Red Dead Redemption
Hoe leuk kan een videogame zijn die voor een groot deel bestaat uit plantjes plukken, dieren villen en eindeloos op je paard door de prairie rijden? Heel erg leuk, bewijst Red Dead Redemption, het nieuwste spel van het Rockstar, het bedrijf achter de Grand Theft Auto serie. Maar ‘leuk’ doet geen recht aan de enorme ambitie van de makers. Hier wordt gepoogd een serieus computerspel te creëren.
Red Dead Redemption is een kolossale en epische western, een tragedie van een outlaw die niet aan zijn verleden kan ontsnappen en een ontdekkingsreis door een enorm land van immense variëteit. Hoofdpersoon is John Marston, met de opgetrokken bovenlip van Clint Eastwood en een paar grove littekens als aandenken aan zijn vroegere leven als lid van een beruchte bende bandieten, die nu door een sluwe politieman wordt gedwongen om z’n oude handlangers uit te schakelen. Maar Marstons tegenzin is groot; hij heeft het boevenleven achter zich gelaten en wil met zijn vrouw en kind als rancher een nieuwe start maken.
Het verhaal wordt verteld in verschillende missies; opdrachten die Marston moet uitvoeren voor sheriffs, vrienden en vreemdelingen en die variëren van het overvallen van postkoetsen tot het hoeden van een kudde vee. Maar Red Dead Redemption is een zogenaamd ‘zandbak-spel’: er is geen duidelijk doel of een highscore, en als je geen zin hebt in het verhaal kun je jezelf amuseren met de talloze overige opdrachten en klusjes en je bekwamen als premiejager, scherpschutter of pokeraar. En telkens als je bezig bent met de ene expeditie wordt je al snel weer afgeleid door vreemdelingen in nood, schietpartijen waarin je geen idee hebt of het beter is om afzijdig te blijven of om in te grijpen, of een aanval van een poema of een beer. Je bent volledig vrij om je te verplaatsen over de gigantische kaart.
Het verhaal en de personages zijn meesterlijk en indringend, met een scenario en de stemmencast van ongehoorde kwaliteit en met een schokkende uitkomst aan het eind. Maar de ster van het spel is het landschap. Je begint in het archetypische cowboyfilmland, eindeloze woestijnen met grote cactussen, groene valleien en een paar stadjes met een saloon en een treinstation, maar verderop kom je terecht in Mexico dat weer z’n eigen flora en fauna heeft en waar iedereen Spaans spreekt. Een groot deel van het genoegen van het spelen zit hem in schoonheid van het fictieve land: de schitterende, rozevingerige dageraad, schaduwen van rotsen, de sierlijke bewegingen van wilde paarden in de verte op een heuvelrug of het angstaanjagende gehuil van een troep wolven die achter je aan zit. Nog later in het spel rijd je over de golvende heuvels van de great plains, met in de verte besneeuwde bergtoppen, op weg naar een grotere stad waar de moderne tijd al z’n intrede heeft gedaan.
Want de wereld uit Red Dead Redemption is er een op de rand van de twintigste eeuw. Het spel is gesitueerd in 1911, wanneer het iconische wilde westen al bijna een mythe is geworden. De telegraafpalen rukken op in de woestijn, in de grotere steden wordt hier en daar al een auto gesignaleerd, de federale overheid probeert greep te krijgen op de eigenmachtige wetshandhavers. John Marston is een reliek uit een voorbije tijd, en hij weet het. Rockstar is overduidelijk de meest popcultureel onderlegde game-ontwikkelaar en voor sfeer en thema’s wordt leentjebuur gespeeld bij en hommage gebracht aan klassieke westerns als The Wild Bunch en Unforgiven.
Het New Yorkse Rockstar, waarin de Engelse broers Dan en Sam Houser de drijvende creatieve krachten zijn, heeft de volstrekt open spelstructuur zorgvuldig ontwikkeld en verbeterd met de verschillende delen van Grand Theft Auto. Waar die spellen zich afspeelden in steeds overtuigender en subliemere virtuele versies van grote Amerikaanse steden, slaagt het bedrijf er nu in om hetzelfde idee te verplaatsen naar een omgeving die daar juist tegenovergesteld aan is: het lege frontier-land.
Red Dead Redemption is sowieso in zekere zin een anti-game: het heeft per slot van rekening iets absurds om de state-of-the-art van de moderne spelcomputers in te zetten om zo realistisch mogelijk wilde natuur en dieren na te bootsen. Maar aan de andere kant is de kracht van het spel juist het samenvallen van de de setting en de ervaring van het spelen zelf: de gevoelens van eenzaamheid, lichte paranoïa en morele ambiguïteit die zo bij gamen horen, passen naadloos op het karakter van het mythische wilde westen. Zelfs de technische limieten werken mee: de nogal beperkte gezichtsuitdrukkingen van de virtuele personages passen verrassend goed bij de tot de essentie teruggebrachte mimiek van acteurs in westerns.
En zo kun je het laatste deel van de Grand Theft Auto serie, GTA IV, en Red Dead Redemption zien als twee gespiegelde beschouwingen over Amerika en geweld. GTA IV over de belevenissen van een geïmmigreerde gangster in hedendaags New York en Red Dead Redemption over de bandiet die wil stoppen. Zijn deze hoofdpersonen goede mannen die door de wereld worden gedwongen tot hun daden? Of kunnen ze hun verleden niet van zich afschudden omdat ze nu eenmaal zijn wie ze zijn? Het zijn vragen die we kennen uit de films van Martin Scorsese of Clint Eastwood, maar die nadrukkelijker worden omdat de speler zelf de trekker overhaalt.
Wellicht ten overvloede: dit is dus geen spel voor kinderen. Niet alleen is het geweld bruut en buitensporig, de toon is hard, de thema’s zijn volwassen. John Marston is zelf vader en de opvoeding van zijn zoon is een essentieel onderdeel van de plot.
Misschien is Rockstar wel het best te vergelijken met animatiefilmstudio Pixar: een onstuitbaar getalenteerde groep mensen, geobsedeerd door perfectie tot in het kleinste detail die in een combinatie van kinderspel en gerijpte inhoud een nieuwe standaard zet in een onderschat genre en die met ieder nieuw werk weer verder opschuift. Als de laatste tegenstander in het zand bijt en het stof is gaan liggen kun je alleen maar wachten en verlangen totdat Rockstar weer een nieuwe wereld voor ons opent.
Red Dead Redemption, voor Xbox 360 en Playstation3