabuki en Duitse dramaturgie. Waarschijnlijk interessant voor Japanners die bekend zijn met het oorspronkelijke stuk, maar niet voor de Nederlandse toeschouwer.

Holland Festival Yotsuya Ghost Story, regie Jossi Wieler. Gezien 21/6/06 in de Stadsschouwburg Amsterdam, aldaar t/m 22/6. Meer informatie op www.hollandfestival.nl

Holland Festival: ‘Gatz’ van Elevator Repair Service

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:27 uur
tags: , , , ,

Hee, cool! Deze is door de groep in het Engels vertaald op hun website. The fun goes transatlantic.

Waarom een boek bewerken voor het toneel als het niet nodig is? The Great Gatsby van F. Scott Fitzgerald, de ultieme Grote Amerikaanse Roman is prima in zeven uur integraal voor te lezen. De New Yorkse theatergroep Elevator Repair Service -die losse banden heeft met de gerenommeerde Wooster Group– kwam op het idee door de avant-garde komiek Andy Kaufman, die in publieksvijandige buien tijdens optredens wel eens het hele boek wilde voordragen.

Publieksvijandig is echter het laatste wat de voorstelling Gatz geworden is. Toegegeven, zeven uur is lang voor een theatervoorstelling, maar wie de moeite neemt wordt beloond met adembenemend goed theater. Deze toch al bijzonder geslaagde editie van het Holland Festival heeft er een hoogtepunt bij. En na afloop heb je als toeschouwer ook nog eens een literair meesterwerk tot je genomen.

Het decor is een onbestemd kantoor dat duidelijk betere tijden heeft gekend, vol met krakkemikkige stellingkasten en kartonnen archiefdozen. Nick is de bezitter van de enige computer. Als die de geest geeft en Nick dus even niets te doen heeft, valt zijn oog op een beduimeld exemplaar van The Great Gatsby en begint hij hardop te lezen. Het duurt niet lang voordat de gebeurtenissen in het kantoor gaan lijken op die in het boek en zijn collega’s de dialogen van de personages spreken.

De saaiheid van het kantoorleven wordt de pendant van de verveling van de rijke personages in de roaring twenties uit het boek. De affaires van de personages worden de geheime liefdes tussen collega’s; de eindeloze feesten met champagne lijken op de kantoorborrels waar sommigen iets té ongeneerd dronken worden; de vriendschappelijke gesprekken tussen Gatsby en Nick zijn tegelijkertijd ongewenste ontboezemingen van een baas tegenover een werknemer.

Die meerduidigheid wordt ongelooflijk knap gespeeld door de dertien acteurs. Veel van de handelingen en bedoelingen van de personages worden zowel beschreven in de tekst als gespeeld door de acteurs. Dat kan irritant en illustratief worden, maar deze spelers weten met ironie geestig te spelen met de absurditeit van het meedoen met de ene door het boek geobsedeerde collega. Scott Shepherd als Nick is een magistrale verteller die het hypnotische ritme van deze marathonvoorstelling met ogenschijnlijk gemak draagt.

Aan het eind heeft Shepherd niets meer nodig: geen medespelers, geen requisieten, zelfs het boek dat hij de hele voorstelling in zijn hand heeft gehouden heeft hij dichtgeslagen. Hij vertelt de afloop van het verhaal, simpel en helder, en laat het publiek achter met de melancholieke leegte die hoort bij het einde van iets groots.

Want vóór alles is Gatz een voorstelling over de aanstekelijke lol van het lezen. Over de ontdekking van een goed boek dat móet worden uitgelezen, ten koste van werk, eten en slaap. Over de periodes dat lezen de eerste levensbehoefte is, dag en nacht in elkaar overlopen en er geen rust is voor de laatste pagina is omgeslagen.

