In memoriam: Kitty Courbois

In Memoriam,Parool — simber op 18 maart 2017 om 15:30 uur
tags:

De meest magische stem van het Nederlandse theater klinkt niet meer. Zaterdag is op 79-jarige leeftijd actrice Kitty Courbois overleden. Courbois was de beeldbepalende actrice van haar generatie met rollen in films als Het gangstermeisje, Leedvermaak en Op hoop van zegen. Als geen ander combineerde ze een aristocratische gratie aan aardse intensiteit.

Courbois werd in 1937 geboren in Nijmegen. Na de middelbare school kwam ze in een cabaretgroepje terecht met Ted de Braak, waar ze Franse chansons zong. Ze gaat naar de toneelschool in Arnhem, waar ze haar eerste man, schilder Rik van Bentum, ontmoette. Na haar afstuderen kan ze terecht bij de Nederlandse Comedie, het gezelschap dat dan de Stadsschouwburg Amsterdam bespeelt. Meteen in haar eerste jaar wordt ze genomineerd voor een Colombina voor haar rol in De getatoueerde roos.

In Amsterdam komt ze terecht in een artistieke vriendengroep rondom Ramses Shaffy en Joop Admiraal. Frans Weisz vraagt haar voor zijn eerste lange film Het gangstermeisje en daarna doet ze zeven films achter elkaar. “Ik kwam, zonder het in de gaten te hebben, met mijn rollen steeds meer terecht in de hoek van de wilde, emotionele Italiaanse types. Ik heb veel moeite gehad daar weer uit te raken”, zei ze daar later over in een interview.

Eind jaren ’60 verandert het toneel. Courbois wordt een van de weinigen die vrij moeiteloos de overgang weet te maken van het klassieke toneel van de ‘gouden jaren’ naar het artistieke, geëngageerde theater van de jaren ’70. Ze wordt een van de vaste actrices bij toneelgroep Baal van Leonard Frank, dat nieuwe auteurs speelde zoals Botho Strauss, Thomas Bernhard en Judith Herzberg.

De verandering van speelstijl ging overigens niet helemaal vanzelf: “Bij de Nederlandse Comedie was het altijd Stanislavski voor en achter: Waar Kom Je Vandaan? Waar Ga Je Naartoe? En opeens stond ik daar maar gewoon te brullen: Báháal!!!” Dat je de psychologie achter die rol moest loslaten, dat was voor mij zo’n stap.”

Nog bij de Nederlandse Comedie ontmoet ze de Vlaamse schrijver Hugo Claus, die in 1969 zijn eigen toneelstuk Vrijdag regisseert in Amsterdam. De twee krijgen een stormachtige affaire, die Claus later verwerkt in zijn boek Het jaar van de kreeft.

In 1987 wordt Courbois door Gerardjan Rijnders gevraagd voor het dan splinternieuwe Toneelgroep Amsterdam. Ze zal tot haar dood aan het gezelschap verbonden blijven. Ze speelde in de wild experimentele montagevoorstellingen van Rijnders zoals, Titus, geen Shakespeare en Count Your Blessings, maar ook in lichter repertoire als Mooi weer vandaag. Onder Ivo van Hove speelde ze in Zomertrilogie en in 2015 in Kings of War, haar laatste rol.

In 2010 stelde Toneelgroep Amsterdam ter gelegenheid van haar vijftigjarige jubileum een prijs in met haar naam: de Courbois-parel. Het is een doorgeefprijs voor actrices die zowel in het theater als in film en op televisie indruk maken bij een breed publiek. Courbois gaf de prijs in 2013 door aan Halina Reijn.

Courbois was als actrice altijd zoekend. Ze hield van repeteren, het zoeken naar de existentiële interpretatie van haar personage en ze genoot ervan als het misging op het toneel en ze dat moest oplossen. Als kunstenaar hoort ze bij de generatie van ’69, die het theater een beslissende vernieuwingsimpuls heeft gegeven.

Daarover zei ze in 2010: “We zijn bij Toneelgroep Amsterdam altijd met jonge mensen in de weer geweest, om ze te helpen, ze op hun gemak te stellen. Het ligt denk ik voor een belangrijk deel aan onze generatie toneelspelers dat de hiërarchie in het toneel en daarmee ook het isolement van de oudere acteur en actrice definitief zijn opgeheven. En daar ben ik wel trots op.”

In Memoriam: Will Spoor

In Memoriam,Parool — simber op 9 december 2014 om 14:58 uur
tags: , ,

In Amsterdam is op dinsdag 25 november op 86-jarige leeftijd theatermaker Will Spoor overleden. Spoor is een van de grondleggers van de mime in Nederland, een genre dat hij bevrijdde uit de clichés van de pantomime (Pierrot, opgesloten in een glazen kist). Daarnaast is hij bekend van zijn rol als Snuitje, de helft van het bandieten duo Snuf & Snuitje, uit de tv-serie Pipo de Clown uit het begin van de jaren zestig.

Willem Jan Spoor werd in 1927 geboren in Amsterdam als telg van een oorspronkelijk Friese familie die veel toneelspelers en artiesten voortbracht. Zelf ging hij naar het conservatorium om viool en altviool te studeren, maar in 1951 vertrok hij naar Parijs om les te krijgen van theatervernieuwer Etienne Decroux, die op zoek is naar een dramatische kunst, gespeeld met alleen het lichaam.

Spoor beschouwt zijn lichaam als een muziekinstrument, “mijn ruggegraat wordt een vioolsnaar.” Terug in Nederland werkt hij in steeds wisselende theatergroepen – Waste of Time, Inccoprodinc, No 12, Onk Theater Overal – zijn ideeën uit. Daarnaast werkt hij met het Willem Breuker Collectief, is hij docent en poppenspeler en blijft hij geïnteresseerd in het onderzoeken van notatiesystemen voor mimecomposities, zogenaamde mimografieën.

In zijn theater legt hij de nadruk op anarchisme, op het hier en nu van theater en op het belang van denken voor spelers. “Een speler moet niet mooi bewegen”, zei hij in een interview, “maar bewegen zoals hij denkt. Dus daar heb je het al: denken.”

Spoor is hiermee –samen met onder anderen Jan Bronk, Rob van Reijn en Frits Vogels– van enorme invloed geweest op het Nederlandse theater. Alleen in Nederland is een mime een apart genre (met een wereldwijd hoog gewaardeerde opleiding aan de Theaterschool in Amsterdam), een soort vrij veld tussen toneel, dans en performance, waar een enorme diversiteit van stijlen naast elkaar kan bestaan, van de praatmime van Nieuw West tot het poëtische ervaringstheater van Boukje Schweigman.

In 1997 nam Spoor afscheid als maker met de voorstelling Niemandsland. Hij werd een karakteristieke Amsterdammer, die op zijn groene tractor de binnenstad doorkruiste en achter een borreltje een vertrouwd gezicht was in zijn stamkroegen aan het Rapenburgerplein.

Daar werd hij af en toe nog opgehaald door jonge meisjes van de Theaterschool die graag met hem wilden werken. Hij speelde in voorstellingen van regisseur Thabi Mooi, voor wie hij in haar afstudeervoorstelling Roerend Stil op locatie op Het Stenen Hoofd een memorabel Beckett-personage creëerde. Zijn laatste voorstelling speelde hij eerder dit jaar op Oerol. In Alle dagen dwaalde hij door de duinen, op de voet gevolgd door een kleine jongen.

In Memoriam Jeroen Willems

In Memoriam,Parool — simber op 4 december 2012 om 10:30 uur
tags:

Broeierige blik, geheimzinnige kop, hypnotiserende stem. Met de plotseling overleden Jeroen Willems verliest Nederland een acteur van de buitencategorie. Hij stierf in het harnas, nadat hij in elkaar was gezakt tijdens de repetities voor het feestelijke gala ter gelegenheid van het 125-jarig bestaan van Koninklijk Theater Carré.

Willems was een zeldzaam veelzijdig acteur. Hij begon zijn carrière in de autosloperijen en plantenkassen waar Theatergroep Hollandia van Johan Simons en Paul Koek bij voorkeur speelde. Vervolgens veroverde hij Europa met de solo Twee Stemmen, waarin hij een dozijn personages van Pasolini speelde. Hij kon de voorstelling spelen in vier talen, alnaargelang het land waar hij stond. Daarna maakte hij een bruuske wending en ging zingen. De voorstelling Brel, de zoete oorlog, met in het Nederlands vertaalde liederen van Jacques Brel, betekende zijn doorbraak bij een groter publiek. Hij won er de Louis d’Or voor, de belangrijkste Nederlandse toneelprijs.

En tussendoor speelde hij rollen in talloze films en televisieseries, van de zachte prins Claus in Majesteit (waarvoor hij een Gouden Kalf won), tot de geniepige closet-homo Wim Sonneveld in Bij ons in de Jordaan, en van aantrekkelijke Amsterdamse rechercheur in Ocean’s 12, tot enigmatische gangster in Cop vs. Killer, een rol die hem eerder dit jaar zijn tweede Gouden Kalf opleverde, op de editie van het Nederlands Film Festival waar hij gast van het jaar was. En dan leende hij zijn bronzen stem ook nog voor het inspreken van luisterboeken, waarvoor hij ook een prijs won.

Willems werd in 1962 in Maastricht geboren en groeide op in het Limburgse Welten in een artistiek gezin. Zijn ouders kenden elkaar van de theaterschool. Zijn vader, die stierf toen Jeroen vijftien was, was dramadocent, zijn moeder logopediste die graag gedichten voordroeg. Het kostte Willems zeven audities om aangenomen te worden op de Toneelschool Maastricht. Daar leerde de met zwaar Heerlen’s accent sprekende Willems ABN als was het een nieuwe taal, de basis voor zijn latere talenknobbel.

Willems kon zo veelzijdig worden door zijn eigenheid. Niet alleen zijn markante hoofd was uit duizenden herkenbaar, ook zijn aura van duister mysterie nam hij mee in iedere rol. In zijn films is Willems altijd een enigmatische verschijning. Achter zijn strakke gezicht lijken zijn personages altijd iets te verbergen te hebben. “Als ik vraag om een kopje koffie, denk je: of hij gaat me zo vermoorden, of hij wil met me naar bed. Ik slaag er kennelijk niet in om het bij dat kopje koffie te houden.”

Op het toneel waren zijn personages nooit mensen in wie je je kon herkennen. Hij tóónde zijn personage. Hij liet altijd merken dat het spel was, iets kunstmatigs. Zelf zei hij daarover: “Als je naar een groot acteur gaat kijken, en daar schaar ik me dan maar even tussen, dan wil je toch niet dat die verdwijnt, je wilt juist hém zien, zien zijn, ín een personage.”

Misschien was het die kwaliteit die Willems zo geliefd maakte in Duitsland. Toen regisseur Johan Simons artistiek leider werd van de Münchner Kammerspiele, was Willems een van de acteurs die hij met zich mee nam. Hij speelde er een paar van zijn mooiste rollen, zoals een oude, uitgebluste rechter in Drei Farben en de titelrol van de krankzinnige koning in Ludwig II (in regie van Ivo van Hove). Paradoxale rollen, die geheimzinnig werden juist door de oprechtheid waarmee hij liet zien hoe hij het deed.

Willems verbond zich niet vast aan het Münchense ensemble. De laatste jaren was hij nomadisch acteur, reizend tussen Amsterdam, Leiden, New York, München, Basel en Zürich. “Het heeft iets romantisch en aantrekkelijks, al dat werken in het buitenland, maar je moet oppassen dat je niet vereenzaamd. Ik mis een familie zoals Hollandia was, waarop je met iedere voorstelling kon voortbouwen”, zei hij een jaar geleden.

Ook bleef hij zingen, onder andere in een aantal opera’s die het hiernamaals expliciet als onderwerp hadden, La Commedia van Louis Andriessen en Orfeo naar Monteverdi. In La Commedia speelde hij Lucifer, een rol die hij bijna uitschreeuwde. “Iemand vroeg of ik zou kiezen voor de hemel of voor de hel. Dat wordt de hel – ik denk dat daar uiteindelijk interessantere mensen zitten. Meer stoute mensen, en die vind ik toch wel leuker. Dan moet het maar wat branden.”

Ten Slotte: Els Ingeborg Smits (1944-2011)

In Memoriam,Parool — simber op 7 december 2011 om 10:00 uur
tags: ,

Al op de toneelschool liet ze klassieke tragedies als Elektra liever over aan actrices als Ank van der Moer of Kitty Courbois. De maandagavond overleden actrice Els Ingeborg Smits speelde harde rollen in nieuwe stukken, die juist door haar gedrevenheid grimmig grappig werden. Generatiegenoten uit de Amsterdamse toneelschooltijd, onder wie Trudy de Jong, Olga Zuiderhoek en Cas Enklaar, werden levenslange vrienden en geestverwanten in een zoektocht naar nieuw toneelrepertoire in de vlakke-vloerzalen.

Smits, een geboren Amsterdamse, was dochter van een antiquair en belde als tiener aan bij bekende acteurs als Mary Dresselhuys en Ina van Faassen voor een handtekening. Na de Toneelschool debuteerde ze in 1969 in het cabaret van Wim Sonneveld en in 1973 was ze betrokken bij de oprichting van een nieuwe toneelgroep: Baal. Bij dat gezelschap, dat voornamelijk nieuw toneelrepertoire opvoerde, speelde ze in befaamde voorstellingen als Leedvermaak van Judith Herzberg en Bekende gezichten, gemengde gevoelens van Botho Strauß.

In de jaren tachtig werd ze samen met Trudy de Jong en Han Kerckhoffs een van de gezichtsbepalende actrices van theatergroep Art & Pro, waar regisseur Frans Strijards driftig en vitaal anti-psychologisch acteren propageerde en Smits precies de juiste mix van explosiviteit, schokkerige motoriek, humor en lelijkheid tentoon kon spreiden. “In het alledaagse leven ben ik nogal ijdel. Ik draag graag mooie kleren. Op het toneel kan me dat niet schelen. Dan ontleen ik er juist vreugde aan om een dikke aardappel te zijn.”

Voor haar rol in Hitchcock’s Driesprong, een eigen stuk van Strijards won ze in 1988 een Colombina, de prijs voor de beste vrouwelijk bijrol. En zo werd Smits een exponent van een typisch Nederlands fenomeen: een grote actrice zonder klassieke grote rollen. Ze speelde Strauß, Thomas Bernhard en Peter Handke, maar nooit Shakespeare. In een interview daarover zij ze: “Het nadeel van de toneelvernieuwingen die wij voorstonden, was het gebrek aan repertoire. Wij speelden nauwelijks de grote klassieke stukken. Ik heb nooit in een Tsjechov gestaan, terwijl bij Baal geweldige actrices werkten die zo Drie Zusters konden spelen.”

Smits was als actrice een perfectioniste en een doorzetter. Iets kan pas goed zijn als het moeite kost, vond ze, en ze was dan ook een groot liefhebber van dans. “Dat is het hoogste, daarvan kan ik in extase raken.”

In een interview zei ze: “Humor wordt onderschat. Mensen denken dat het vanzelf gaat. Er wordt niet hard genoeg gewerkt.” Toch maakt ze samen met oude vriend Cas Enklaar, die bij het Werkteater juist uit de losse pols heeft leren spelen, een mooie serie voorstellingen over het hoogbejaarde acteurspaar Bas en Elze, een voortzetting van hun gezamelijke act ter gelegenheid van het honderjarig bestaan van de Toneelschool.

In 1996 vertrekt ze samen met haar echtgenoot, componist Elmer Schönberger, naar Gent. Als enige Nederlandse speelt ze mee in de megavoorstelling Ten Oorlog, waaraan regisseur Luk Perceval bijna twee jaar repeteert. De laatste jaren viel ze vooral op in twee voorstellingen in Eric de Vroedt’s Mightysociety-serie. Bij hem speelde ze strenge vrouwen met scherpe oneliners en een vernietigende blik, die ineens met een klein gebaar toch mededogen opwekten. Tegelijkertijd speelde ze in televisieseries, zoals de makelaarsserie Verborgen gebreken.

Uiteindelijk speelde ze deze zomer alsnog een Tsjechov, de kleine rol van Maria in Oom Wanja van Theatergroep Suburbia, een zomerse locatievoorstelling. Het zou haar laatste rol blijken. Ze repeteerde nog voor koningin Wilhelmina in de musical Soldaat van Oranje, maar ze was uiteindelijk te ziek om die rol nog te spelen.

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity