Recensie: ‘De Goede Dood’ van Impresariaat Wallis
Over de spreekwoordelijke Nederlandse tolerantie wordt inmiddels meestal in de verleden tijd gesproken, ons liberale prostitutie- en sofdrugsbeleid staan onder druk, maar ‘Nederland gidsland’ heeft in ieder geval nog twee puntjes van trots: abortus en euthanasie hebben we maar mooi bij wet geregeld. In Nederland gaan we bij uitzichtloos en ondragelijk lijden rationeel, pragmatisch en onsentimenteel met de dood om.
Maar kun je daarover wel warmbloedig en spannend toneel maken? Schrijver/regisseur Wannie de Wijn en zijn spelers zijn verrassend ver gekomen. De Wijn schreef een stuk over een man met longkanker, dat speelt de dag vóórdat zijn dokter en vriend hem de fatale injectie zal geven. ’s Avonds komt de kleine familie bij elkaar: een broer in zaken, een andere broer die autistisch is, maar wel heel aardig piano kan spelen. De vriendin, die eerder met de zakenbroer was en een bijna volwassen dochter.
Ze praten en ze drinken veel en ze ruzieën ook nog wat. Vooral de botte zakenbroer -geweldig gespeeld door Huub Stapel- weet steeds op het verkeerde moment een nare opmerking te maken of over de erfenis te beginnen. De larmoyantie, die toch altijd op de loer licht bij een dergelijk onderwerp, wordt prima in balans gehouden door de humor en de soms harde woorden tusssen de personages.
Vooral de handigheid van De Wijn valt op: met minimale middelen weet hij razendsnel de vertrouwde sfeer van een familie neer te zetten, met eigen rituelen en gewoontes. Wat dat betreft benadert zijn werk af en toe de klasse van Maria Goos. Ook castte hij handig Wilbert Gieske als de terminale patiënt. Omdat je hem dagelijks bij GTST op televisie ziet, heb je het gevoel dat je hem goed kent en wekt zijn lot medelijden.
Toch is de voorstelling utilitair: een soort SIRE-spotje ‘Euthanasie doe je niet zomaar’, met tranen op het eind. Er mist een echt conflict, want vanaf het begin is duidelijk dat Robert zal sterven. De personages zijn op en top Nederlands, niemand is principieel tegen euthanasie, maar als het ineens zo dichtbij komt, moet er wel het nodige getwijfeld en bespiegeld worden. De Goede Dood is daarmee uiteindelijk emotie-porno, waarbij de daad bestaat uit de injectie van de arts en het publiek in de zaal voldaan zit te grienen.
De Goede Dood van Impresariaat Wallis. Gezien 8/2/08 in Amstelveen. Te zien in Amsterdam (Bellevue) 7/3 t/m 9/3, tournee t/m 18/5. Meer info op www.impresariaatwallis.nl
Sorry, ik reageer niet snel ergens op. Maar ik ben vanavond naar Een goede dood geweest. En dit is de eerste recensie die ik lees. Maar ben het behoorlijk oneens met Simber. Wat een geweldige voorstelling. Herkenbaar vanuit eigen ervaring en of van verhalen. Uiteraard uitvergroot en gecomprimeerd, maar daar is theater voor.
Ik vond het heel integer gedaan. Juiste geen tranentrekker.
Het feit dat een “bekend” soapacteur een voordeel kan zijn is waar maar het kan ook tegen hem werken. Ik ken hem zeer vaag uit gtst. Maar daardoor moest hij mij het meest overtuigen. Wat lukte! Maar had ik hem niet gekend had ik hem gelijk geaccepteerd. Wel vcnd ik het leeftijdverschil tussen hem en zijn geestelijk gehandicapte broer -perfecte rol- erg groot (voor een prof.voorstelling).
De term emotieporno raakte mij dusdanig dat ik nu deze reactie schrijf. Ik zat in een bomvolle koninklijke schouwburg in Den Haag, die niet snotterde maar muisstil was in de laatste lange scene. Een scene die mij (rij 4) liet voelen alsof ik er bij was. Helaas ben ik regelmatig in aanraking geweest met afscheid nemen en het euthanasie prbleem. Maar ben ook amateur speler – regisseur – recensent in Den Haag.
John Roos