Holland Festival: Gatz van Elevator Repair Service. Gezien 14 en 15/6/06 in Bellevue, aldaar t/m 17/6. Meer informatie op www.hollandfestival.nl

‘Poema’ van Annemarie Slotboom door Gasthuis

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:24 uur
tags: , ,

Drie mannen in een snackbar op de Veluwe. Hun auto is gestolen, hun mobiel heeft geen bereik. Een louche vastgoedman met identieke hotels overal ter wereld die af en toe met koffers vol zwart geld de Route du Soleil afrijdt; een bekende schrijver die een boek over een kloon heeft geschreven; een bedrijvendokter die de wereld over reist om miljardendeals te sluiten. Die laatste heeft ze hierheen gebracht, in plaats van -zoals de bedoeling was- naar het vliegveld.

Poema is het nieuwe stuk van de jonge toneelschrijfster Annemarie Slotboom, die eerder opviel met een paar sterke, directe toneelteksten. Dit stuk is actueler en herkenbaarder dan haar eerdere werk; de titel is ontleend aan de hype rond de vermeend ontsnapte poema op de Veluwe die vorige zomer het hele land in haar greep had.

Nederlanders zijn goedgelovig, lijkt Slotboom te betogen: we geloven in niet bestaande poema’s, maar ook in mythes over geld, en carrières en onze eigen belangrijkheid. De drie personages zijn buitengewoon onsympathiek en als door het onvrijwillige isolement hun zekerheden op de proef worden gesteld veranderen ze in beesten.

De snackbar (decor van Tjallien Walma van der Molen) is een echte snackbar, compleet met vitrine vol onappetijtelijke diepvrieshapjes, tl-verlichting, een kapot systeemplafond, van onder de toonbank verkocht bier en friteuse waarin de acteurs zelf een patatje kunnen klaarmaken. En compleet met plattelands snackbar-meisje dat niet zo goed weet wat ze moet met dit wereldse geweld.

Zij is de enige die op compassie mag rekenen, maar ook zij is naïef. Ze gelooft in eenvoudige dingen: dat haar vriend terug komt van de poemajacht en dat ze rijk worden en een huis kunnen kopen.

De drie klootzakken worden overigens allemaal uitstekend neergezet door de acteurs, waarbij vooral Iwan Walhain opvalt als de morsige, in tegenstrijdigheden grossierende schrijver. Regisseur Giselle Vegter houdt de abstracte tirades helder en licht en dat is nodig, want Slotboom’s tekst is wel erg pessimistisch over de staat van ons land. Zij heeft een licht cynisme gemeen met andere jonge, geëngageerde toneelschrijvers als Eric de Vroedt en Marijke Schermer, maar mist nog de scherpte om haar caricaturale personages overtuigend neer te zetten.

Poema van Annemarie Slotboom van Gasthuis. Regie: Giselle Vegter. Gezien: 10/6/06 in het Gasthuis. Aldaar t/m 17/6, tournee volgend seizoen. Meer info op www.theatergasthuis.nl

Holland Festival: ‘Mozart & Salieri’ van Anatoli Vassiliev

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:23 uur
tags: , , , ,

Mozart-SalieriDe Russische regisseur Anatoli Vassiliev is vooral heel goed in opkomsten. Als de voorstelling begint beent de boomlange acteur Grigory Glady zó autoritair van achterop het toneel van de Stadsschouwburg naar voren dat het publiek er meteen stil van wordt. Zijn manier van spreken is al net zo imposant: dit is niet zozeer acteren alswel bewonderenswaardig declameren, met rollende medeklinkers lange pauzes voor effect.

Glady speelt Salieri, de jaloerse oudere collega van Wolfgang Amadeus Mozart. Het verhaal over de afgunst van de middelmatige getalenteerde componist voor de lichtvoetige, moeiteloze inspiratie van het genie Mozart kreeg grote bekendheid door de film Amadeus van Milos Forman uit 1984, maar het was de Russische schrijver Alexander Poesjkin die in 1832 als eerste het onderwerp behandelde in een kort toneelstuk. De Russische voorstelling Mozart & Salieri die nu te zien is in het Holland Festival is een bewerking van dit stuk.

Van levendige dialogen moet de voorstelling het niet hebben. Salieri en Mozart (gespeeld door Igor Yatsko) bulderen net zo hard en articulerend tegen elkaar als tegen het publiek en dat komt potsierlijk over. Gelukkig wordt er al snel een strijkorkestje besteld, dat -weer een geweldige opkomst- via de zaal het toneel op komt druppelen. Het is een bonte verzameling zigeuners en hippies, die naast hun instrumenten ook nog schilderijen, antieke klapstoeltjes en een kanarie in een kooitje met zich meesleept.

In de tweede helft van de voorstelling, als Salieri zo haatdragend is geworden dat hij heeft besloten om Mozart te vergiftigen, krijgt de muziek geheel de overhand. Vladimir Martynov componeerde een nieuw Requiem voor de voorstelling. Een koor verschijnt -weer een mooie entrée- sommigen gekleed als iconen uit de Oosters-orthodoxe kerk, met halo’s van groen plastic, anderen in zwarte monnikspijen. Ze zingen hemels, terwijl ze devote rondedansjes doen en worden begeleid door het aardse strijkje.

Voor de Nederlandse toeschouwer kan deze parade van religieuze figuren verwarring oproepen: in het land van Wim T. Schippers en Gerard Reve is dit soort reli-kitch altijd om te lachen, maar Vassiliev lijkt wel degelijk serieuze, mystieke bedoelingen te hebben.

Mozart & Salieri is vooral interessant als voorbeeld van wat je in het Nederlands theater niet ziet: de gestileerde spreekstijl, het serieus behandelen van religieus geladen onderwerpen en de enorme production value van de decors en kostuums. Daar staat tegenover dat de voorstelling nogal ontoegankelijk is. De duur -tweeëneenhalf uur zonder pauze- helpt daarbij zeker niet.

Holland Festival: Mozart & Salieri van Anatoli Vassiliev. Gezien 11/6/06 in de Stadsschouwburg Amsterdam, aldaar t/m 13/6. Russisch gesproken, met Nederlandse boventiteling. Meer informatie op www.hollandfestival.nl

Recensie: Edward II door Teatro

Je ziet het eigenlijk opvallend weinig op het toneel anno 2006: twee uitgebreid zoenende mannen. Tegelijkertijd pijpt een mannelijke acteur met overgave een grote rode dildo en legt de rest van de acteurs uit wat homoseksualiteit nou eigenlijk is, aan de hand van een kinderlijk tekstje dat afkomstig lijkt uit een biologieboek over seksuele voorlichting.

Het is een provocatief en prikkelend openingsstatement in de nieuwe voorstelling van regisseur Marcus Azzini over Koning Edward II. In het stuk van Christopher Marlowe, tijdgenoot van Shakespeare, wordt nog redelijk omzichtig omgegaan met de liefde tussen de koning van Engeland en zijn favoriet, de Franse edelman Gaveston. Azzini en zijn spelers bewerkten van het stuk een expliciete viering van de herenliefde, die onvermijdelijk tot de ondergang van schuchtere en incapabele koning leidt.

Tussen de tribunes waarop de twee helften van het publiek tegenover elkaar zitten bouwen de acteurs de spanning mooi op. De lichamelijkheid van de liefde van Edward (Stefan Rokebrand) voor Gaveston (Hendrik Aerts als een kwaadaardige cherubijn) staat in mooi contrast met de onbeantwoorde liefde van Edwards vrouw Isabella (Lotje van Lunteren) voor haar man. Haar wanhoop leidt tenslotte tot machtsstrijd en burgeroorlog, waarbij Mortimer (Koen Wouterse), Edwards belangrijkste tegenstander, uiteindelijk Gaveston vermoordt.

Wouterse is overigens een opvallende acteur binnen het ensemble. Zijn Mortimer is een pragmatische boerenlul. Hoewel hij, net als de rest van de spelers, nogal wat moeite heeft met de beeldrijke teksten, geeft hij zijn personage een sympathieke nuchterheid, waarmee hij in de voetsporen van Cees Geel treedt.

