Recensie: ‘Zwarte voeten’ van Rory de Groot
“Voetbal en theater zullen mijn ware universiteiten blijven”, schreef Camus ooit. De Franse filosoof was in Frans Algerije waar hij opgroeide een niet onverdienstelijk doelman, voordat hij TBC kreeg en schrijver werd.
Theatermaker Rory de Groot ziet in Camus zijn leermeester. Van z’n 11de tot z’n 21ste trainde De Groot ruim vijftien uur in de week voor zijn droom: profvoetballer worden. Hij had z’n carrière al helemaal uitgestippeld. En net op het moment dat het lijkt te lukken –hij debuteert bij Feyenoord en komt uit in het eerste– wil hij het niet meer. Hij gaat naar de Theaterschool.
Zwarte voeten is De Groots tweede voorstelling, na Hand in Hand, dat ging over hoe zijn voetbaldroom uiteenspatte. Zwarte voeten gaat over Camus – of vooral over zijn eigen verhouding met de filosoof van het absurdisme.
Maar het wordt een vrij monotone, beetje warrige voorstelling. Anders dan bijvoorbeeld Laura van Dolron (die ook in stand-up monologen filosofeert) weet hij wat hem aanspreekt in het denken van Camus niet helder weer te geven en blijft hij hangen in biografische weetjes. Onthullend is een scène waarin De Groot Camus zijn oeuvre laat plannen als een sportcarrière; juist die planmatige doelgerichtheid onderscheidt de sporter van de kunstenaar.
Het is jammer dat de voorstelling niet dieper snijdt, omdat De Groot een uiterst sympathieke speler is, die je als toeschouwer veel gunt. Aan het begin lijkt er even een mooie richting in geslagen te worden als De Groot hint naar de valkuil van een leven vol ambitie, discipline en competitiedrang. Juist Camus biedt troost bij het leven in middelmatigheid.
Zwarte voeten van Rory de Groot. Gezien 13/11/14 in het Compagnietheater. Tournee t/m 23/5/15. Meer info op www.rorydegroot.nl