Recensie: ‘Roll with it’ van Lucas de Man/St. Nieuwe Helden
Een voorstelling met als publiciteitstekst “fuck dit tekstje en kom gewoon” is natuurlijk bij voorbaat al sympathiek. De vorig jaar afgestudeerde regisseur Lucas de Man en zijn Stichting Nieuwe Helden zijn ook niet bang voor de allergrootste thema’s in het theater: eerlijkheid en de ‘echtheid’ van alles wat je doet op het podium. Maar in hun jeugdige overmoed zijn ze wel erg ver doorgeschoten in naïviteit
Roll with it is een performance voor De Man en nog vier acteurs, een kruising tussen therapie, repetitielokaal en De Lama’s. In een volledig omgebouw Gasthuis zit het publiek op verschillende plekken in de ruimte, met in het midden een speelvloer voor de acteurs, die aankondigen dat er niks vast ligt en dat ze allemaal een of meer ‘nummers’ te doen, waarin ze op hun manier zo oprecht mogelijk proberen te zijn.
Een van hen heeft zichzelf de opdracht gegeven om een strakke dans te doen waar hij zelf in kan geloven, een ander gaat het publiek voor in een lach-cursus, een derde richt grimmig een pistooltje op toeschouwers en vraagt: “ja of nee?” en weer een vraag aan een ander keer op keer om hem hard in zijn gezicht te slaan: “Ik wil ècht iets voelen.” Tussendoor doen ze dansante wedstrijdjes armpje drukken, of rolt er uit een hoog opgehangen printer een opdracht voor de vijf, opgegeven door een toeschouwer van gisteravond.
Het grootste probleem lijkt dat er zo weinig kameraadschap te zien is tussen de acteurs: tijdens hun individuele nummers worden ze weinig opgejaagd, tegengesproken of uitgedaagd. De poging tot oprechtheid zit in hun eigen hoofd en wordt niet zichtbaar voor het publiek. De schaarse keren waarop dat wel gebeurd – De Man die de Tsjechische Jan Barta dwingt Nederlands te spreken, de afspraak om op bepaalde momenten alle bijgedachten moeten worden uitgesproken- zijn meteen spannend. Als ze samen een paar liedjes spelen zijn ze even een (goed) bandje, maar de harde muziek plaatst de jongens weer op afstand.
Maar de openheid van de setting is wel verleidelijk. De toeschouwers zijn vrij genoeg om zich ertegenaan te bemoeien en als sommige onderdelen minder spontaan zijn dan De Man ons wil doen geloven, dan is dat goed gespeeld. Deze voorstelling werd een beetje grimmig omdat één van de acteurs een opdracht weigerde, wat tot een venijnige ruzie leidde. Andere avonden zullen meliger, serieuzer of intiemer zijn.
Maar het blijft onbeholpen, deze oprechtheid zonder theatrale vorm. Voor de makers waarschijnlijk confronterend en waardevol, maar voor het publiek uiteindelijk oninteressant.
Roll with it van Nieuwe Helden en Frascati Producties. Gezien 24/1/09 in Frascati WG (vh. Gasthuis). Aldaar t/m 31/1. Meer info op www.rollwithit.nl
Protest! Ik weet niet hoe Karl Popper er over denkt, maar de stelling in jouw laatste zin kan ik met gemak falsificeren.
Volgens mij zijn alle avonden vrijwel identiek en geven de mannen zichzelf elke dag dezelfde opdrachten. Inclusief het weigeren zich uit te kleden en het huilen met pistool op het hoofd. Er is dus maar weinig spontaan of ‘echt’ aan, hoogstens 1 van de opdrachten uit de printer en de publieksreacties.
Theatraal gezien is dit interessanter. Maar ik voel me ook een beetje voor de gek gehouden…
Tsja, in de maling genomen… Metgezel F., die sowieso minder vertrouwen in de mens heeft, vermoedde al zo iets.
Ik weet alleen niet zo zeker of het theatraal wel interessanter is, S. Want waarom kies er dan voor om het publiek een mislukte avond voor te schotelen? En als al die nummers bedacht zijn, waarom zijn ze dan niet béter bedacht? Ze hadden toch al na één keer vijf minuten kijken hoe een acteur hot-dogs eet wel kunnen zien dat dat niet zo interessant is.
Er is één ding wat met deze kennis beter klopt. Er zit een soort dramaturgische lijn in over intentie versus handelen. De acteur van de lach-therapie zegt dat niet uitmaakt of je gaat lachen omdat je doelbewust hahaha gaat zeggen, of dat je zonder voorbedachte rade gaat lachen omdat je iets leuks ziet of hoort. Dat staat in mooi contrast met de acteur die een dans gaat doen vanuit de intentie dat hij er zelf in moet geloven.
Belangrijkste vraag blijft wat het doel is van het publieksbedrog. Het is natuurlijk lachen voor de makers -ook wat waard-, maar was het niet veel sterker geweest om het aan het eind expliciet te zeggen? (En dan de hele voorstelling gewoon nóg een keer te spelen) Dan was mijn naïviteit afgestraft, F.’s wantrouwen beloond en dan had ik het vermoedelijk theatraal interessanter gevonden. Wat denk jij?
Sterker nog: neem van mij aan dat je nog veel meer voor de gek bent gehouden dan jij nu al denkt. Maar misschien is dat op zichzelf al interessant genoeg. Sinds wanneer klagen we theater aan omdat het niet ‘echt’ is?
Vooruit: ze pretenderen echtheid, dat zou een argument kunnen zijn. Mijn allereerste reactie was ook dat ik zou willen dat zij zouden practicen wat ze preachen, ik was ook ontstemd omdat de enige oprechtheid uitgerekend van het publiek kwam, ik voelde me ook belazerd. Maar wat had ik dan verwacht? Eerlijkheid nastreven in het theater is natuurlijk een zotte paradox en hun doortrapte pogingen om mij mee te krijgen wezen me precies op mijn verlangen naar die (on)mogelijke oprechtheid, die uiteraard verder gaat dan het theater zelf. Wellicht was het een confrontatie met eigen huichelarij die raakt.
Daarbij: doorgaans alle lof voor jouw recensies, maar hoe kan jij nu beweren dat het ‘voor publiek oninteressant’ is? Over vakmanschap, dramaturgie et cetera kan je veel beweren, maar of het voor de toeschouwer interessant is niet. Ik geloof echt dat je daar je boekje te buiten gaat.
Overigens ben ik het met jouw laatste opmerking over het expliciet maken (26/1/2009 @ 11:40) misschien wel eens. (Mijn opdracht voor de volgende dag: ‘Speel nu open kaart.’)
Dank Oscar, voor het exact verwoorden van mijn gedachten.
Ik heb er weinig aan toe te voegen, behalve dat er wat mij betreft nog geen open kaart hoeft te worden gespeeld. Laat het spel/bedrog nog maar even duren. Lang leve de mythe van de kunstenaar!
@Oscar (sorry voor de vertraging): Volgens mij gaat het ons om andere dingen. Mij interesseert die intentie niet zoveel, en ik ben dus ook niet zo boos/teleurgesteld/chagerijnig dat ik in de maling ben genomen. Die lachtherapeut die zegt dat het om de handeling gaat heeft wat mij betreft gelijk. Ik vind het dus vervelend om te kijken naar een aantal in zichzelf saaie nummers, omdat ik die intentie (gespeeld of niet) niet kan zien, omdat die in de hoofden van de spelers zit. Volgens mij had je met een paar eenvoudige ingrepen die intenties zichtbaarder kunnen maken en daarmee meer het aanzien waard.
Over je tweede opmerking moest ik even nadenken. Mijn eerste reactie was: wat is mijn functie anders dan uitmaken of iets interessant is voor het publiek? Maar zo eenvoudig is het natuurlijk niet. Het heeft te maken met de conventie dat je het woord ‘ik’ niet gebruikt in recensies. Dat vind ik soms jammer of onhandig, maar de krant wil het nu eenmaal niet.
Als omweg gebruik ik dan af en toe de stoplap ‘voor het publiek’, of ‘als toeschouwer’, maar dat is natuurlijk oppassen geblazen. Ik denk inderdaad dat ik in dit geval mijn eigen mening iets te hardhandig algemeen heb gemaakt. Misschien had ik toch moeten eindigen met de zin: “Maar fuck dit tekstje en ga gewoon!” Bij deze.
@ Simon: waarom interesseert die intentie je niet? Hij maakt toch een essentieel deel uit van de voorstelling? Niet alleen op de website maar ook in de ‘voorstelling’ zelf wordt hij immers expliciet genoemd en daardoor getheatraliseerd?
Ik begrijp dat je in het algemeen voorstellingen op hun esthetische/dramaturgische merites wilt beoordelen, maar zoals je zelf ook al aangeeft is het deze makers daar niet om te doen. De vorm van de voorstelling is ’truth or dare’ meets theatersport. Dat dit esthetisch weinig interessant is, zal niemand verbazen.
Het onderzoek naar de (on)mogelijke uitvoerbaarheid van de intentie is hier het fundament van het concept geworden. Dit tilt de voorstelling naar een theatraal interessanter niveau.
Heb je suggesties over wat die ‘eenvoudige ingrepen’ dan zouden kunnen inhouden? Het ging eerder al over ‘practice what you preach’, ik ben benieuwd!