In Memoriam: Will Spoor
In Amsterdam is op dinsdag 25 november op 86-jarige leeftijd theatermaker Will Spoor overleden. Spoor is een van de grondleggers van de mime in Nederland, een genre dat hij bevrijdde uit de clichés van de pantomime (Pierrot, opgesloten in een glazen kist). Daarnaast is hij bekend van zijn rol als Snuitje, de helft van het bandieten duo Snuf & Snuitje, uit de tv-serie Pipo de Clown uit het begin van de jaren zestig.
Willem Jan Spoor werd in 1927 geboren in Amsterdam als telg van een oorspronkelijk Friese familie die veel toneelspelers en artiesten voortbracht. Zelf ging hij naar het conservatorium om viool en altviool te studeren, maar in 1951 vertrok hij naar Parijs om les te krijgen van theatervernieuwer Etienne Decroux, die op zoek is naar een dramatische kunst, gespeeld met alleen het lichaam.
Spoor beschouwt zijn lichaam als een muziekinstrument, “mijn ruggegraat wordt een vioolsnaar.” Terug in Nederland werkt hij in steeds wisselende theatergroepen – Waste of Time, Inccoprodinc, No 12, Onk Theater Overal – zijn ideeën uit. Daarnaast werkt hij met het Willem Breuker Collectief, is hij docent en poppenspeler en blijft hij geïnteresseerd in het onderzoeken van notatiesystemen voor mimecomposities, zogenaamde mimografieën.
In zijn theater legt hij de nadruk op anarchisme, op het hier en nu van theater en op het belang van denken voor spelers. “Een speler moet niet mooi bewegen”, zei hij in een interview, “maar bewegen zoals hij denkt. Dus daar heb je het al: denken.”
Spoor is hiermee –samen met onder anderen Jan Bronk, Rob van Reijn en Frits Vogels– van enorme invloed geweest op het Nederlandse theater. Alleen in Nederland is een mime een apart genre (met een wereldwijd hoog gewaardeerde opleiding aan de Theaterschool in Amsterdam), een soort vrij veld tussen toneel, dans en performance, waar een enorme diversiteit van stijlen naast elkaar kan bestaan, van de praatmime van Nieuw West tot het poëtische ervaringstheater van Boukje Schweigman.
In 1997 nam Spoor afscheid als maker met de voorstelling Niemandsland. Hij werd een karakteristieke Amsterdammer, die op zijn groene tractor de binnenstad doorkruiste en achter een borreltje een vertrouwd gezicht was in zijn stamkroegen aan het Rapenburgerplein.
Daar werd hij af en toe nog opgehaald door jonge meisjes van de Theaterschool die graag met hem wilden werken. Hij speelde in voorstellingen van regisseur Thabi Mooi, voor wie hij in haar afstudeervoorstelling Roerend Stil op locatie op Het Stenen Hoofd een memorabel Beckett-personage creëerde. Zijn laatste voorstelling speelde hij eerder dit jaar op Oerol. In Alle dagen dwaalde hij door de duinen, op de voet gevolgd door een kleine jongen.