De voorstelling blijft boeiend tot de dood van Gaveston. Dan is het hoofdthema van Azzini’s bewerking uitgespeeld. Het laatste deel is de zwak uitgewerkte teloorgang van koning Edward. Koningin Isabella, eerder breekbaar en beklagenswaardig, komt als overwinnaar uit de oorlog tevoorschijn en krijgt een paarse glitterjurk aan en een pruik op. De enige vrouw op het podium is een travestiet geworden.

Je kan je afvragen of de makers daarmee iets diepzinnigs willen zeggen over de liefde van mannen en vrouwen, maar ik vermoed van niet. Daarvoor zijn de caberteske scènes uit het laatste deel te flauw en te onnozel.

Azzini durft ver te gaan met zijn publiek en de hoge inzet aan het begin en de fysieke speelstijl zetten de toeschouwer op scherp. De voorstelling als geheel is echter onevenwichtig en verzandt na een spannend eerste uur helaas in vlakke afwikkeling. Een nog hardhandiger bewerking van het oorspronkelijke stuk was waarschijnlijk beter geweest.

Edward II van Christopher Marlowe door Teatro. Regie: Marcus Azzini Gezien 6/5/06, Theater Frascati. Aldaar t/m 20/5, volgend seizoen tournee. Meer info op www.teatro-online.com

Recensie: Het koude kind door De Theatercompagnie

Parool,recensies — simber op 28 augustus 2006 om 18:19 uur
tags: , ,

Het introduceren van nieuw Duitstalig toneelrepertoire is altijd een van de hoekstenen geweest van Theu Boermans’ gezelschap De Theatercompagnie (vroeger De Trust). Na Werner Schwab en Franz Xaver Kroetz is Marius von Mayenburg een nieuwe schrijver die de aandacht van het Nederlandse publiek verdient. Von Mayenburg (1972) is een van de meer succesvolle Duitse schrijvers van de jongste generatie. Eerder speelde de Theatercompagnie Brandkoorts, nu zijn nieuwste stuk Het Koude Kind.

De plot, met veel verwikkelingen rond een romantische ontmoeting, een huwelijk en een begrafenis doet niet terzake, het gaat om de vele personages. Er is een vader die zijn kinderen zo haat dat hij voor hij sterft zijn geld wil opmaken tijdens een wereldreis langs exotisch klinkende oorden. Er is een onhandige exhibitionist die met zijn broek op zijn enkels in een damestoilet wordt verleid door een jong meisje dat haar slettebakkerigheid verbergt achter een lieve glimlach en roze strikken. Er is een moeder die geen zin heeft om te zorgen voor haar baby en ziek wordt van haar overbezorgde man en haar Campari-jus leeggooit in de kinderwagen.

Het is van een diepzwarte treurigheid, deze troep hyperindividualistische kinderen, allemaal op zoek naar liefde en aandacht, maar te egocentrisch om iets terug te kunnen geven. Als er al eens sprake is van toenadering tussen twee personages, maken hun wreedheid en hun neuroses dat al snel weer kapot. Af en toe gaat een monoloog ineens over in een horrorvisioen over een verkrachting langs de snelweg of verdrinken in de zee. Maar de horror wordt dragelijk gemaakt door zwarte humor en harde grappen.

De enscenering van de tekst is in het begin wat vlak. Het gladde, minimale decor en de speelstijl houden de personages op afstand. Maar na het wat stroeve begin komt de voorstelling op gang als het verhaal van de vrienden en familie boosaardiger en absurder wordt. De acht piepjonge acteurs, net afgestudeerd van of nog studerend aan diverse toneelscholen, beheersen het snelle, absurde cynisme van de tekst goed.

Aan het eind, als bloed, as, taart, kots en champagne over het toneel zijn gevloeid blijken in de mistroostige wereld van Von Mayenburg toch een paar lichtpuntjes te ontdekken. De exhibitionist en het sletje lijken echt van elkaar te houden. Daarmee geeft deze interessante schrijver blijk van een prettig soort moralisme.

Het koude kind van Marius von Mayenburg door De Theatercompagnie. Regie: Maaike van Langen
Gezien: 16/5/06 in het Compagnietheater. Aldaar t/m 1/6. Meer info op: www.theatercompagnie.nl

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity