Interview Jeffrey Meulman
Vandaag begint TF, het jaarlijkse festival met hoogtepunten van het afgelopen theaterseizoen. Op deze derde editie kan het festival nog niet al haar plannen realiseren, maar directeur Jeffrey Meulman kijkt vooral vooruit: “TF moet uiteindelijk het Cannes van het theater worden.”
Jeffrey Meulman moet nog lachen als hij eraan terugdenkt: “Toen in mei de selectie bekend werd liepen de meningen uiteen van ‘de jury heeft zich gerehabiliteerd’ tot ‘de jury heeft zich gediskwalificeerd’. Dat is geweldig natuurlijk, we hebben belang bij de discussie.”
Nu had de jury, onder leiding van Raoul Heertje, ook geen voor de hand liggen de keuze gemaakt. De selectie bestaat vooral uit locatievoorstellingen van relatief onbekende theatermakers, zoals Win-een-auto.com van het Vlaamse gezelschap Bad van Marie of Haar leven, haar doden van De Veenfabriek, dat gespeeld wordt in een filiaal van de V&D rond sluitingstijd. Slechts één voorstelling van een groot Nederlands gezelschap werd goed genoeg bevonden: Romeinse Tragedies van Toneelgroep Amsterdam. “En eigenlijk is dat ook een locatievoorstelling, maar dan in de schouwburg”, meent Meulman.
“Ik heb me eerlijk gezegd niet aan mijn opdracht gehouden: officieel moet de jury hoe dan ook vijf voorstellingen in de grote zaal en vijf in de kleine zaal selecteren”, zegt Meulman, “Maar die criteria zijn drie jaar geleden opgesteld en toen hebben we geen rekening gehouden met de opkomst van het locatietheater. De jury was dit jaar erg eensgezind en zei: dit zijn de elf voorstellingen waar we vierkant achter staan.”
“Wat daarna in de commentaren is gebeurd is dat obscuur wordt verward met marginaal en ontoegankelijk. Ja, de voorstellingen zijn onbekend, maar ze zijn misschien wel publieksvriendelijker dan ooit. Ik vind het een avontuurlijke, leuke selectie.”
Nog meer avontuur kan het publiek beleven in het Fringe Festival dat in de marge van het ‘officiële’ festival plaatsvindt. “We houden voor de Fringe een open inschrijving; iedereen die een voorstelling heeft mag meedoen. De Fringe is vooral nodig om een soort gekte te brengen in de stad, energie en ondernemerschap. Jonge theatermakers moeten de bravoure hebben om iets te doen zonder subsidie en zonder de angst om afgerekend te worden door de recensenten.”
“Het leuke aan de zo’n aanpak is dat je heel snel kan zien wat er leeft onder een nieuwe generatie. Ze zijn onbevangen en overmoedig en maken weer performance-achtige voorstellingen. Deze generatie is heel erg bezig met jaren ’70 dingen.” Net als voor het hele festival ziet Meulman een grote toekomst voor de Fringe: “Het is een groot internationaal circuit, 80 festivals met eenzelfde soort spirit. We gaan dit jaar voor het eerst een Fringe Award uitreiken voor de beste voorstelling. En we willen de beste Fringe-voorstellingen uitwisselen met Praag, Dublin en New York.”
Meulman erkent dat het festival nog niet al zijn pretenties kan waarmaken, maar kijkt consequent naar de lange termijn: “We zoeken nog de juiste vorm en we gaan de komende jaren nog heel veel veranderen aan het festival, misschien zelfs de naam. Wij zijn een openbaar experiment. Pas als in 2010 de Nieuwe de la Mar Theaters af zijn en de nieuwe zaal van de Stadsschouwburg er is heeft de festival de capaciteit die ik wil. Er zijn dan 3000 stoelen rondom het Leidseplein en je kunt dan vier grote zaal-voorstellingen per avond laten zien. Dan kun je genomineerden voor de Toneel Publieksprijs laten zien in de Nieuwe de le Mar theaters en de juryselectie in de Stadsschouwburg.”
“Ik wil dat het publiek van heinde en verre naar Amsterdam komt voor het theater. Maar dan moet je ook zorgen dat de toneelsterren veel bekender worden. Dat zijn uitdagingen waar ik over na wil denken. Hoe maak je het ècht groot?”