Vier ‘best practices’ gemeentelijke cultuurpolitiek
In opdracht van de Nieuwsbrief van Kunsten ’92 schreef ik over vier gemeentelijke cultuurprojecten, naar aanleiding van de aankomende gemeenteraadsverkiezingen. De Nieuwsbrief is hier te downloaden.
1. Elf Kernen Opera
Vijf jaar geleden werden De Lier, Monster, Naaldwijk, Wateringen en ‘s-Gravenzande samengevoegd tot de gemeente Westland. Eén gemeente met zo’n 100.000 inwoners onder de rook van Den Haag, bestaande uit elf dorpen, met ieder een eigen identiteit. Het eerste lustrum van de fusiegemeente was aanleiding voor een groots project: iedere maand een nieuwe operaproductie in één van de elf kernen, met als afsluiting de presentatie van een nieuwe musical over het Westland als geheel.
Het idee voor deze Elf Kernen Opera kwam van stichting Dario Fo, een in Poeldijk gevestigd bureau van ‘ondernemers in de kunst’ met veel ervaring met community art. Artistiek leider en regisseur Wilma Sekrève werkte eerder aan een vergelijkbaar –zij het kleinschaliger- project in Midden Delfsland en is gespecialiseerd in grote operaprojecten waarin amateurs en professionals samenwerken.
De eigenheid van ieder dorp is het uitgangspunt van elke opera. In ’s Gravesande wordt de voorstelling Tussen hemel en hel gebaseerd op het schilderij Het Laatste Oordeel van Cornelis Schevenink uit 1555 dat in het gemeentehuis hangt; in het kinderrijke Maasdijk werd een familieopera gemaakt van het boek Juffrouw Kachel van Toon Tellegen; De Helden van ‘t Hoogie in Kwintsheul wordt opgevoerd in een druivenkas. Zo komen lokale thema’s als arbeidsethos, economie en de rol van de kerk aan bod.
De opera’s werden geschreven door klinkende namen en jong talent. Willem Breuker en Hans Dorrestijn maakten samen een bewerking van Op Hoop van Zegen voor Ter Heijde; De jonge kunstenaars Daniël Hamburger, Kars Alfrink, Sieger M. Geertsma ontwikkelden het concept voor een game-opera, geïnspireerd op de naam van het dorp Monster. Andere schrijvers zijn o.a. Bouke Oldenhof en Ruben van Gogh, en ook componisten Burkhardt Söll en Eric van der Wurff schreven nieuw werk. Een uitvoering van de rock-opera The Wall van Pink Floyd op het terrein van het festival Waterpop in Wateringen kon vanwege een vergunningenkwestie op het laatste moment niet doorgaan.
Het project kost in totaal een miljoen euro, waaraan de gemeente 328.000 bijdraagt. 78.000 euro daarvan wordt gematcht door het Fonds Cultuurparticipatie. Overige inkomsten komen van particuliere fondsen, sponsors en kaartverkoop. De gemeente levert daarnaast ondersteuning in de vorm van deelname aan de werkgroepen die per locatie de productie voorbereiden, zodat vergunningen en dergelijke efficiënt geregeld kunnen worden.
Meer info op: www.11kernenopera.nl
2. Roombeek en de Cultuurmijl
De vuurwerkramp in Enschede op 13 mei 2000 kostte 22 mensen het leven en legde ook de wijk Roombeek geheel in puin. Veertig hectare stad werd verwoest. De reconstructie van de wijk neemt jaren in beslag en is nog steeds niet helemaal afgerond. Bij de wederopbouw werd besloten om oorspronkelijke bewoners die wilden terugkeren te betrekken bij de plannen voor nieuwbouw. Veel van hen waren kunstenaars die in de voormalige textielfabrieken hun atelier hadden.
Al vóór de ramp was er een plan voor grootschalige herstructurering van de wijk, na de ramp kreeg dat een andere invulling. Stedenbouwkundige Pi de Bruijn maakte een masterplan waarin het oorspronkelijke stratenplan werd gehandhaafd en bewoners veel ruimte kregen om hun eigen huis te ontwerpen. Het industrieel erfgoed werd zoveel mogelijk bewaard en in gebouwen als het transformatorhuis van de Bamshoevefabriek, de Menko-watertoren, Het Rozendaal, Tetem en het Balengebouw werd een nieuwe culturele infrastructuur gerealiseerd.
De gemeente bracht de vele culturele initiatieven onder in het zogenaamde ‘Vrije Ruimten plan’. Hierin werken curatoren, culturele instellingen, kunstenaarsinitiatieven, onderwijsinstellingen samen om culturele activiteiten te organiseren en elkaar te ondersteunen bij de uitvoering en promotie. Voor een groot deel gaat het om kleinschalige initiatieven, maar ook grotere instellingen zoals museum TwentseWelle en Medialab Enschede hebben hun plek in Roombeek gevonden. In 2010 zal in Het Balengebouw het Jan Cremer-museum zal worden geopend.
De weg vanuit de binnenstad naar Roombeek is door de gemeente aangemerkt als Cultuurmijl. Langs deze wandelroute zijn verschillende culturele instellingen gevestigd, zoals 21rozendaal, het Nationaal Muziekkwartier en Rijksmuseum Twenthe. Bovendien worden er de komende jaren enkele licht- en geluidskunstwerken langs de Cultuurmijl geopend. De eerste daarvan is een geluidskunstwerk van de Amerikaanse geluidskunstenaar Bill Fontana, dat in mei dit jaar werd gepresenteerd. Het is eerste permanente geluidskunstwerk in de openbare ruimte in Nederland.
De directe invloed van burgers en instellingen op de wederopbouw en de samenwerking tussen planologen, stedenbouwkundigen en architecten is niet onopgemerkt gebleven. Het project Roombeek won de European Urban and Regional Planning Award en de Gouden Piramide voor inspirerend opdrachtgeverschap.
cultuurmijl.enschede.nl
www.roombeek.nl
www.vrijeruimten.nl
3. Zicht op Maastricht
Maastricht is een van de oudste steden van Nederland en nam in de loop van de geschiedenis steeds een nieuwe gedaante aan: Romeinse vesting, middeleeuwse religieuze pelgrimsstad, vesting- en garnizoensstad en vroege industriestad. Al die lagen en identiteiten hebben hun sporen nagelaten. Het verleden van Maastricht wordt beheerd en openbaar gemaakt door tal van erfgoedinstellingen, zoals het Spaans Gouvernement, het Natuurhistorisch Museum, Centre Céramique en het Bonnefantenmuseum.
In Maastricht werken al deze erfgoedinstellingen sinds een paar jaar samen in een uniek project “Zicht op Maastricht”. De informatie van de instellingen wordt gebundeld en gezamenlijk gepresenteerd, met als eerste resultaat de website www.zichtopmaastricht.nl. Op de site is via thema’s, een tijdlijn en een plattegrond een schat aan onderwerpen ontsloten, de meeste zowel via multimediale presentaties als via verdiepende teksten met aanvullend bronnenmateriaal. Bijzonder zijn ook de stadswandelingen die gedownload kunnen worden naar een slimme telefoon en ondersteund worden door GPS.
De interactieve presentatie nodigt bezoekers uit om meer te weten te komen over de geschiedenis op basis van hun eigen keuzes. Zo kunnen ze zelf dwarsverbanden leggen om de stad op hun eigen manier en vanuit eigen belangstelling te leren kennen.
Maar Zicht op Maastricht bestaat niet alleen uit gezamenlijke informatievoorziening. Er vindt ook afstemming plaats van de programma’s van de verschillende erfgoedinstellingen. Ook instellingen op het gebied van onderwijs en cultuur kunnen hieraan deelnemen, en hun input kan weer worden verwerkt op de site. Het project is inmiddels ondergebracht in het Centre Ceramique.
