TF-1234 Tips

overig,Parool — simber op 27 augustus 2007 om 20:53 uur
tags: , ,

Het programmaoverzicht van het TF is een welgevuld doosje met een ondoenlijke hoeveelheid voorstellingsaankondigingen, speeldata en publiciteitsmateriaal. Het Parool selecteert het beste van het festival in alle vier de programma’s

TF-1
De hoofdselectie van het festival toont een dwarsdoorsnede van het beste uit de Nederlandse theaterzalen, van de publiekshit De Geschiedenis van de Familie Avenier -het nieuwste stuk van Maria Goos- en de theatrale en technische krachtpatserij van Mefisto For Ever van het Toneelhuis uit Antwerpen tot de hyperactuele en politieke voorstellingen Mightysociety4 van rijzende ster Eric de Vroedt en Mug Inn van oudgedienden Mugmetdegoudentand. Wij tippen Vielfalt, absurdistische slapstickmime die regelmatig aan films van David Lynch doet denken van theatermaker Jakop Ahlbom.

TF-2
Dit is het fringe-programma, waarvoor ieder theatergroepje dat een voorstelling en speelruimte heeft zichzelf mag aanmelden. Dat levert een hoogst merkwaardig allegaartje aan ervaringsvoorstellingen, peepshows, muziekimprovisaties en feesten op, maar er staan ook genoeg hernemingen van uitstekende voorstellingen op het programma. Topper is het pareltje Grond van Boukje Schweigman en Theun Mosk.

TF-3
Omdat er in de theaterwereld altijd genoeg te discussiëren valt, is er een heel programma met debatten, interviews en presentaties. Spannendste onderdeel is een serie interviews door jonge cultuurjournalisten met prominenten uit de theaterwereld. De journalisten worden begeleid door dóórvrager Felix Rottenberg.

TF-4
Het festival toont ook een selectie uit de beste Vlaamse voorstellingen van het afgelopen seizoen. Meest veelbelovend is We People van Union Suspecte, multiculturele clichés en uitgebrande autowrakken uit Gent.

‘Big’ wordt steeds kleiner

niet-theater,Parool — simber op 27 augustus 2007 om 20:51 uur
tags: , , ,

Geschreven voor de Uitmarktbijlage van het Parool. Beetje ouwe koek wellicht, maar in het Parool was de term ‘Long tail’ nog niet eerder voorgekomen.

Vorige week besteedden bijna alle kranten er aandacht aan: het Nederlandse homobandje Bearforce1 trok met een grappig clipje op videowebsite YouTube de aandacht. Een ‘gigantische hit’ schreeuwde de kop van een ANP persbericht. Het tekent de moeizame verhouding tussen de traditionele en de nieuwe media. Het gaat hier namelijk om een filmpje dat 275.000 keer bekeken is. Dat lijkt heel wat, maar als het clipje twee of drie keer op TMF zou worden uitgezonden, zit je op hetzelfde aantal. Voor een wereldomspannend medium valt die 275.000 dus nog wel mee.

Het is opvallend dat kranten en televisie nieuwe internetdiensten als YouTube of MySpace vaak nog in het jasje van een massamedium willen hijsen. Dat gebeurde bij het hypeje rond “YouTube-ster” Esmée Denters die een plaatje mocht maken met Justin Timberlake en bij de band Arctic Monkeys dat hun aanvankelijke populariteit geheel te danken zou hebben aan filesharing en een populaire MySpace-pagina.

Maar internet is niet per se goed in het verspreiden van iets over een zo grote mogelijke groep mensen, maar is juist beter in het koppelen van de juiste diensten, producten of informatie aan de juiste mensen. Met andere woorden: internet is niet broadcast, internet is narrowcast. Tot zover geen nieuws, maar waar de traditionele massamedia -kranten en televisie- moeite mee lijken te hebben is dat internet het bestaan van een brede massacultuur verder ondermijnt.

Chris Anderson, hoofdredacteur van het Amerikaanse nieuwe media-tijdschrift Wired heeft uitgezocht hoe dat precies werkt in een artikel en later een boek onder de titel The Long Tail. Het duidelijkste voorbeeld vond hij bij de verkoop van boeken op internet, op de website van online boekverkoper Amazon.

Amazon heeft veel meer boeken op voorraad dan een gewone Amerikaanse boekhandel, zoals Barnes & Noble. Zo’n winkel heeft, net zoals Scheltema in Amsterdam, tegen de 130.000 titels beschikbaar, terwijl Amazon er 3,7 miljoen heeft. Er zijn dus ruim 3,5 miljoen boeken die voor Barnes & Noble of Scheltema niet interessant zijn om in de winkel te hebben staan omdat er te weinig exemplaren van verkocht worden. Maar voor Amazon is plankruimte geen probleem. Van die boeken worden er weliswaar per stuk maar weinig verkocht, maar omdat het aantal verschillende titels zo groot is, tellen al die kleine aantallen verkochte exemplaren van dat grote aantal titels op tot ongeveer een kwart van de omzet.

Eigenlijk, zegt Anderson, is onze hele massacultuur gebaseerd op schaarste. Omdat de kastruimte in boekwinkels, het aantal uitzenduren op televisie en radio en het aantal bioscoopschermen beperkt is, wordt die schaarse ruimte gebruikt voor díe cd’s, films en boeken die het populairst zijn. Maar door de komst van internet is er ineens ook geld te verdienen met muziek en literatuur die voor een veel kleinere groep mensen interessant is. En bij boeken gaat het nog om fysieke producten, maar muziek en films worden steeds meer alleen digitaal verspreid, zodat de kosten om een eenmaal gedigitaliseerd liedje in de verkoop te houden nihil zijn.

Het is dan echter wel essentieel dat al die gegevens goed vindbaar zijn voor de potentieel geïnteresseerde klant. Maar daar is zoals gezegd internet nu echt goed in. Amazon ontwikkelde een verfijnd systeem dat haar klanten vertelt dat als je een boek van Coetzee mooi vindt, je wellicht ook eens Philip Roth kunt proberen. MySpace gaat uit van de sociale netwerken: wat je vrienden mooi vinden, vind jij misschien ook leuk. Maar een van de meest geavanceerde is Last.fm, een internetdienst die bijhoudt welke muziek je afspeelt op je computer of je iPod, jouw smaak vergelijkt met je vrienden en andere gebruikers en op basis daarvan nieuwe bands en artiesten aanraadt.

Het mooie van dit soort systemen is dat het je smaak als lezer of luisteraar steeds individueler maakt en verder van de mainstream verwijdert. De vraag wordt dan wat er dan nog overblijft van die mainstream. Betekent dit het einde van dé zomerhit, de must-see film of de literaire sensatie? Nou, het zal zeker niet zo snel gaan als internetgoeroes wel voorspellen. Het is leerzaam om af en toe even te kijken naar de geschiedenis van televisie. Geen enkel programma zal ooit nog zo succesvol worden als Eén van de acht, waar begin jaren zeventig driekwart van de huishoudens naar keek. Ruim tien jaar later in de jaren tachtig haalde Wedden dat…? zo’n vijf miljoen kijkers per aflevering. Na de explosie van het aantal televisiezenders bereiken de populairste programma’s (Idols en Boer zoekt vrouw) tegenwoordig nog maar twee tot drie miljoen mensen.

Kortom, de fragmentatie van de massacultuur is al jaren aan de gang, maar internet versterkt het proces door meer cultuur bereikbaar te maken en door handige instrumenten te ontwikkelen om het de liefhebber makkelijker te maken te vinden wat hij of zij leuk vindt.

Dat is allemaal slecht nieuws voor platenmaatschappijen (want bandjes kunnen veel makkelijker hun eigen distributie en promotie regelen, nog los van de problemen die de maatschappijen hebben met het illegaal downloaden) en voor dj’s en recensenten (door slimme aanbevelingssystemen worden smaakmakers minder belangrijk), maar wat heeft dat nou voor gevolgen voor de opvolgers van Bearforce1 of Esmée Wenters?

Misschien zijn die gevolgen wel helemaal niet zo groot. Ze kunnen relatief eenvoudig muziek maken en verspreiden, en met hard werken en veel optreden zullen ze er misschien wel van kunnen leven. Ze kunnen hun eigen muziek maken in het vertrouwen dat ze hun publiek wel zullen vinden en over de hele wereld fans krijgen, zonder beroemd te zijn. En zo worden we wellicht allemaal, zoals schrijver Momus een uitspraak van Andy Warhol verbeterde, beroemd voor vijftien mensen.

Recensies De Parade

Parool,recensies — simber op 10 augustus 2007 om 02:49 uur
tags: , , , ,

Een typische Parade-voorstelling biedt visueel spektakel, is circus-achtig en duurt hoogstens drie kwartier. Twee voorstellingen strijden dit jaar om de titel “meest ideale Parade-show”.

Tucht van Carver gooit de hoogste ogen en lijkt het snelst uitverkocht te raken van het hele terrein. Artistiek leider Beppie Melissen maakte een voorstelling over een school waar de meester banger is voor de kinderen dan andersom. Ze zette geen bekende Carver-gezichten op het toneel, maar jonge studenten van de mime-opleiding en twee gevestigde acteurs. De veel gelauwerde Bram Coopmans als leraar en de helft van cabaret-duo Droog Brood Bas Hoeflaak als obstinate leerling. Het levert fijn absurde scènes op met dictees, halsbrekende toeren op schoolbankjes en stille liefdes in het klaslokaal.

Maar ook Paljas van regisseuse Annechien Koerselman is een goede kandidaat. Onder anderen Bart Klever en Jacqueline Boot spelen in een vet melodrama over een oudere man, zijn overspelige vrouw, haar minnaar en diens rivaal, in de setting van een vet melodrama over een rondreizend theatergroepje dat één acteur tekort komt. Met een een echte Fiat 500, een niet echte ‘vrijwilliger’ uit het publiek en een spectaculair degengevecht zonder degens is Paljas uitzinnig, romantisch, razendsnel en erg grappig.

Deze twee voorstellingen tonen het beste dat het rondreizende theaterfestival te bieden heeft. Het is niet al te pretentieus, vermakelijk theater dat met plezier en vakmanschap gemaakt is.

Bovendien bewijzen ze dat het Parade-publiek niet alleen de rosé laat staan voor plat vermaak met seks en publieksparticipatie. Dat had mime-cabaretier en Wim Sonneveldprijswinnaar Jeroen Bouwhuis nog niet helemaal door. Zijn programma Thuis! draait wel erg rond de basale driften en werd nogal lauw ontvangen, ookal is zijn virtuoze act, waarin hij wordt aangevallen door zijn lepel wél erg knap en grappig.

Na dit weekend, in de laatste week van het festival, wordt het programma flink opgeschud en zijn er een aantal minder typische Parade-voorstellingen te zien. Daarvan beloven de expliciet politieke voorstellingen Laatste Nachtmerrie van Laura van Dolron en de Sjoerd Vollebregt Show van Eric de Vroedt (bekend van de voorstellingenreek Mightysociety) de meest interessante te zijn. Maar ook voor puur vermaak kunt u tot de 19e in het Martin Luther Kingpark terecht, bijvoorbeeld bij de driedimensionale festivalhit View-O-Rama of het virtuoze varieté van de Ashton Brothers.

De Parade. Gezien 10/8 in het Martin Luther Kingpark. Aldaar nog t/m 19/8. Meer info op www.deparade.nl

Verslagje De Parade

Parool,verslagjes — simber op 4 augustus 2007 om 01:11 uur
tags: , ,

Het reizende theaterfestival De Parade is in Amsterdam aangekomen. Het mooie weer zorgde gisteren voor een drukbezochte eerste dag. Dit eerste echt mooie vakantieweekend zal wel zorgen voor nog langere rijen voor de kassa.

Hoewel de nieuwe directeur Nicole van Vessum aankondigde dat De Parade van koers verandert, zullen vaste bezoekers daar op het eerste gezicht weinig van merken. Rondom de vertrouwde Parade-monumenten zoals de Zweef en de Fonteinbar zijn op het ruim opgezette festivalterrein twintig theatertenten opgezet, waarin al even vertrouwde namen als Van Houts en De Ket, Sanne Vogel en Hendrick-Jan de Stuntman optreden.

Maar met jongere theatermakers als Eric de Vroedt, Pips:Lab en de Vrienden van de Dansmuziek en gerenommeerde theatergroepen als De Paardenkathedraal en Carver wil De Parade minder kermis worden. Eigenlijk kan het festival inmiddels beter worden vergeleken met popfestival Lowlands, maar dan voor de welvarende dertigers en veertigers van de stad. Een plek om nieuwe, spannende -maar niet té spannende- ervaringen op te doen.

Het is een logische richting die Van Vessum inslaat: de andere zomerfestivals, zoals Oerol, Boulevard en Over het IJ, zijn al een paar jaar broedplaatsen van opzienbarend, vernieuwend en toegankelijk theater. Hoewel De Parade een van de pioniers was van theater in het zomerseizoen, leek de programmering al een tijd deze nieuwe ontwikkelingen te missen. Daar lijkt nu langzaam maar zeker verandering in de komen, maar het zal de nieuwe directeur nog wel een paar jaar kosten om de nieuwe richting uit te laten kristalliseren.

