Recensie: ‘Quartett’ (HF)

Misschien zijn het inderdaad wel de twee beste acteurs van Europa, zoals ze hier en daar staan aangekondigd: Barbara Sukowa, bekend als Fassbinder-actrice, en Jeroen Willems, de Nederlandse steracteur die tegenwoordig veel in Duitsland werkt. Samen spelen ze Quartett van Heiner Müller op het Holland Festival, waar ze aantonen dat buitengewone acteurs nog geen goede voorstelling maken.

Het publiek zit aan weerszijden van een lange catwalk die de Stadsschouwburg doormidden klieft en mat wit licht geeft. Ze zitten aan de uiteinden als aan een eindeloze eettafel en ze paraderen, glijden en kruipen van het ene eind naar het andere. Quartett is een pijnlijk scherpe bewerking van de brievenroman Les liaisons dangereuses van Laclos, waarin een oudere en door de wol geverfde minnaar en minnares twee jongere, onschuldige vrouwen vernietigen, als beestachtig spel. Müller gebruikt het stuk om harde waarheden te zeggen over liefde, seks, sekse, macht en dood.

Maar de Zwitserse regisseuse Barbara Frey weet niet te duidelijk te maken waarom juist dit stuk juist nu gespeeld moet worden. Gaat dit over moderne mensen, met hun zelfzuchtige relaties en hun onwil om het leven serieus te nemen? Niets ervan, hier wordt alle interpretatie opzij gezet om ruimte te maken voor de acteurs.

Wat overblijft is dan ook fenomenaal acteurstheater. De personages zijn steeds uiterst onderkoeld, maar onder hun welsprekende façade smeult het. Deze twee acteurs laten steeds de speelse grimmigheid botsen met daadwerkelijke uitbarstingen van beestachtigheid. Zo koud en hard zie je het in het theater zelden. Maar zowel Sukowa als Willems laten steeds zien dat dit meedogenloze spel in de eerste plaats een keuze is van de personages, pas daarachter zit de tragiek.

Holland Festival: Quartett van Heiner Müller. Gezien 19/6 in de Stadsschouwburg. Aldaar t/m zaterdag. Meer info op www.hollandfestival.nl

Recensie: ‘Walking’ van Robert Wilson, Boukje Schweigmann en Theun Mosk (Oerol)

Parool,recensies — simber op 18 juni 2008 om 23:29 uur
tags: , , , ,

Theaterfestival Oerol op Terschelling wordt meestal geassocieerd met kermisachtig straat- en locatietheater, maar de laatste jaren toont festtivalleider Joop Mulder steeds meer artistiek hoogwaardig theateraanbod. Zo stond de op het festival gemaakte voorstelling Broeders dit jaar op de prestigieuze Wiener Festwochen en voor de huidige editie maakte de Amerikaanse kunstenaar Robert Wilson, wiens werk normaalgesproken in Het Muziektheater te zien is, de installatie/voorstelling Walking. Het bezegelt de high brow-allure die Oerol graag óók wil hebben.

Wilson werkte samen met de jonge Nederlansde theatermakers Boukje Schweigmann en Theun Mosk en bedacht een bedriegelijk simpel idee: het publiek maakt een vier uur durende wandeling over de oostelijke punt van het eiland. De grap is dat Wilson ons één voor één en met ruime tussenruimte vertraagd laat lopen – een soort kalme kuier. Die vertraging is kenmerkend voor de voorstellingen van Wilson, maar het is nu voor het eerst dat het publiek er actief deelgenoot van wordt.

En zo ga je als toeschouwer –na je horloge en telefoon afgelegd te hebben- mee in deze pelgrimage in slow-motion. Voor je en achter je strekt een dun lint van wandelaars zich uit door het fraaie duinlandschap. Je begint bij een zwarte, kegelvormige kuil tussen met riet bedekte muren, waaruit onheilspellende brultonen klinken. Vandaar gaat de route het natuurgebied in. In het begin loop je mee met de natuur, in de richting van de door de eeuwige wind gegroeide struiken en grashalmen.

Je moet trappen op en af, door deuren heen en een route volgen gemarkeeerd met stenen. Je hebt alle tijd om rustig te associëren. Zou hier wellicht sprake zijn van een tocht door de onderwereld? Het zou de Beatrice-achtige meisjes verklaren die aan het begin een stukje met je meelopen om het juiste tempo te bepalen. Het blanke duin wordt de louteringsberg. Na Homerus en Dante, die de reis van hun personages naar het rijk der doden beschreven kun je in het ervaringstheater de symbolische tocht nu zelf maken. Aan het eind is er opnieuw een kegel, nu lichtgekleurd en triomfantelijk rechtopstaand op het strand.

Het probleem is echter dat de meer spirituele kant van dit kunstwerk, die zeker wordt gesuggereerd, te zeer bij de toeschouwer wordt gelegd. Al kuierend kom je in een speciaal soort hypnose, die extra alert maakt op de natuur, het weer en je passen. Dat is bijzonder, maar de paar installaties eromheen voegen te weinig toe om de ervaring daadwerkelijk betekenisvol te maken.

Walking van Robert Wilson, Boukje Schweigmann en Theun Mosk. Gezien 18/6 op Oerol. Aldaar t/m 22/6. Meer info op www.oerol.nl

Recensie: ‘Molière’ van de Schaubühne (HF)

Parool,recensies — simber op 9 juni 2008 om 00:42 uur
tags: , , , ,

En steeds maar blijft het sneeuwen. De hele voorstelling Molière van de Vlaamse regisseur Luk Perceval, afgelopen weekend in het Holland Festival, valt het uit de kap van de Stadsschouwburg. Die sneeuw doet rare dingen met je waarneming: de vloer lijkt te golven, je ziet geen diepte, je blik heeft geen rustpunt.

Het uitgangspunt van Molière is een simpel idee: wat als de hoofdpersonen uit de satirische komedies van de Franse toneelschrijver één en dezelfde persoon zijn? Perceval toont De Misantroop, Don Juan, Tartuffe en De Vrek als één mens, wellicht Molière zelf. De intriges en de grappen van de afzonderlijke stukken laat hij voor wat ze zijn. Het gaat om de de zoektocht van één man.

Hij begint als idealist, maar raakt al snel teleurgesteld in zijn medemens. Hij vlucht in de hedonistische lust van Don Juan, die al snel verwordt tot cynische geestelijk leider Tartuffe, die zijn burgerlijke volgelingen zover krijgt dat ze hem hun vermogen en hun vrouwen aanbieden in ruil voor verlossing.

In zijn zoektocht naar waarheid en liefde vernietigt hij iedereen om zich heen, en hijzelf eindigt als incontinente baby, nog steeds krijsend om liefde, maar er verder van verwijderd dan ooit. De sneeuw verbeeld de paradoxale oerkracht van liefde en lust. Het is warm en koud, aanraakbaar en afstandelijk, koesterend en moorddadig. De spelers gebruiken het om zich te zuiveren en zich te beschermen, aan het eind verdwijnen ze bijna in de witte laag op het toneel.

Maar er is nog een oerkracht aanwezig: acteur Thomas Thieme die in de hoofdrol schreeuwend, tierend, zalvend, temend, rukkend en rappend de voorstelling bij elkaar houdt. Met niet meer dan een incontinentieluier om zijn dikke lijf en een microfoon om zijn hoofd gebonden, bezingt hij in zijn eindmonoloog op het ritme van een hartslag de beestachtige aantrekkingskracht van de liefde, geheel onbewust van de vrouw (de jonge Poolse actrice Patrycia Ziolkowska) die achter hem staat en hem overeind houdt. “Liebe ist… Liebe ist… Liebe ist…” herhaalt hij eindeloos, zijn egomane idee over liefde meenemend in de dood.

Zo krijgt de theatermaker Molière, die het liefst tragedies wilde schrijven, maar slechts succes had met zijn komedies, toch nog een tragisch monument. Kenners nemen aan dat Molière een groot acteur was en in zijn eigen stukken de hoofdrol speelde. Achter de spot met de burgerij laat Perceval de diepe zelfhaat van Molière zien.

Molière is een tergende voorstelling, groots en monumentaal, streng en rauw. Een aanslag op de zintuigen bovendien, die de toeschouwer murw gebeukt achterlaat. Maar Perceval, die sinds jaren in Duitsland werkt, en volgend jaar artistiek leider wordt van het Thalia Theater in Hamburg, geeft blijk van een bewonderenswaardig gevoel voor de oerkrachten van het theater en durft zijn visie tot in de uiterste consequenties door te voeren.

Daarom is het eigenlijk jammer dat het Holland Festival nu niet de oorspronkelijke vijf uur durende versie van Molière toont, maar de voor het lastige Berlijnse publiek tot drie uur ingekorte versie. De kadans van de sneeuwval, die op den duur tot een trance-achtige staat leidt heeft eigenlijk nog meer tijd nodig.

Holland Festival: Molière van de Schaubühne am Lehniner Platz Berlin. Gezien 7/6 in de Stadsschouwburg.

Recensie: ‘Richard III’ van het Sulayman Al-Bassam Theatre (HF)

Parool,recensies — simber op 9 juni 2008 om 00:40 uur
tags: , , ,

Arabisch is een taal die je in het theater niet hoort, behalve soms als er een terrorist ten tonele wordt gevoerd. Het Holland Festival brengt nu haar (bij mijn weten) eerste Arabisch-talige voorstelling, een actuele bewerking van Shakespeare’s Richard III. Maar hoewel het internationale gezelschap van schrijver en regisseur Sulayman Al-Bassam (geboren in Koeweit, gestudeerd in Schotland) bestaat uit een bonte mengeling van Syrische, Libanese, Koeweitse en Irakese acteurs en muzikanten, is deze voorstelling op en top Brits, geproduceerd door de Royal Shakespeare Company.

Het is een intrigerend idee om de politieke intriges van Richard III te verplaatsen naar een oliestaatje nabij de Perzische Golf: de hofcultuur met strijdende families, het gebrek aan democratie en de positie van vrouwen daar lijken veel meer op Shakespeare’s wereld dan het Europa van nu. Iedereen is schuldig aan Richard’s terreur: de machtsbeluste hofkliek, het cynische Westen, de machteloze vrouwen en het passieve volk.

Al-Bassam vertaalde veel metaforen naar beelden van de woestijn en het verwisselen van het christendom voor de islam blijkt helemaal geen grote ingreep. De voorstelling concentreetr zich op de plot en niet op de personages. De scènes vloeien vlot en filmisch in elkaar over en er is een overdaad aan vormgeving, halfdoorzichtige spiegels, projecties, een soundtrack én live muziek.

Het probleem met dit soort concepttheater is echter dat voor alle verschillen een oplossing gevonden moet worden. Soms zijn die erg mooi: Richard verleidt de vrouw wiens man hij heeft vermoord op een rouwdienst voor vrouwen, waar hij binnenkomt door een boerka te dragen. Maar door van de Franse vijanden op olie beluste Amerikanen te maken, van Richard’s vals bescheiden troonaanvaarding een slaafse talkshow op televisie en teksten toe te voegen die letterlijk verwijzen naar Saddam en de War on Terror, wordt de actualiteit van de voorstelling gewild en leeg.

Holland Festival: Richard III van het Sulayman Al-Bassam Theatre. Gezien 8/6/08 in Bellevue. Aldaar nog vanavond. Meer info op www.hollandfestival.nl

Recensie: ‘A streetcar named Desire’ van TA2

De afgelopen jaren hield regisseur Eric de Vroedt zich voornamelijk bezig met zijn Mightysociety project, tien zelfgeschreven voorstellingen over de actualiteit. Maar op uitnodiging van Toneelgroep Amsterdam zet hij nu zijn tanden in een moderne klassieker: A streetcar named Desire van Tennessee Williams. De voorstelling is de tweede onder de noemer TA2, een project van Toneelgroep Amsterdam en de Toneelschuur in Haarlem om jonge theatermakers binnen het kader van een groot gezelschap zich te laten ontwikkelen tot regisseurs voor de grote zaal.

De Vroedt is gelukkig eigenwijs genoeg om zijn eigen vormgever en een aantal acteurs mee te nemen. Hij gebruikt het gezelschap vooral om een grotere schaal te onderzoeken in gedegen teksttheater.

Het decor is een klein realistisch ingericht flatje, waarvan alle muren zijn weggehaald. De stopcontacten zeven in de ruimte, maar de inrichting, met vloerbedekking, meubels, een wc en een bad is bijna naturalistisch te noemen. Het publiek zit aan weerszijden en de uiteinden zijn ramen en aan de achterkant een balkon. Het is het eenvoudige lower class huishouden van Stella (Janni Goslinga) en haar man Stanley (Mohammed Azaay).

Op het moment dat Blanche (Tamar van den Dop) hier binnenkomt op haar metalen stilettohakken en met haar Burberry tas weet je: dit gaat problemen geven. De eerste helft van de voorstelling, de confrontatie tussen Stanley en Blanche en het langzaam ontrafelen van haar verleden wordt in hoog tempo en met veel humor gespeeld. Na de pauze, als Blanche haar greep op de realiteit verliest, wordt de spanning steeds verder opgevoerd.

Van den Dop en Goslinga als zusters is een geweldige vondst. Met hun supervrouwelijke lichamen in steeds blotere thrash jurken domineren ze het huis en weten ze de grootsprakerige Stanley met een handbeweging tot een klein jongetje te reduceren. Samen hebben ze een speciale manier van praten, theatraal en met rare stemmetjes; pas te laat realiseert Stella zich dat het voor Blanche geen spel is, maar een overlevingsstrategie.

Het is jammer dat De Vroedt in het programma en de voorpubliciteit zoveel nadruk leggen op de multiculturele interpretatie van het stuk. Juist dat deel van de voorstelling (Blanche als postmoderne, seksueel vrijgevochten vrouw tegenover Stanley als allochtoon met traditionele waarden, en Stella en de overige personages als gematigden) komt niet uit de verf. De verdienste van de De Vroedt is veeleer dat hij uitstekende multiculturele acteurs (naast Azaay ook Çigdem Teke) naar het nog steeds erg witte Toneelgroep Amsterdam brengt.

A streetcar named Desire van TA2 (Toneelgroep Amsterdam en Toneelschuur Producties). Gezien 29/5/08 in de Toneelschuur Haarlem. Aldaar t/m 7/6. Te zien in Amsterdam (Frascati) 16 t/m 27/9. Meer info op www.toneelgroepamsterdam.nl

Voorbeschouwing Dertien Rijen

overig,Parool — simber op 28 mei 2008 om 21:23 uur
tags: , , , ,

Het is geen gezelschap, geen voorstelling en geen festival, maar toch staat het vanaf morgen drie weken lang in theater Frascati in de Nes: Dertien Rijen. Gedurende die tijd zullen theatergroepen ’t Barre Land en Discordia, aangevuld met vrienden en gasten Frascati 1 in bezit nemen en voorstellingen en late-night specials spelen. Tussen het opbouwen van het decor ’s middags en verder repeteren ’s avonds hebben Vincent van den Berg van ’t Barre Land en Annet Kouwenhoven van Discordia even tijd voor een gesprek.

Voor je het weet ben je met deze toneelspelers verzeild geraakt in een discussie over het opvoeren van Brecht, het repertoire in Parijs in de jaren ’30 en toneelstukken over toneelspelers. Zowel Discordia als ’t Barre Land zijn dan ook geen groepen waarin de regisseur een stuk uitkiest en de acteurs dat keurig uitvoeren. Dit zijn toneelcollectieven waarin de stukkeuze, bewerking, decor, techniek en uitvoering een gezamelijke verantwoordelijkheid zijn waarin de verschillende elementen steeds in elkaar overlopen.

“We gingen op zoek naar zogenaamde ‘backstage comedies’”, vertelt Kouwenhoven: “toneelstukken die gaan over de wereld achter het toneel. Molière schreef er een (l’Impromtu de Versailles) die gaat over toneelspelers die zitten te wachten op de koning. De Franse schrijver Jean Giraudoux bewerkte dit in de jaren ‘30 voor zijn eigen toneelgezelschap. De namen van de personages zijn dan ook de namen van de acteurs van zijn troupe.”

“Onze voorstelling Impromptu is gebaseerd op dit stuk, maar weer versneden met andere stukken, Intermezzo –ook weer van Giraudoux- en Colombe van Anouilh. Die laatste is uit de jaren vijfig en lijkt een burleske komedie, maar eigenlijk is het een stuk over vrouwenemancipatie.” Kouwenhoven is niet bang voor eventuele verwarring bij het publiek: “De plots van die stukken zijn zo overdreven geconstrueerd, het is sowieso niet nodig om die te begrijpen. Het zijn slechts vervoermiddelen, het eigenlijke onderwerp is het spelen van de voorstelling. We zijn nu in de repetities aan het uitzoeken hoe wij het ook weer commentaar op ónszelf kunnen maken.”

Maar wat is Dertien Rijen nou eigenlijk precies? “Dertien Rijen is een samenwerkingsverband tussen verschillende kleinere toneelgroepen,” verklaart Van den Berg: “’t Barre Land en Discoria zijn de gangmakers, en Dood Paard en Vlaamse groepen zoals Stan en De Roovers doen vaak mee. Wij vinden dat ook in de kleine zaal ensemblevorming mogelijk moet zijn, niet door één grote supergroep te maken, maar over de gezelschappen heen. Al die afzonderlijke gezelschappen zijn klein en de schaal van hun voorstellingen is steeds hetzelfde.”

“Wij merken dat het heel andere dingen oplevert als je met heel veel mensen op de vloer staat. En daarnaast is het heel goed om jouw manier van werken te confronteren met die van anderen. Er wordt nu al veel gecoproduceerd, maar dat is altijd ad-hoc. Wij willen werken aan repertoireopbouw en stijlontwikkeling, terwijl we expertise en hardware kunnen delen.”

Volgens Kouwenhoven moet die samenwerking nog ruimer worden: “Het moet in de loop der tijd groter worden, maar dat is een kwestie van tijd en middelen. Maar uiteindelijk moeten allerlei soorten acteurs kunnen inhaken, ook van Toneelgroep Amsterdam. Maar we willen het niet te veel op voorhand plannen.”

Naast Impromtu zijn er late-night specials. Na de voorstelling zijn er bandjes en Barre Land-acteur Martijn Nieuwerf zal de eerste schetsen tonen van zijn voorstelling over Bob Dylan. Van den Berg erkent dat het soms lastig is voor de theaters om met zo’n minimale planning te werken: “Er komt toch een hele kermis binnen. Dat kan alleen als er geschiedenis is. Maar er kan vaak veel meer dan je verwacht. Je moet er soms hard voor vechten, maar het kan wel. Zolang je maar niet hoeft te werken binnen kantoortijden.”

Dertien Rijen: 29/5 t/m 14/6. Meer info op www.dertienrijen.nl

Reportage: ‘Broeders’ van Jetse Batelaan op de Wiener Festwochen

buitenland,overig,Parool,PS Kunst — simber op 23 mei 2008 om 00:25 uur
tags: , , , ,

De Schwartzenbergplatz in Wenen is een druk verkeersplein, omringd door statige neo-renaissance gebouwen die zo kenmerkend zijn voor de Oostenrijkse hoofdstad. Auto’s, bussen, trams en een paar fietsers rijden haastig voorbij. Op het plein staat een grotesk Russisch monument voor de gevallenen in de Tweede Wereldoorlog. Voor het monument spuit een hoge fontein, volgens boze tongen zo gepositioneerd om het zicht op het monument te blokkeren. En daar weer voor staat een vierkante omheining van houten schotten, die niet helemaal in de omgeving lijkt te passen.

’s Avonds zitten er binnen de schotten mensen aan tafels. Hun hand wordt vastgehouden door witgeklede verplegers. Ze hebben geen idee dat die verplegers er zijn, maar zodra hun hand wordt losgelaten zakken ze als levenloze poppen in elkaar. Ze praten niet, behalve in woedende of verdrietige uitbarstingen. Als die te heftig worden ze door de verplegers op een brancard gezet en door de deur naar buiten gedragen. Kort erna komen ze weer binnen; de ‘patiënten’ in verplegerswit, de verplegers ineens in ‘normale’ kleren.

Continue reading “Reportage: ‘Broeders’ van Jetse Batelaan op de Wiener Festwochen” »

TF jury maakt selectie bekend

De jury van theaterfestival TF heeft vandaag haar keuze van elf hoogtepunten uit het afgelopen theaterseizoen bekend gemaakt. De eigenzinnige selectie bevat veel zogenaamd ervaringstheater, waaronder vier locatievoorstellingen. Als alle voorstellingen tijdens het festival hernomen kunnen worden, zal het publiek in september kunnen worden rondgeleid door een V&D warenhuis, in bed worden toegestopt door acteurs, mee moeten doen met een actie tegen verstoringen van jeugdvoorstellingen, aan de bar zitten eten en zelfs een auto winnen.

Ook zijn de makers van de geselecteerde voorstellingen opvallend jong: Laura van Dolron, Dries Verhoeven, Jetse Batelaan (regisseur van Het geheven vingertje) en de makers van Wunderbaum, Abattoir Fermé en De Veenfabriek zijn allen rond de dertig. Met deze selectie maakt de jury onder voorzitterschap van komiek Raoul Heertje een scherpe breuk met eerdere jaren toen publiekssuccessen als De Familie Avenier en Opening Night de boventoon voerden.

Dit jaar is het alom bejubelde Romeinse Tragedies van Toneelgroep Amsterdam de enige voorstelling van een groot Nederlands gezelschap dat de selectie heeft gehaald. De keuze bevat vier Vlaamse voorstellingen, sommige van gezelschappen waar zelfs toegewijde theaterliefhebbers nog nooit van gehoord zullen hebben.

De jury is dit jaar gegroeid van vijf naar zeven leden en ook inhoudelijk versterkt, en heeft nu naast Heertje een hoogleraar Theaterwetenschap, een schouwburgdirecteur, twee critici, een programmeur en een theatermaker in de gelederen. TF vindt dit jaar plaats van 4 t/m 14 september en toont naast de juryselectie ook enkele voorstellingen die zijn genomineerd voor de Toneel Publieksprijs.

De TF-selectie van het seizoen 2007/2008

Romeinse tragedies – Toneelgroep Amsterdam
Kamp Jezus – Wunderbaum
Missie – Koninklijke Vlaamse Schouwburg
Rococo – Hotel Modern
Laatste nachtmerrie – Laura van Dolron
Tourniquet – Abattoir Fermé
Het geheven vingertje – Theatergroep MAX.
Haar leven haar doden – De Veenfabriek
Mijnheer Porselein – Studio Orka
U bevindt zich hier – Dries Verhoeven
www.win-een-auto.com – Bad van Marie

Recensie: ‘De Eenzame Weg’ van De Theatercompagnie

Parool,recensies — simber op 18 mei 2008 om 17:00 uur
tags: , , , ,

De Oostenrijkse toneelschrijver Arthur Schnitzler lijkt aan een revival bezig. Vorig jaar speelde De Theatercompagnie al Het Wijde Land, en de afgelopen seizoen speelde toneelgroep ’t Barre Land zowel Anatol als Gustl & Else. De Eenzame Weg, nu te zien in het Compagnietheater, werd vorig jaar nog uitgevoerd in een gedecontrueerde versie door de Vlaamse groep Stan.

Schnitzler lijkt zo’n beetje de plek van Ibsen te hebben ingenomen in het theaterlandschap. Beide schrijvers gaan diep in op de psychologie van hun personages, maar bij Ibsen gaat het vaak om rebellie tegen de morele orde, terwijl er bij Schnitzler juist geen enke moreel houvast meer is.

In Het Wijde Land verzamelt de stervende Gabriele Wegrath (een kleine maar mooie rol voor Anneke Blok) haar familie en vrienden om zich heen; haar man, de professor; een zoon in het leger (een opvallend goede Benja Bruijning); een zoekende jonge dochter (Katja Herbers); een vrijgezelle oudere schrijver. Na haar dood blijkt de erfenis een groot geheim te bevatten: haar zoon is verwekt door een ander, de vrijgevochten kunstenaar Julian, die –nu hij ouder begint te worden- de eenzaamheid wil bestrijden door een band met zijn kind op te bouwen. Julian wordt prachtige neergezet door Jappe Claes, waardig maar onderkoeld wanhopig.

Regisseur Theu Boermans zag in Het Wijde Land een metafoor voor de baby-boomgeneratie die altijd voor zichzelf heeft gekozen en die met de dood voor ogen zoeken naar een uitweg uit de eenzaamheid. “En wat als ze zelfmoord had gepleegd?” vraagt de zoon aan Julian, nadat die verteld heeft hoe hij Gabriele verliet. “Ik denk dat ik op dat moment geloofde dat ik het waard was”, is Julian’s antwoord, het centrale egoïsme van zijn generatie op z’n hardst verwoordend.

De zaal wordt door een zwarte, golvende skatebaan overdwars doormidden gedeeld, met het publiek aan weerskanten. Op deze lange speelvloer wordt, vooral in de tweede helft, de extreme afstand tussen de acteurs ten volle benut. De muziek bestaat (volgens het nieuwe Ivo van Hove-principe: één artiest per voorstelling) uit liedjes van Bob Dylan.

De voorstelling is sober en –zoals we van Boermans zijn gaan verwachten- kraakhelder en uitstekend gespeeld, maar mist ook urgentie. De sfeer blijft de drie uur durende avond vooral berustend. Katja Herbers speelt een mooie rol en haar lot wordt begeleid door een spectaculair effect, maar in Boermans’ interpretatie hangt haar personage er maar een beetje bij.

De voorstelling werkt vooral als interessante aanvulling op De Wilde Eend, van Ibsen, eerder dit seizoen bij de Theatercompagnie. Daar was de waarheid over een onecht kind genoeg om een gezin in het onheil te storten. Hier kan die waarheid overwonnen worden.

De Eenzame Weg van De Theatercompagnie. Gezien 16/5/08 in het Compagnietheater. Aldaar t/m 7/6. Meer info op www.theatercompagnie.nl

Verslagje Wiener Festwochen

buitenland,Parool,verslagjes — simber op 12 mei 2008 om 23:01 uur
tags: , , , , ,

Het EK voetbal begint er over iets minder dan een maand, maar Wenen blijft de gekte tot nu te beperkt. Goed, de metro rijdt sinds een paar dagen tot aan het Ernst Happel Stadion en de vele taartenbakkers van de stad leven zich uit in voetbalmodellen, maar de traditierijke cultuurstad heeft op het moment wat anders aan het hoofd: de Festwochen zijn begonnen. De Wiener Festwochen is sinds jaren een van de meest prestigieuze podiumkunstfestivals van Europa, maar toch ontkomt de culturele elite van de stad niet aan de voetbalmanie: sponsor A1 deelt speciale Festwochen-voetbalsjaaltjes uit, waarmee die fanatiek gedragen worden door de vele bobo’s op de premièrefeestjes.