Deze integrale aanpak komt voort uit een lange termijnvisie die de gemeente in 2001 neerlegde in de nota Cultuurvisie 2002-2010. Hierin werd het begrip “culturele biografie” tot leidraad bestempeld voor het erfgoed beleid. De term komt van cultuurhistoricus Gerard Rooijakkers, die de geschiedenis van een stad opvat als een serie verhalen, verteld aan de hand van nog bestaande voorwerpen en sporen in het landschap of de stad. Hierbij kunnen de verschillende identiteiten die een stad in zich draagt naast elkaar bestaan.
De volgende, logische stap is dat Maastrichtenaren zelf kunnen bijdragen aan de geschiedschrijving van hun stad. De site is nu al voorzichtig op zoek naar verhalen, foto’s dagboekfragmenten, en iedereen kan commentaar of vragen achterlaten bij de informatie die nu wordt aangeboden. Zo bouwt Maastricht aan een samenhangende en interactieve presentatie van haar cultureel erfgoed. De gemeente ondersteunt Zicht op Maasticht in de opbouwfase met zo’n 400.000 euro per jaar, maar zoekt uiteindelijk naar verzelfstandiging van het project, met externe financiering.
4. Amersfoort Creatieve Stad
Twintig jaar geleden had Amersfoort nog een eigen kunstacademie. De opleiding verhuisde naar Utrecht, maar nog steeds wonen in de stad veel creatieven. Mede door bedrijven als PinkRoccade, Arcadis en Twynstra Gudde was het aandeel van de creatieve industrie in 2006 hier zelfs groter dan in Amsterdam. Daarnaast is Amersfoort ook een jonge stad. Een derde van de inwoners is onder de 24, en dat percentage neemt toe.
Om het talent van de jongste generatie te stimuleren en Amersfoort ook in de toekomst een creatief bolwerk te houden voert de gemeente een actief jongerenbeleid, speciaal gericht op ontplooiing. Opvallend is dat veel van de door de gemeente ondersteunde organisaties voortkomen uit aan initiatieven van jongeren zelf. Er wordt geïnvesteerd in organisaties zoals Young Vision, Laswerk en Stichting Jonge Kunst. Per Expressie kreeg een culturele productieruimte op het NS-spoorwegemplacement en er zijn jaarlijkse festivals op het gebied van theater (Etcetera), popmuziek (Torenpop) en film (Scenecs).
De gemeente wil voorzien in goedkope en flexibele werk- en repetitie- en atelier- ruimtes voor kunstenaars. Enerzijds wordt gezocht naar een flexibel pand waarin beeldend kunstenaars en theatermakers aan de slag kunnen, maar anderzijds wordt het belang ingezien van het tijdelijk beschikbaar stellen van leegstaande panden in de stad voor culturele bestemmingen.
Hoewel het niet expliciet verwoord wordt in de beleidsnota’s lijkt Amersfoort met een doelbewust doorstromingsbeleid bezig te zijn. De cultuursubsidies per hoofd van de bevolking zijn landelijk gezien relatief laag en de culturele sector in de stad is nog in ontwikkeling. Maar een aantal jongerenorganisaties lijken door te groeien naar volwassen spelers in het culturele veld. Beste voorbeeld daarvan is theaterproductiehuis d*Amor, dat de ruimte kreeg om te groeien van kleine toneelgroep naar een volwaardig productiehuis, en sinds 2005 het Festival Etcetera onder haar hoede heeft genomen.
De gemeente Amersfoort wil nu de twee sectoren cultuur en creatieve industrie meer met elkaar verbinden. Het initiatief daarvoor komt uit het veld, met de B-Art bijeenkomsten die sinds 2006 worden georganiseerd om politici, kunstenaars en ondernemers uit Amersfoort en omgeving elkaar te laten ontmoeten en creatieve samenwerking mogelijk te maken. De gemeente borduurt hierop door met de oprichting van het platform Amersfoort Creatieve Stad en van een culturele investerings- of ontwikkelings- maatschappij, kortweg COMA. COMA financiert en ondersteunt culturele projecten, geheel in de lijn van het door minister Plasterk gewenste cultureel ondernemerschap.