Voor veel bezoekers zal dat waarschijnlijk niet zo relevant zijn. Zij zullen eerder opmerken dat de hippe Italiaanse bruiswijn Prosecco (19,50 per fles) een flink gat slaat in het marktaandeel van de rosé.

Opvallend is dit jaar dat veel makers kiezen voor muziektheater. Wellicht is het een pragmatische keuze, om met versterkt geluid beter boven het altijd aanwezige achtergrondrumoer uit te komen, maar het lijkt erop dat met het opkomen van een alternatieve musical-scene en het volwassen worden van een leuke generatie popmuzikanten muziektheater de komende tijd een spannend genre gaat worden.

De Nieuwegeinse singer/songwriter Spinvis (Erik de Jong) maakte voor de tweede maal een voorstelling voor het festival, maar helaas blijft zijn Noga een beetje braaf aangekleed liedjesprogramma met videoprojecties op een groot opengeslagen boek. Tussen de precieze en melancholieke liedjes van De Jong, mooi uitgevoerd door het Spinvis-combo, blijft zijn verhaaltje -over cavia’s en een obsessie voor een getekend meisje op een schommel- nogal flauw. Simon Vinkenoog maakt een moeilijk te duiden, maar welkome guest appearance en een anoniem blijvend meisje doet de meest onhandige striptease ooit.

Dan is Iets van Teatro beter geslaagd. Vier acteurs en twee muzikanten die iets meer van het leven willen dan slechte televisie, maar het verder ook niet weten en dan maar een liedje gaan zingen. Met hun eindeloze vragen, hun hakkelend verhaspelde spreekwoorden en een gruwelijk lelijke clowns-act maken ze heel onnadrukkelijk een mooi statement over onzekerheid en twijfel.

De Parade. Gezien 4/8/07. Nog tot 21/8 in het M.L. Kingpark. Meer info op www.deparade.nl

Recensies Over het IJ

De diversiteit van het aanbod aan lokatietheater op Festival Over het IJ op en rond het NDSM-terrein is dit jaar weer bijzonder groot. Opnieuw zijn het de jonge theatermakers die opvallen.

Bijvoorbeeld Deuten & De Goeij, die met Schmiere een hilarische clownstragedie maakten over een verlopen clown die, zodra hij merkt dat hij publiek heeft, de onbedwingbare neiging heeft om van alles een act te maken. Met gevaar voor lijf en leden doet de clown (een bijna psychopatische Daniel Koopmans) zijn energieke stunts met borden pannekoeken, tot chagerijn van zijn vrouw. Gelukkig voor het publiek zit hij aan een ketting vast zit die net zo lang is dat de toeschouwers buiten bereik blijven. Je lacht je rot, maar tegelijkertijd zie je hem met de ogen van zijn vrouw. De tragische draai is onvermijdelijk en dieptreurig. Erg knap en uiteindelijk liefdevol theater.

In een land hier van Elien van Hoek werd begeleid door Laura van Dolron en dat is te merken. Van Hoek is in de eerste plaats een expressieve mimester met een licht kinderlijke uitstraling, maar nu staat ze al pratend op het podium met diezelfde noodzaak om het zichzelf lastig te maken als Van Dolron. Oorspronkelijk wilde ze een sprookje vertellen, maar al die metaforen maken het maar leuk en ze wil iets serieus zeggen over de wereld. Ze biedt makkelijker intellectueel tegenspel dan het origineel, en dat is jammer, maar eigenlijk zijn er best wel meer makers van wie ik hun Van Dolron-voorstelling zou willen zien.

Orkater brengt de korte muziektheatervoorstelling Koud Meisje, die Paul van der Laan (van mimegroep Bambie) en Ria Marks koppelt in een mooi duet van dans en beweging, maar de tekst is zwak en de muziek iets te weinig onderscheidend.

Theatergroep ’t Woud speelt midden in het Vliegenbos de obscure Russische huwelijkskomedie Rijk over rijke vrouwen en arme mannen op de huwelijksmarkt tussen de Datsja’s, mooi verbeeld door de foto’s op de jurken van de vrouwen. De voorstelling heeft niet heel veel pretenties, maar is helder gespeeld -vooral Margien van Doesen valt op- en toegankelijk theater dat een groot publiek verdient. Tijdens de wandeling naar de speelplek geeft een boswachter uitleg. Zo leer je Noord ook nog eens kennen.

Nog een begeleide wandeling is de voorstelling Delicate Exemplaren van Blood for Roses op de Noorderbegraafplaats. De gids is biologe en vertelt over het leven tussen de dood – de bomen, reigers, insecten en het gezin valken. Maar gaandeweg komen er steeds vreemdere verschijningen voorbij. Een golfer op zoek naar zijn bal, een man met een rode puntmuts. En die vervaarlijk uitziende groep grafdelvers met hun graafmachientje, zijn die wel echt?

AT5 probeerde dit weekend uit alle macht een schandaaltje te maken van deze frivoliteit op gewijde grond, maar dat is echt onzin. De voorstelling stipt thema’s licht aan -zijn wij als publiek de geesten die op dit kerkhof rondwaren?-, heeft wat zwarte humor en blijft een beetje oppervlakkig, maar het is vooral de bevestiging van de begraafplaats als culturele ruimte. Dat lijkt me eerder een verdienste dan grafschennis.

Over het IJ Festival, Amsterdam Noord, NDSM Terrein. Aldaar nog tot 15/7. Meer info op www.overhetij.nl

Recensies ITS Festival

Parool,recensies — simber op 28 juni 2007 om 02:10 uur
tags: , , , ,

Ruim zestig verschillende voorstellingen vermeldt het programmaboek van het ITS. Het Amsterdamse festival voor schoolgaande en afstuderende theatermakers is erg groot geworden. Daarbij lijkt het ITS op een miniatuurversie van de Nederlandse theaterwereld: er is veel aanbod dat erg kort te zien is, het is moeilijk om erachter te komen wat leuk of bijzonder is, maar de gemiddelde kwaliteit is hoog.

En net als in de rest van het theaterveld is er ook bij de nieuwste toestroom theatermakers veel aandacht voor actuele kwesties. Soms expliciet zoals in Coriolanus van afstuderende regisseur Bas Jansen, soms met een metafoor, zoals in Animal Farm.

Van Coriolanus maakte Jansen een vloeiende Shakespeare-bewerking in hedendaags Nederlands die voortdurend knipoogt naar de actuele politiek. Met Wimie Wilhelm in een belangrijke rol krijgen de flitsende dialogen precies de goede combinatie van lakonieke timing en tragisch gewicht. Deze regisseur lijkt -net als veel van zijn generatiegenoten- zijn referentiekader eerder in film dan in theater te zoeken. De hyperbolische stijl van de voorstelling lijkt meer op Kill Bill en Sin City dan op de toneelversie die Toneelgroep Amsterdam nu speelt in Romeinse Tragedies.

Maar soms is Jansen ook weer verrassend theatraal. Met een bordkartonnen machinegeweer in zijn handen stampt Coriolanus -vurig gespeeld door Bart van der Schaaf- achter op de speelvloer zwarte en witte ballonnetjes stuk. Zo helder wordt de kinderachtigheid van oorlog niet vaak verbeeld. De techniek (zendmicrofoons) liet in de enorme fabriekshal op het NDSM-terrein behoorlijk te wensen over, maar deze regisseur geeft blijk van een gezonde combinatie van talent en ambitie.

Iets minder eigenzinnig is Animal Farm door de afstuderende acteurs van de Amsterdamse Toneelschool. Geholpen door George Orwell’s altijd nog krachtige parabel over de verwording van een revolutie maakte regisseur Lidwien Roothaan een kraakheldere voorstelling in gebleekte kleuren. Vooral Anne Prakke en Chava voor in’t Holt vallen op. Zij weten ieder stapje van de pervertering van de idealen even zichtbaar als onvermijdelijk te maken.

Maar actuele referenties zijn altijd een garantie voor goed theater. Neal Lewis studeert met de korte voorstelling The show must go on af aan de Maastrichtse opleiding voor theatraal performer, die eerder Lizzy Timmers en Laura van Dolron afleverde. Over Amerika moet het gaan en Lewis zet een reeks onwaarschijnlijk uitgekauwde clichés voor -in camouflage-tenue, rode glitterjurk en met een Abu-Ghraibmuts op- zonder één interessante gedachte te formuleren. Energiek is hij wel, deze Lewis, maar inhoudelijk is het zeer mager.

Dan liever een voorstelling als Es mußte nicht sein, die geen enkele politieke boodschap heeft, maar een filosofisch thema op de vierkante meter uitwerkt. Johanna Biesewig (afstuderend aan de mime-opleiding) koos een tekst van Max Frisch: een man krijgt de keus om de avond dat hij zijn vrouw ontmoette anders te laten verlopen. Keer op keer doen ze hun flirtage over, de ene keer loopt ze weg, de andere keer blijft ze. Bij oneindige keuzevrijheid is tevredenheid onbereikbaar. Een knap uitgevoerd miniatuurtje.

ITS Festival. Gezien 24, 26, 27/6/07. Nog tot 30/6. Meer info op www.itsfestival.nl

Recensie: ‘Cani di Bancata’ van Emma Dante (Holland Festival)

Parool,recensies — simber op 21 juni 2007 om 08:26 uur
tags: , ,

Straathonden, maar ook: parasieten, dat is de betekenis van de Cani di Bancata uit de gelijknamige Italiaanse voorstelling die enkele dagen op het Holland Festival te zien is. Schrijver en regisseur Emma Dante wil tegelijkertijd de beestachtigheid en de kinderachtigheid van de Siciliaanse maffia laten zien, en een waarschuwing meegeven voor het gevaar van de Casa Nostra. Het is expliciet politiek theater, dat buiten Italië waarschijnlijk veel van zijn symboliek verliest.

Maar vooral zijn het knappe spelers. Tien beestachtige mannen, eindeloos gehoorzaam aan de baas van de roedel, Mammasantissima, de ultieme heilige vrouw en vlees geworden mafia. In Nederland zouden we ze mimers noemen. Met hun te wijde pakken en slappe vilten dameshoedjes lopen ze parmantig over het podium. Met krachtige fysiek spelen ze vernederende spelletjes, vechten ze onderling en overtroeven ze elkaar in trouwe diensten aan de familie. Maar altijd onder het toeziend ook van Mammasantisima, de godmother in bruidskleed.

De schijnbaar losse choreografie van vechten en kruisen slaan heeft duidelijk elementen van de Commedia dell’Arte. Maar met z’n elven verwijzen ze ook af en toe nog even naar de andere Italiaanse religie: voetbal.

Mammasantissima wordt knap grotesk gespeeld door de actrice Manuela Lo Sicco. Soms schuimbekkend en met vertrokken gezicht, dan weer majesteitelijk flemend houdt ze haar dienaren onder de duim. Ze zit op een hoge houten zetel, terwijl de mannen ruzieën over wie er het dichtst bij haar mag zitten.

Tegen het eind wordt de voorstelling wel erg expliciet. De mannen blijken allemaal vooraanstaande posities te bekleden, een kolonel, een kardinaal, een gedeputeerde. De maffia mag dan inmiddels een bijna folkloristisch imago hebben van drugshandel, afpersing en diefstal, maar eigenlijk is dat maar een masquerade voor haar doordringende invloed tot in de hoogste lagen van de samenleving. Haar werk is verschoven van misdaad naar corruptie.

Mammasantissima geeft haar mannen expliciet opdracht om overheidssubsidies te regelen, de rechterlijke macht te infiltreren, zaken te doen en respectabel te worden, maar nooit de familie te vergeten. De tamelijk doorzichtige thematiek van het verscheurde Italië wordt nog eens versterkt door een kaart van Italië, op z’n kop, met Sicilië bovenaan en alle andere provincies als aparte eilandjes.

De mannen zijn gewillig. Ze kleden zich uit, op een masker na en staan met hun rug naar het publiek te masturberen. Op hun rug staat met zwarte verf “aan Maria vertrouwen wij het lot van Italië”. Het geluid van kletsend mannenvlees gaat naadloos over in het applaus.

Holland Festival: Cani di Bancata van Emma Dante. Gezien 20/6/07 in Bellevue. Aldaar t/m 22/6. Meer info op www.hollandfestival.nl

Recensie: ‘Romeinse Tragedies’ van Toneelgroep Amsterdam (Holland Festival)

En zo werd het toch nog het seizoen van Ivo van Hove. In september gooide hij een flinke steen in de vijver met zijn negenpuntenplan voor het theater. Daarna vertrok hij en maakte hij voorstellingen in Hamburg en Brussel, maar nu op het laatste randje van het seizoen is Romeinse Tragedies een van zijn meest indrukwekkende voorstellingen geworden.

In de zes uur durende monsterproductie over het politieke bedrijf worden drie tragedies van Shakespeare over het klassieke Rome in één magistrale krachttoer zonder pauze achter elkaar gespeeld, in een open setting, waarbij het publiek het podium op mag en tussen de acteurs op de jaren zeventig-banken mag zitten en een drankje en een broodje kan bestellen aan de bar.

Het is een vorm die Toneelgroep Amsterdam al eerder onderzocht in de voorstellingen van Carina Molier, zoals Huis van de Toekomst en Ruigoord 2. Overal is de handeling te volgen op beeldschermen, en het informatiebombardement wordt compleet gemaakt door beelden van talkshows, weerberichten, sportwedstrijden en videoclips, plus nog een lichtkrant met achtergrondinformatie, de koppen van Teletekst en droog commentaar als “Nog 180 minuten tot de dood van Julius Caesar”.

In de eerste twee delen, Coriolanus en Julius Caesar, ligt het tempo hoog en gaan over het belang van imago in de politiek. Coriolanus is een militair die het niet zo op heeft met het gewone volk en daarom verbannen wordt en verraad pleegt, ondanks de inspanningen van de mannetjesmakers en de spin-doctors om hem heen. We belanden in de wereld van openstaande microfoons en cameraploegen achter de schermen. Het publiek op de sofa’s en aan de bar lijkt soms op toehoorders of VIP-spotters, maar zou soms ook prima een groepje verveelde parlementair journalisten kunnen zijn.

Aan de retorica van Shakespeare’s taal wordt steeds de retorica van het beeld toegevoegd. Het mooist komt dat tot uiting in de redes die Brutus en Marcus Antonius houden bij het graf van Caesar. Brutus (Jacob Derwig, mooi beheerst) houdt een keurige persconferentie, maar Antonius (een zinderende Hans Kesting) breekt de regels van het spel, toont authenticiteit en dwingt de camera hèm te volgen in plaats van andersom.

Die scène is het draaipunt van de voorstelling, ervóór is de politiek nog een zaak van de ratio, erna is alles alleen maar persoonlijk. Het is de opzet voor het derde stuk: Antonius en Cleopatra, waarin de liefde van Antonius voor de Egyptische koningin hem ten onder drijft in de burgeroorlog tegen Octavianus (een onderkoelde Hadewych Minis).

Niet alles in de voorstelling werkt: de meer ingetogen scènes, waarin het spelen met vóór en achter de schermen van minder belang is, zoals de samenzwering rond Brutus, hebben te lijden onder de open vorm. Het laatste uur, de klaagzang van Cleopatra (zeer knap gespeeld door Chris Nietvelt), is lang en na het hoge tempo is de verstilling tastbaar, maar ook zwaar.

Als aan het eind Bob Dylan The times they are a-changin’ zingt, blijkt die verandering niet te gaan over de overwinning van democratie en vrijheid, maar juist over de opkomst van de dictatuur. Octavianus brengt weliswaar vrede en voorspoed, maar symboliseert een berekende realpolitik, waarin voor idealisme geen plaats is; precies datgene waar alle personages de afgelopen zes uur tegen gestreden hebben.

Holland Festival: Romeinse Tragedies van Toneelgroep Amsterdam. Gezien 17/6/07 in de Stadsschouwburg. Aldaar t/m 23/6, en later weer in augustus, tournee. Meer info op www.toneelgroepamsterdam.nl

Recensie: Hoofd van Jetse Batelaan, Ro Theater

Parool,recensies — simber op 12 juni 2007 om 23:27 uur
tags: ,

Het is eigenlijk uitzonderlijk dat een jonge theatermaker die zo origineel en radicaal is als Jetse Batelaan er zelfbewust voor kiest om voor een zo groot mogelijk publiek te werken. Hij werkte eerder met Arjen Ederveen en met Carver en maakt nu voor het eerst een eigen voorstelling bij een groot gezelschap, het Ro Theater uit Rotterdam.

Net als zijn generatiegenoten Lotte van den Berg en Dries Verhoeven werkt hij aan een radicale theatervorm waarin hij vrijwel zonder tekst en met een even naïeve als melancholieke blik de wereld beziet. Maar juist door die naïeve blik is hun werk altijd helder en toegankelijk.

Vier spelers komen op, met een bos bloemen in de hand. Ze staan vol ingehouden verdriet naast een van de drie lege ziekenhuisbedden. Soms trekken ze even de al strakke lakens nog rechter of halen ze een kopje koffie uit de automaat. Soms sjouwen ze een levensgrote pop over hun schouder mee. Iedere pop heeft dezelfde kleren aan als een van de andere spelers en iedereen doet alsof die poppen niets bijzonders zijn.

Net als in zijn grote locatievoorstelling Broeders, vorige zomer, gebruikt Batelaan beelden en termen uit de zorg om wezenlijke dingen te zeggen over hulpeloosheid en mededogen. “Het geeft niet; we kunnen het allemaal niet” is zijn troostrijke motto. De voorstelling heeft geen verhaal of ontwikkeling, binnen een uur wordt eigenlijk één uitgebeende scène getoond. Een stilleven aan het ziekbed waar de toestand van de patiënt steeds “Stabiel” is totdat de dokter de “Uitslag” komt brengen die onveranderlijk “Slecht nieuws” luidt.

De combinatie van abstractie, absurdisme en alledaagsheid is Batelaan’s handelsmerk. De details -een saucijzenbroodje, een gesprekje over een annuleringsverzekering- zijn raak getroffen en maken de ziekenhuissituatie nog pijnlijker en onmachtiger. Het doet daarmee denken aan de geënsceneerde rouw uit de nieuwe fotoserie Grief van Erwin Olaf.

Maar Broeders was absurder en scherper. Grappig genoeg lijkt Batelaans werk op locatie hem de kans te geven de werkelijkheid scheef te zetten, terwijl hij hier in de theaterzaal een soort hyperrealisme nastreeft dat bij de toeschouwer verwachtingen opwekt die door de voorstelling niet worden ingelost. Wat overblijft is een mooie sfeertekening die meer met beeldende kunst te maken heeft dan met toneel.

Hoofd van het Ro Theater. Gezien 9/6 in de Toneelschuur in Haarlem. Volgend seizoen in Amsterdam te zien. Meer info op www.rotheater.nl

Recensie: Babel door het Wiener Burgtheater (Holland Festival)

Parool,recensies — simber op 11 juni 2007 om 08:41 uur
tags: , , , ,

Bij het scheuren van je kaartje krijgt iedere toeschouwer een donker stukje lichtfilter mee. Als aan het eind vele honderden kilowatts theaterlicht de zaal in schijnen begrijp je waarom.

De voorstelling Babel van het Burgtheater uit Wenen komt vooral voort uit woede. Woede over het wangedrag door Amerikaanse soldaten in de Abu Ghraib gevangenis, woede over het onthoofden van Westerse gijzelaars door Iraakse extremisten. Maar vooral woede over de pornografische uitbuiting van de beelden van die gebeurtenissen en de onmachtige onverschilligheid die ze bij westerse toeschouwers opriepen.

Want bij schrijfster en Nobelprijswinnaar Elfriede Jelinek liggen geweld en seks altijd dicht bij elkaar. Ze schreef een essayistische toneeltekst over dit immuunsysteem. Ze beschrijft de foto’s van soldate Lindy England met gevangen Irakezen, beschrijft verkrachtingen, kannibalisme en Oostenrijkse zelfhaat. Jelinek probeert met taal de gruwelijkheid nieuwe lading te geven, maar haar tekst is ook sarcastisch en muzikaal.

Regisseur Nicolas Stemann laat stukken tekst steeds terugkomen, maar verandert de setting radicaal. Soms spreken vrolijke kikkerachtige handpoppen, soms drie poedelnaakte mannen, soms met bloed besleurde acteurs. Tussendoor zien we een Talibanstrijder die een poppy religieus liefdesliedje zingt, een huisvrouw die het kruisbeeld boven de schouw vervangt door een foto van Bin Laden en een politicus in pak aan het kruis genageld.

De voorstelling is inmiddels ruim twee jaar oud. Het is jammer dat hij niet eerder te zien was, omdat Abu Ghraib in actuele schandaligheid inmiddels alweer is voorbijgestreefd door de CIA vluchten en geheime gevangenissen. De onverschilligheid die Jelinek aanklaagt is natuurlijk niet kleiner geworden, maar het collectieve schuldgevoel erover wel.

Maar in tegenstelling tot de netjes aangeharkte Angelsaksische theatervoorstellingen (zoals Hamlet en A Disappearing Number) die eerder in deze editie van het Holland Festival te zien waren, durft Babel tenminste wel onbegrijpelijk, schaamteloos en lelijk te zijn. Het is theatrale krachtpatserij, met brullende acteurs, harde muziek en een pijnlijke hoeveelheid licht. Maar het is ook spannend, noodzakelijk theater dat gelukkig niet gemaakt wordt om te behagen.

Maar toch, de voorstelling schuurt, maar snijdt niet. Het lichtfiltertje is het brevet van onvermogen. Hoe mooi en symbolisch het ook is om iedereen in de zaal zichzelf te zien beschermen tegen wat er op het toneel te zien is, het gezelschap geeft je al vóór aanvang de ontsnappingsmogelijkheid. De makers willen een fik stoken, maar maken eerst de lucifers nat.

Holland Festival: Babel van Elfriede Jelinek door het Wiener Burgtheater. Gezien 10/6/07 in de Stadsschouwburg. Aldaar nog 11/6. Meer info op www.hollandfestival.nl

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity