Recensie: ‘Eisler on the Go’ van Kameroperaproject en New European Ensemble

De Tweede Wereldoorlog is even heel weg op Theater Na De Dam aan het begin van Eisler on the Go. De componist Hanns Eisler viert zijn verjaardag in zijn huis in Malibu. Hij is gevlucht voor de nazi’s maar maakt in Hollywood furore als filmcomponist. Maar aan het eind van de voorstelling staat hij met zijn koffers klaar om naar het verwoeste Europa terug te keren.

Eisler on the Go is een onevenwichtige maar bij vlagen erg goede muziektheatervoorstelling geschreven door Paul Oomen en geregisseerd door Machteld van Bronkhorst. Ze vertellen het verhaal over hoe Eisler tijdens de communistenjacht net na WOII voor een parlementaire commissie moest verschijnen – waar hij ‘de Karl Marx van de muziek’ wordt genoemd – en hoe hij wordt uitgezet.

Het negenkoppige ensemble speelt muziek van Eisler en van de Amerikaanse, sterk door Eisler en Kurt Weill beïnvloedde componist Marc Blitzstein en acteert ook mee. Door de stapeling van concepten is die vanaf het begin erg rommelig – het verhaal komt hortend op gang, er zitten tal van losse eindjes en overbodige personages in en de stijlen clashen hard – Evi De Jean als de secretaresse van de aanklager is een pure musical-zangeres, Ekatarina Levental als Eislers vrouw is veel meer opera.

Het hart van de voorstelling – het verhoor door de commissie (gebaseerd op de notulen) – is sterk. De musici ieder achter een eigen katheder naast elkaar zijn de strenge verhoorders, en de beide partijen hebben ook echt een eigen muzikale taal die ze van elkaar niet verstaan: Mitchell Sandler en Vitali Rozynko zingen de op Gershwin lijkende liedjes van Blitzstein, musicalster Jon van Eerd als de componist zingt prachtig Eislers Die Pappel vom Karlplatz.

Deze paar scènes zijn spannend, lyrisch en de historische parallellen zijn benauwend zonder dat het er dik bovenop ligt. Nadeel is wel dat niet alleen het tekstmateriaal, maar ook bijna alle liedjes heel Brechtiaans over de buitenkant gaan. Het blijft gissen naar de binnenwereld van de personages.

Eisler on the Go van Kameroperaproject en New European Ensemble. Gezien 4/5/17 in het Compagnietheater tijdens Theater na de Dam. Tournee t/m 26/5. Meer info: www.eisleronthego.nl

Recensie: ‘Obsession’ van Toneelgroep Amsterdam en The Barbican

Een affaire die sexy en veelbelovend begint, maar die een fatale afslag neemt en niet goed afloopt. Dat is het verhaal van de voorstelling Obsession, die regisseur Ivo van Hove maakte als coproductie tussen Toneelgroep Amsterdam het het Londense Barbican theater. Maar het geldt ook voor de voorstelling zelf.

Bijzonder is het wel: Halina Reijn, Gijs Scholten van Aschat en Robert de Hoog in vlekkeloos Engels spelend tegenover Jude Law. Law speelt zwerver Gino die iets te eten komt bietsen in het restaurantje van Joseph (Scholten van Aschat als een fijne rotzak) en als een blok valt voor diens vrouw Hanna (Reijn). Jan Peter Gerrits bewerkte de film Ossessione van Visconti, die op zijn beurt het boek The Postman Always Rings Twice van James M. Cain als basis had.

De verleidingsscène is mooi werk; Law kalm en met militair postuur tegenover een speelse, ervaren femme fatale, zoals Reijn er al meer speelde. Maar zoals altijd bij Van Hove is de liefde onmogelijk: hij wil met haar vertrekken, zij wil niet weg. Het contrast tussen de twee wordt in de vormgeving (Jan Versweyveld) met grof penseel geschetst: Gino speelt mondharmonica, en op het toneel staat een machinale accordeon die vervormde klanken uitbraakt; Gino rent op een lopende band – een knipoog naar films – en de tirannieke Joseph heeft een auto, gesymboliseert door een grote, vieze, ronkende en schuddende motor.

Met een flinke dosis goede wil zou je er een metafoor in kunnen zien voor de kloof tussen kosmopolieten en neo-nationalisten die Europa nu splijt.

De twee zien maar één uitweg: Joseph moet dood. Na een smerig autoongeluk, waarbij de machine olie over de spelers uitspuugt, volgt de mooiste scène van de voorstelling: Van Asschat boent de vlekken van zijn eigen fatale ongeluk weg, terwijl Reijn en Law in bad zichzelf schoon wassen voor het happy end.

Daarna glijdt de voorstelling weg, want ineens is Hanna veranderd van vamp in nood naar zeurende huisvrouw. Dan begint ook op te vallen dat Reijn al het zware werk moet doen in dit duet: tegengas geven aan het moeiteloze, jongensachtige charisma van Law plus de mensbeeldtechnisch onaantrekkelijke positie van de huismus vertegenwoordigen.

En dan gaan al die elementen in het decor onbedoeld tegen de voorstelling werken: de motor die brommend in de lucht hangt maar nergens naartoe gaat; Law die heftig rennend op de loopband op dezelfde plek blijft; De Hoog – in een geestige bijrol als Jack Kerouac-achtige avonturier – die een muntje opgooit om te beslissen welke kant hij op gaat, maar beide kanten niet aanwijst en erna ook blijft staan: het is een voorstelling die veel moeite doet om intens te zijn, maar uiteindelijk vrij dof is.

Leuk is het wel om het verschil tussen Nederlandse en Engelse acteurs te observeren. Zo zie ik Chukwudi Iwuji of Aysha Kala (die kleinere rollen spelen), laat staan Law, nog niet zo gauw de vloer boenen of hard en vrij lelijk opera zingen. Die performance-achtige inzet compenseren de Britten dan weer met fijnzinnigheid in tekstbehandeling en spel. De twee tradities hebben elkaar dus wel degelijk iets te bieden. Het is te hopen voor Van Hove en Toneelgroep Amsterdam dat het geen gedoemde liefde is.

Obsession van Toneelgroep Amsterdam en The Barbican. Gezien 25/4/2017 in Londen. Te zien in Amsterdam tijdens het Holland Festival. Meer info op www.tga.nl

This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity