Sinds een paar jaar schrijf ik samen met Floortje Bakkeren een jaaroverzicht in het Theaterjaarboek.
We doen dit op basis van gegevens uit de TIN-database, recensiekranten en meningen van theaterrecensenten. De artikelen van de afgelopen twee jaar kunt u hier downloaden als PDF. Het aankomende theaterjaarboek, met een nieuw overzichtsartikel verschijnt in november, binnenkort hier een sneak preview ;-)
NB. De artikelen zijn op a4 niet zo overzichtelijk als in het Theaterjaarboek, bovendien ontbreken de lijstjes van de critici.
Zomer 2004 werd ik gevraagd om een column te schrijven voor een afscheidsbundel voor scheidend Theaterfestivaldirecteur Arthur Sonnen. Driekwart jaar later was die afscheidsbundel drie keer in andere handen overgegaan en eindigde het als Boekmancahier. Van mijn stukje geen spoor meer.
Toen ik hoorde dat dit boekje ter gelegenheid van het afscheid van Arthur Sonnen als onderwerp “de theaterbezoeker” meekreeg, moest ik toch even gniffelen. Want op enige consideratie voor het theaterpubliek heb ik Het Theaterfestival toch niet vaak kunnen betrappen. De afgelopen tien jaar is de publieke belangstelling voor het toneel flink gegroeid, maar van deze groei is op het festival bar weinig te merken. Integendeel. De selectie van voorstellingen die de festivaljury (en later de curator) presenteerde werd in Nederland lauwer en lauwer ontvangen, totdat afgelopen mei het dieptepunt werd bereikt: het kon niemand meer iets schelen. Arthur Sonnen maakte zijn festival voor een elitair publiek. Hij hield van dat elitaire publiek, van mensen die naar het theater gaan met de bedoeling daar wijzer van te worden. Hij was zich er zeer van bewust dat dit een kleine groep was maar verdedigde zijn visie hartsochtelijk tegen het idee dat theaterpubliek bestaat (of zou moeten bestaan) uit consumenten. Zijn ideeën -en die van de jury’s en curatoren die hij uitkoos- leidden tot een festivalselectie die steeds verder verwijderd raakte van smaak van het grotere toneelpubliek in Nederland. Bijvoorbeeld: in 1998 kon Hamlet van De Trust nog zowel de Grote Theaterfestivalprijs als de Gouden Gids Publieksprijs winnen. De afgelopen twee jaar is er geen enkele overlap meer tussen de festivalselectie en de publieksprijs-finalisten.
U zult wellicht verwachten dat ik als redacteur van een website die met enige overdrijving pretendeert het gesundes Volksempfinden op theatergebied te weerspiegelen blij zal zijn met het verscheiden van een zo elitair instituut als Het Theaterfestival. Zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Ik ben erg gehecht aan het Theaterfestival, al heb ik er graag en veel op gescholden. De problemen zaten hem volgens mij vooral in de uitvoering. Het enthousiasme dat Arthur Sonnen altijd wist op te brengen voor de abstracties waarmee hij zijn festival omringde -het debat tussen Nederland en Vlaanderen; de wetenschappelijke verslaglegging van het jureringsproces; de verdediging van de kunst tegen de uithollende werking van het economische denken- leek ten koste te gaan van de wil en de noodzaak om een leuk en gezellig festival te organiseren. Bovendien kon hij de laatste jaren nauwelijks het enthousiasme van het theaterveld opwekken om van het jaarlijkse toneelfeestje méér te maken dan een verplicht nummer waarop met tegenzin werd meegedanst.
Het Theaterfestival heeft de laatste aanval van de onverschilligheid niet overleeft. Met Moose hebben we het overlijden van het festival herhaaldelijk aangekondigd en ik denk dat het beter is dat het verdwijnt. Bovendien is er nu al sprake van een wederopstanding: er is een potje geld, enkele schouwburgdirecteuren hebben zich al gemeld voor de uitvoering. Het nieuwe festival wordt leuker, die voorspelling durf ik wel aan. Maar waarschijnlijk wordt het een festival voor consumenten. Daarom zal ik het oude festival missen. De discussies in bijna lege zaaltjes; de enorme productie aan dikke publicaties met het eenvoudige geel kartonnen kaftje; de nieuwsgierigheid naar hoeveel van de geselecteerde voorstellingen je gezien hebt; en Arthur Sonnen zelf natuurlijk, die het allemaal “toch aardig” vindt. Ik hoop oprecht dat hij een nieuwe functie vindt in België of Duitsland, waar er bredere steun is voor hogere kunst. Over een aantal jaar zal hij ongetwijfeld een triomfantelijke rentree maken in de Nederlandse kunstwereld, met een buitengewoon zinvol initiatief, voor een elitair publiek. Ik kijk er nu al naar uit.
Simon van den Berg
Simon van den Berg is redacteur van theaterwebsite Moose (www.moose.nl)
Dit zijn lijstjes die ik schreef voor het Verleiding-boekje dat de VNT uitbracht voor seizoen 2004/2005. In die brochure worden alle VNT gezelschappen gepresenteerd met hun plannen voor het aankomende toneelseizoen. Deze lijstjes en nog wat interviews moesten wat lucht in de zaak brengen.
I. 6 Nederlandstalige stukken
Er wordt wel gezegd dat Nederland geen traditie van toneelschrijvers heeft. Toch heeft de geschiedenis een klein aantal meesterwerkjes opgeleverd, en toevallig worden die dit seizoen allemaal gespeeld. Daarnaast is er de laatste jaren een ware vloedgolf van nieuwe toneelschrijvers opgekomen, die veel nieuwe stukken schrijven, vaak speciaal geschreven voor een groep acteurs of een regisseur.
– Op hoop van zegen van Herman Heijermans door ZT Hollandia
De enige échte toneelklassieker van Hollandse bodem wordt dit jaar gespeeld door ZT Hollandia. De regisseur wordt de Zwitser Christoph Marthaler. Wat zou deze inwoner van het land van bergen en chocola maken van dit vissersdrama?
Continue reading “8 lijstjes voor De Verleiding” »