Deze editie heeft speciale aandacht voor Nederland, en brengt verderop voorstellingen als Romeinse Tragedies van Toneelgroep Amsterdam en Broeders van Jetse Batelaan. Maar ook het ‘reguliere’ festivalaanbod is zeker de moeite waard.

Er is zelfs één voetbal op het toneel te zien, zij het een leeggelopen, ingeklapt exemplaar. De Vlaamse regisseur Luk Perceval –bekend van Ten Oorlog– maakte bij de Münchner Kammerspiele Troilus und Cressida, waarin hij Shakespeare’s zuivere, jonge liefdespaar in de Trojaanse oorlog neerzet tegenover een kinderachtige groep oude mannen, die zonder plan een oorlog zijn ingehold en nu geen idee hebben hoe ze eruit moeten komen.

In een leeg toneelhuis, met neerdruppelend water als onder een lekkend dak, zet Perceval zijn rituele, grootse beeldentaal in om oeroude verhalen naast het laatste nieuws te zetten. Bewerker Paul Brodowsky gebruikt Shakespeare’s structuur en taal slechts als aanzet, en niet al zijn vondsten werken, maar toch is het groots en monumentaal theater. Dat belooft nog wat voor Perceval’s Molière, een eerdere regie, die in juni in het Holland Festival te zien is.

Al even monumentaal is Platz Mangel van de Zwitserse sterregisseur Christoph Marthaler. Zijn laatste speelt zich af bovenop een berg op het station van een kabelbaan. Eens in de zoveel tijd komt de gondel binnen die nieuwe personen binnen brengt. Het decor is dit keer niet van zijn vaste vormgever Anna Viebrock, maar Frieda Schneider werkt op dezelfde, enorme schaal. Het blijkt een sanatorium waar de krankzinnige patiënten en de al even krankzinnige verzorgers geheel inwisselbaar zijn.

Zoals altijd bij Marthaler is er geen sprake van een helder verhaal, wordt er prachtig gezongen en is de fysieke, beetje platte humor vaak onweerstaanbaar grappig. Vooral het gebruik van de muziek van de Oostenrijkse jaren 80 synthesizerband Modern Talking is hilarisch (en kon in Wenen op groot enthousiasme rekenen). Marthaler maakte deze voorstelling in zijn thuisstad Zürich, na enkele jaren afwezigheid. Je zou Platz Mangel -een woordspeling op “platzmangel”: “ruimtegebrek”- kunnen zien als hard commentaar op zijn geestelijk gestoorde, lichamelijk onzekere thuisland.

Maar hoewel plastische chirurgie, orgaandonatie en -via de Johannes Passion- het lichamelijke lijden van Christus aan de orde komen, blijft de voorstelling nogal gemakzuchtig. Marthalers vaste patroon van losse scènes en mooi zingen is bekend en wordt bijna clichématig.

Al met al verschilt het festivalaanbod helemaal niet zo wezenlijk van het Holland Festival of KunstenFestivalDesArts in Brussel. Wat wel opvallend anders is, is het grote enthousiasme en de betrokkenheid van de gewone Weners bij het theater in het algemeen en de Festwochen in het bijzonder.

Volgende week woensdag in PS Kunst: jonge theatermaker Jetse Batelaan op de Theatertreffen.
De Wiener Festwochen duren nog tot 15 juni. Meer info op www.festwochen.at

« Vorige paginaVolgende pagina »
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity