Interview De Warme Winkel
Misschien zijn het wel de grootste nerds van theaterland. Met een combinatie van studeren en repeteren maakte theatergroep De Warme Winkel vijf semi-biografische voorstellingen over Oostenrijkse kunstenaars. Onder de naam Weense Herfst zijn die de komende weken weer allemaal weer te zien, waarvan sommige voor het eerst in Amsterdam. “Gedichten van Rilke zijn mooi, Rilke in de koeienstront is nog mooier.”
“We waren al een aantal jaar bezig toen we in 2006 op Oerol de voorstelling Totaal Thomas maakten”, vertellen acteurs Vincent Rietveld en Jeroen De Man op een Amsterdams terras. We waren daarvoor helemaal in het werk van toneelschrijver Thomas Bernhard gedoken en het bleek dat we dat heel erg leuk vonden. De voorstelling bestaat uit teksten van Bernhard, en uit acts gebaseerd op zijn werk. Daarna wilden we dat nog een keer proberen.” Rietveld: “We vonden het wel een goeie beperking: een voorstelling maken over één kunstenaar.”
Na avonden waarop de spelers spreekbeurten voor elkaar hielden en onderwerpen uitdiepten kwamen ze uit bij de romantische dichter Rilke over wie ze de voorstelling Rainer Maria maakten, waarin de lyrische esthetiek prachtig schuurt met de boerse locatie: een koeienstal, waar het publiek op balen stro zit en de spelers zich uitgebreid door de modder wentelen. De Man: “Je moet zo’n onderwerp niet te eerbiedig behandelen. Het gaat ook om ónze verhouding tot zo iemand, en om wat je het publiek over hem of haar wilt laten ontdekken.”
En eerbiedig zijn de voorstellingen van De Warme Winkel (naast Rietveld en De Man ook bestaande uit Mara van Vlijmen en Ward Weemhoff) dan ook allerminst, eerder stapelingen van groteske scènes, soms een hysterisch college, dan weer verstilde mime of een uitzinnige choreografie. Geen stijl wordt geschuwd om door te dringen tot de kern en steeds wordt de groep aangevuld met gasten zoals actrice Maria Kraakman, muzikant Richard Janssen en (eind-)regisseurs als Marien Jongewaard en Paul Koek. Na Bernhard en Rilke volgden nog voorstellingen over Alma Mahler (Alma), Stefan Zweig (Villa Europa) en Oskar Kokoschka (Kokoschka Live!).
“De stijl past zich natuurlijk wel aan aan het onderwerp”, zegt De Man “Stefan Zweig was net zo’n nerd als wij, dus daar past veel meer in dat wij uitgebreid onze kennis etaleren, terwijl we in de voorstelling over Kokoschka veel meer de sfeer van zijn woeste kunstenaarswereld probeerden te vatten.” Rietveld: “Maar na de oorlog is Kokoschka nog vijfendertig jaar saaie pentekeningen blijven maken; daar hebben we het dan weer niet over.”
Maar wat sprak ze nou uiteindelijk zo aan in die Oostenrijkers? Rietveld: “Oostenrijk is een metafoor voor Nederland: een klein land dat z’n hoogtijdagen achter zich heeft. Misschien geldt dat wel voor heel Europa. We kwamen uiteindelijk steeds uit bij het fin de siècle en de Eerste Wereldoorlog, omdat het heel duidelijk het begin is van de moderne tijd.”
“Het gaat ook om de experimenteerdrift in de kunst. Men geloofde toen heel sterk in het belang daarvan. Maar vaak is Rilke of Zweig ook zó esthetisch. We willen daar iets aards of iets pervers tegenover zetten.” De Man: “Rilke is prachtig, maar Rilke in de koeienstront is nog veel mooier.”
Is er nog veel veranderd aan de voorstellingen? De Man: “We moeten sommige voorstellingen die op locatie zijn gemaakt aanpassen voor de theaterzaal, maar ook inhoudelijk ontwikkelen ze zich.” Rietveld: “Sommige zinnen van Thomas Bernhard of Rilke begrijp ik nu zoveel beter gewoon omdat ik ouder ben en zelf kinderen heb. De humor blijft, maar de ondertoon is serieuzer.” De Man: “Het is ook leuk om ze achter elkaar te spelen; je kunt het ook een beetje bekijken als soap met personages die in verschillende stukken terugkomen.”
Rondom de voorstellingen wordt een extra programma verzorgd. “We vinden nagesprekken vervelend als ze over de voorstelling gaan”, zegt De Man, “Dus we hebben iets bedacht: we interviewen zelf direct na de voorstelling mensen die veel meer over het onderwerp weten dan wijzelf. Bijvoorbeeld Cherry Duyns, die naar Zuid Amerika is gereisd in het spoor van Stefan Zweig of Rilke-vertaler Ard Postuma.”
Klaar met de Oosterijkers zijn de leden van De Warme Winkel nog niet, maar inmiddels hebben ze een nieuwe obsessie: “We zitten nu redelijk diep in de Russen”, zegt De Man. “Vorig jaar maakten we een voorstelling over de dichter Boris Ryzhy en nu zijn we driftig Karel van het Reve aan het lezen. Oostenrijk gaat misschien meer over jezelf leren kennen door een spiegel te zoeken; Rusland gaat over jezelf leren kennen door je buurman op te zoeken.”
Verschillende voorstellingen van de Weense Herfst zijn nog t/m 8/10 te zien in Amsterdam.
Meer info op www.dewarmewinkel.nl