Recensie: Othello door Het Nationale Toneel en Annette Speelt

Net zoals YouTube liever gekocht wil worden door Google dan zelf het risico te nemen naar de beurs te gaan, zie je tegenwoordig dat jongere theatergroepen aansluiting zoeken bij gevestigde gezelschappen. De jongere acteurs en regisseurs kunnen met steun van het productie- en marketingapparaat van een grote organisatie werken aan hun voorstellingen in plaats van aan subsidieaanvragen en de grote gezelschappen weten zo jong talent aan zich te verbinden.

De jonge theatergroep Annette Speelt, bestaande uit acteurs Thijs Römer en Michel Sluysmans, heeft sinds kort een dergelijk samenwerkingsverband met Het Nationale Toneel in Den Haag.

Shakespeare’s Othello is hun eerste gezamenlijke voorstelling, waarbij Römer en Sluysmans worden ondersteund door de jongere acteurs van Het Nationale Toneel. De twee groepen passen goed bij elkaar: beide willen klassieke stukken maken voor een groot publiek, degelijk en een beetje keurig toneel met veel nadruk op de acteerprestaties. Deze eerste samenwerking is echter een beetje té degelijk uitgevallen.

Othello is het verhaal over de zwarte legerleider die jaloers wordt door misleiding van zijn vaandrig Jago en zijn vrouw vermoord, omdat hij haar ten onrechte verdenkt van de affaire met zijn luitenant Cassio. Het stuk wordt vaak gebruikt als commentaar op discriminatie van vreemdelingen, maar de eerste scène van deze voorstelling rekent daar resoluut mee af.

Othello komt op, Thijs Römer’s gezicht is zwart gemaakt. Met een spiegeltje in de hand veegt hij met een doekje zorgvuldig de donkere schminck weg. Het symboliseert niet alleen de volledige integratie van deze buitenstaander in de Venetiaanse samenleving maar geeft ook aan dat deze voorstelling niet over racisme zal gaan, maar over het tragische liefdesverhaal.

Maar na deze sterke opening stelt de voorstelling teleur. Voor een klassieker die draait om een man die door onbeheersbare hartstochten tot gruwelijke misdaden wordt gedreven, heeft deze voorstelling een merkwaardige gevoelloosheid. In hun poging om de moeilijke tekst goed te spelen komen de jonge acteurs er niet aan toe hun woorden te laden met emotionele impact. Alleen Pieter van der Sman maakt van Cassio een personage waarmee je als toeschouwer méé kunt leven.

Met een videocamera legt Jago steeds de belangwekkende details vast: de hand van Desdemona in die van Cassio, het zakdoekje dat later een oneigenlijk bewijsstuk zal worden. Het is een beetje overbodig, omdat het verhaal al helder genoeg is, maar het past wil een een enscenering waarbij de acteurs hun tekst vaak met handgebaren ondersteunen.

Het decor is een indrukwekkende stapel zeecontainers, waarbij alle acteurs heel klein afsteken. Onbedoeld symboliseert het niet alleen de nietigheid van de personages tegenover de gebeurtenissen, maar ook hun onmachtige poging om Shakespeare te bedwingen.

Othello door Het Nationale Toneel en Annette Speelt. Regie: Johan Doesburg, met Thijs Römer, Michel Sluysmans, Anniek Pheifer, ea. Gezien 28/10/06 in Den Haag, te zien in Amsterdam 19 en 20/1/07, tournee t/m 20/1/07. Meer info op www.hnt.nl

Recensie: Sexual Perversity van Rick Engelkes Producties en MTV

Voer voor sceptici: de grote media-corporatie MTV gaat zich met toneel bemoeien. En dan nog wel in samenwerking met Rick Engelkes, de voormalig soapie die theaterproducent werd van voorstellingen met van televisie bekende sterretjes zonder acteeropleiding. Dat moet wel ten hemelschreiend slecht toneel opleveren, waar de cynische marketingmachine van de popzender toch kuddes jonge, beïnvloedbare mensen naartoe zou drijven.

Gelukkig hebben de sceptici dit keer ongelijk: Sexual Perversity is fris, onbeschaamd en onweerstaanbaar grappig toneel en daarbij ook nog eens een warm romantisch pleidooi voor de ware liefde.

Het verhaal is oppervlakkig: Danny (Johnny de Mol) ontmoet Esther (Jelka van Houten) op een feestje, ze vallen op elkaar, worden verliefd, gaan samenwonen en dat geeft wrijving met zijn beste vriend (Gijs Naber) en haar vriendin (Birgit Schuurman). De voorstelling is gebaseerd op Sexual Perversity in Chicago uit 1974 van David Mamet, maar regisseur Marcus Azzini is zo verstandig geweest om het stuk stevig up-to-date te brengen.

Hij laat het raamwerk intact, maar negeert een groot deel van de dialogen en het verhaal en komt met fysieke en absurde scènes tot de kern van de prille liefde tussen Danny en Esther. Azzini begrijpt dat jonge mensen van nu van hun sterren geen glamour verlangen, maar autheticiteit. En dan gaat het dus ineens ook over de putjes in Van Houten’s billen of over het buikje van De Mol. Het is van een aangename schaamteloosheid die je eerder bij Mugmetdegoudentand verwacht dan in een vrije productie, waar acteurs in het algemeen veel ijdeler zijn. Helaas verliest de voorstelling tegen het eind aan spanning.

Het decor van Roos van Geffen bestaat uit verrijdbare Dixi-toiletten die dienstdoen als verkleedhokjes voor de acteurs, een stapel magnetrons en een horeca-koelkast. De acteurs sjouwen met houten biertuin-banken en matrassen. Eenvoudige popfestival-esthetiek die de voorlopigheid van alle waarden in een twintigers-leven aangeeft.

De kwaliteit van de acteurs is wisselend. Gijs Naber -de enige op het podium die op de toneelschool heeft gezeten- maakt hilarische acts van het vertellen van zijn onvoorstelbare sexuele escapades of het inschenken van een glas water. De Mol’s sensitieve podiumpersoonlijkheid valt op en de twee mannen die samen de smartlap Samen zijn op geestige wijze verkrachten vormen het hoogtepunt van de avond. Als zij in januari worden vervangen (door Cas Jansen en Kürt Rogiers), is het te betwijfelen of de voorstelling dezelfde charme vasthoudt.

Theater Sexual Perversity van Rick Engelkes Producties en MTV. Met Johnny de Mol, Jelka van Houten, Birgit Schuurman en Gijs Naber, regie: Marcus Azzini. Gezien 27/10/06 in De Meervaart, tournee t/m 1/2/07. Meer info op www.sexualperversity.nl

Recensie: Closer van Het Nationale Toneel

Het toneelstuk Closer van David Marber begint een moderne klassieker te worden. Acht jaar geleden speelde Toneelgroep Amsterdam het stuk, twee jaar geleden werd het verfilmd met onder andere Julia Roberts en Clive Owen. Nu speelt Het Nationale Toneel het stuk in de vlotte vertaling van Martin Bril. Regisseur Antoine Uitdehaag koos met Bracha van Doesburgh, Daan Schuurmans, Eva Duijvestein en Roef Ragas vier jonge acteurs die ondanks hun toneelopleiding vooral bekend zijn geworden door televisieseries en films.

Het stuk bestaat uit twaalf scenes voor twee mensen. In een eenvoudig decor van verrijdbare witte doeken draaien ze om elkaar heen. Ze flirten, worden verliefd, gaan vreemd en gaan uit elkaar, en dat doen ze in spitsvondige gesprekken met emotionele uitbarstingen. Een fotografe, een arts, een journalist en een stripper. In hun relaties zijn ze volkomen zelfzuchtig, in de wetenschap dat de ander dat ook is.

De twee mannen hechten aan de waarheid. Als overspel van hun partner aan het licht komt willen ze alle vunzige details weten. De vrouwen verkiezen de zoete leugen, en de stripper specialiseert daar zelfs in: we weten niet eens zeker of haar naam Alice of Jane is. De gesprekken over hun relaties zijn krachtmetingen, wedstrijden. Maar hoe dicht bij elkaar ze ook komen, nooit zijn ze samen. De anatomische pop met uitneembare ingewanden die de hele voorstelling voor op toneel staatbenadrukt hoe weinig ruimte er zit tussen aanraken en bloed vergieten.

De vier acteurs hebben nog niet zoveel toneelervaring, maar redden zich prima. Vooral Ragas is mooi als primitieve, sexbeluste man met zelfkennis. Van Doesburgh is soms te schril en Duijvestein maakt haar personage wel erg hard. Ook gaat de voorstelling tegen het eind wat trekken. Het publiek weet al lang dat geen van de vier zal ontsnappen aan de eenzaamheid. Het zijn kleine bezwaren tegen een verder onderhoudende voorstelling, die zowel de luchtigheid van Marber’s stuk als zijn rauwe boodschap goed weet over te brengen.

Je zou je wel kunnen afvragen of dit soort toegankelijk toneel met van televisie bekende acteurs en een van film bekend verhaal niet eigenlijk door vrije producenten zou moeten worden gemaakt in plaats door een gesubsidieerd gezelschap. Het voornaamste argument daartegen is dat commerciële produkties zelden dit niveau halen, meestal door tekort aan aandacht en repetitietijd. Maar eigenlijk is het zonde dat zo’n voorstelling door Het Nationale Toneel moet worden gemaakt.

Theater Closer van Het Nationale Toneel. Gezien 25/11/06 in Rotterdam. Te zien in Amsterdam (Compagnietheater) 27/10 t/m 4/11 en 22/11 t/m 2/12, tournee t/m 23/12. Meer info op www.hnt.nl

Recensie: Schitterend Gebrek door De Tijd

Parool,recensies — simber op 25 oktober 2006 om 01:01 uur
tags: , , , , ,

Dat Nederlandse literatuur zich in warme belangstelling mag verheugen, blijkt maar eens uit de toneelbewerking van Arthur Japin’s hitroman uit 2003 Een schitterend gebrek. Het anders vooral door insiders bezochte Vlaamse gezelschap De Tijd trekt er uitverkochte zalen mee tijdens een langere tournee. Toch is dit zeker méér dan een voorstelling uitsluitend voor Japin-fans.

Japin kiest als hoofdpersoon voor zijn verhaal over onmacht in de liefde Lucia, de eerste geliefde van de legendarische vrouwenverslinder Giacomo Casanova. Als pubers ontmoeten ze elkaar op Italiaans landgoed en worden verliefd, dan nog gretig en ongeremd. Hij moet gaan, maar als hij terugkomt uit Venetië zullen ze trouwen. In de tussentijd raakt zij verminkt door de pokken en kiest ervoor te verdwijnen. Vele jaren en vele minnaars en minnaressen later ontmoeten ze elkaar opnieuw in Amsterdam zonder dat hij haar herkent; zij verbergt haar littekens achter een voile. Ze spelen het verleidingsspel opnieuw, maar nu ouder, wijzer, triester en harder.

Wie een geënsceneerde versie van de roman verwacht komt bedrogen uit. Regisseur Lucas Vandervost kiest voor rigoreus verteltheater, met een minimum aan theatraliteit. Twee jonge actrices -Rosa Vandervost en Suzanne Grotenhuis- spreken soms in de eerste persoon, soms in de derde en wisselen in de spitse dialogen tussen de minaars steeds van rol. Hun intense, zorgvuldige tekstbehandeling zorgt voor spanning en grote concentratie.

De actrices liggen qua leeftijd en mentaliteit dichter bij de jonge Lucia dan bij de oude en het is mooi om de schuchterheid en twijfel te zien waarmee ze de koele ideeën over liefde van de door schade en schande wijs geworden Lucia uitspreken. De voorstelling wordt daardoor melancholieker dan het boek.

Japin vertelt zijn verhaal met on-Hollandse charme, maar wijst met sardonisch genoegen op de gebreken van het idee van de romantische liefde. Door de strijd tussen de jonge en de oude geliefden uit het boek te vertalen naar de strijd tussen de actrices en het materiaal kiest De Tijd voor een iets hoopvoller conclusie.

De voorstelling dreigde deze avond van de Nederlandse première overigens nogal zwaar op de hand te worden. Het subtiele understatement de speelsters wel degelijk inzetten wordt door het Nederlandse publiek nauwelijks opgepikt. Vlamingen en Nederlanders kunnen hun literatuur delen, maar elkaars gevoel voor humor blijkt moeilijker overdraagbaar.

Theater Schitterend Gebrek door De Tijd, naar de roman van Arthur Japin. Gezien 24/10/06 in de Toneelschuur Haarlem. Te zien in De Brakke Grond in Amsterdam 9 t/m 11/11, tournee t/m 2/12. Meer informatie op www.detijd.be

Kamerdebat over Verschil Maken

nieuws,Theatermaker — simber op 25 oktober 2006 om 01:00 uur
tags:

Tijdens het Tweede Kamerdebat over de nota Verschil Maken op 16 oktober jl. bleek dat geen van de Kamerfracties grote bezwaren heeft tegen de plannen voor hervorming van de cultuurnotasystematiek van minister Van der Hoeven van cultuur. Grootste zorg van de Kamer is dat de gesubsidieerde instellingen op tijd moeten weten waar ze aan toe zijn. Van der Hoeven beloofde dat haar opvolger begin volgend jaar een wetsvoorstel zal indienen en dat er vóór 1 juni 2007 duidelijkheid zal zijn welke instellingen horen bij de basisinfrastructuur (die dus nog mogen aanvragen voor de Cultuurnota), en welke instellingen bij de Fondsen terecht kunnen. Tegen die tijd moet ook duidelijk zijn hoe het fondsen-landschap eruit gaat zien, aldus de minister. Op dit moment werkt de commissie Alons aan een advies over de toekomst van de podiumkunst-fondsen.

Van der Hoeven kondigde alvast aan dat de deadline voor het indienen van aanvragen voor zowel de Cultuurnota 2009-2012 als voor meerjarige subsidies van de fondsen is gesteld op 1 februari 2008. Dat is later dan aanvankelijk gepland, maar naar verwachting zal het herinrichten van de fondsen, het ontwerpen van meerjarige regelingen, en het hele adviestraject van de Raad voor Cultuur (sectoranalyse, uitgangspuntennota, etc.) meer tijd kosten, vooral ook omdat er begin volgend jaar een nieuwe staatssecretaris voor cultuur komt.

Overigens waren tijdens het Kamerdebat alle fracties eensgezind in het verwerpen van het Arts Council-model. Zelfs PvdA-woordvoerder John Leerdam zei nu dat het nooit zijn bedoeling was geweest om zomaar het Engelse model over te nemen. Wel zou hij graag zien dat het politieke debat over cultuur over hoofdlijnen van het beleid gaat en niet over individuele subsidietoekenningen. Daarnaast is hij voor een sterkere rol van de regio’s.

Recensie: Breekbaar van Het Zuidelijk Toneel

Toen Matthijs Rümke vorig seizoen artistiek leider werd van Het Zuidelijk Toneel presenteerde hij een ambitieus plan. Het Eindhovense gezelschap zou voornamelijk nieuwe Nederlandse toneelteksten gaan presenteren. Maar de eerste twee voorstellingen die Rümke regisseerde –Tirannie van de Tijd en Walhalla– bleken stevige mislukkingen, waarbij vooral de kwaliteit van de stukken tegenviel.

Helaas brengt Breekbaar geen kentering in deze neerwaardse trend. Het nieuwe toneelstuk van Frans Strijards moest een tragikomische satire over het theatervak worden, maar blijkt een quasi-filosofisch samenraapsel met een bittere ondertoon.

Het verhaal gaat over uitgerangeerde theaterdiva Magda (Ria Eimers) die een cursus geeft aan vier acteurs van een jongere generatie. In de loop van het stuk werken ze aan musicalnummer met zang en dans, hebben ze conflicten, en debiteert Magda clichés over theater als vrijplaats en als “onvoorwaardelijke voorkeurstem op het leven.” De studenten worden onstellend oppervlakkig neergezet. De een is een soap-sterretje, een ander danseres in een louche club, een derde komt van de afdeling damesmode. Ze zijn alleen maar op zoek naar roem en geld.

Het uitgangspunt zou misschien nog kunnen werken als over-the-top persiflage op Idols, maar het cynisme in de tekst geeft geen ruimte voor de relativering die daarbij nodig is. Bovendien is het moeilijk om het personage Magda los te zien van Strijards’ eigen positie in het theaterveld: vroeger bejubeld schrijver en regisseur, maar nu verworden tot toneeldinosaurus.

Regisseur Rümke heeft duidelijk geen vat gekregen op dit magere vehikel. Het voornaamste decorstuk is een grote show-trap die de cursisten gebruiken voor hun presentaties. Achterop het podium staat een grote carnavalswagen. Tegen het einde laat Rümke een enorme hoeveelheid achterdoeken -een bos, een balzaal, een schilderij, glimmende lappen, enzovoort- achter elkaar naar beneden zakken en weer opstijgen. Is het een parodie op de platheid en technische krachtpatserij in moderne musicals? Of typeert het de krachteloosheid van deze regie zelf?

Ook de spelers lijken verdwaald. Ria Eimers is eerder een excentrieke maar lieve tante dan een bitchy diva, en de vier jongere cursisten (Nanette Edens, Trudi Klever, Jorrit Ruijs en Heike Wisse) worstelen met hun danspasjes en met hun lelijke kostuums. Bert Luppes als de zakelijk leider van Magda is de enige op het toneel die het nog een beetje naar z’n zin lijkt te hebben. Hij heeft dan ook de paar sterke one-liners die het stuk wel biedt

Binnen en buiten het theaterveld klinkt tegenwoordig vaak de mening dat er meer Nederlands toneelrepertoire zou moeten zijn. Ongewild vormen de voorstellingen van Het Zuidelijk Toneel goede argumenten tégen die stelling.

Theater Breekbaar van Het Zuidelijk Toneel. Tekst: Frans Strijards, regie Matthijs Rümke. Gezien 13/10/06, Schouwburg Eindhoven. In Amsterdam (Stadsschouwburg) 19/11. Tournee t/m 12/1/07. Meer informatie op www.hzt.nl

Recensie: Paard van Mirthe Klieverik

Parool,recensies — simber op 12 oktober 2006 om 20:24 uur
tags: , ,

Mirthe Klieverik speelt een paard. Ze briest, galoppeert rondjes over het podium of knabbelt bedachtzaam aan een bosje bloemen in een vaasje. En ze kan praten, dus ze vertelt een verhaal. Over het andere paard dat ze denkt dat ze is. Want hoewel ze eruit ziet als een veulen, met glanzende vacht en een nog wollige staart, voelt ze zich eigenlijk een oude, knokige knol. En niet zomaar een knol, maar Roccinant, het paard van Don Quichot.

Die merkwaardige constructie -actrice speelt pratend paard dat een ander paard wil zijn- is een vondst van Esther Gerritsen, de toneelschrijfster die zoveel oog heeft voor alledaagse gekte. De tekst werkt omdat de absurde logica zo consequent wordt volgehouden. Het lijkt bijna een mop, maar achter de gortdroge humor schuilt een verhaal over identiteit en eenzaamheid.

Ze vertelt dat ze niet van andere paarden houdt. Die keuren je geen blik waardig als je nog maar een veulen bent. Liever zit ze met mensen in de kroeg: “Als ze het dan hebben over ‘het paard’ weet je tenminste dat het over jou gaat”, debiteert ze wijs. En zolang je niet gaat staan pissen in het café willen mensen graag met je praten, als ze eenmaal bekomen zijn van de verbazing om een pratend paard.

Het is jammer dat de jonge actrice Mirthe Klieverik vooral de lichte kant van de tekst benadrukt. Soms lijkt het alsof ze het stuk behandelt als een lang uitgerekte cabaret-sketch. Vooral aan het eind wreekt dat zich: de lyrische beschrijving van de liefde van Don Quichot voor zijn scharminkelige paard blijft te vlak.

Paard, Lunchpauzevoorstelling van Mirthe Klieverik. Tekst: Esther Gerritsen Gezien 12/10/06, in Bellevue. Aldaar t/m 20/10. Meer info op www.theaterbellevue.nl.

Recensie: Hemel boven Berlijn van Toneelgroep Amsterdam en het American Repertory Theatre

In de voorstellingen van regisseuse Ola Mafaalani zwerven opvallend vaak engelen over het toneel. Figuren die buiten de verwikkelingen staan en alleen maar observeren en soms troost kunnen bieden aan de andere personages. In haar nieuwe voorstelling, Hemel boven Berlijn, hebben de engelen de hoofdrol, met half geslaagd resultaat.

De voorstelling is een bewerking van de film Der Himmel über Berlin van de Duitse regisseur Wim Wenders uit 1987. Die film was een contemplatieve sfeertekening over eenzaamheid en verlangen, Mafaalani laat de meeste verwijzingen naar Berlijn en de muur weg en benadrukt dat het verhaal toch vooral een modern sprookje is. De voorstelling is een samenwerking tussen Toneelgroep Amsterdam en de American Repertory Theatre uit Boston.

De engelen Damiel (gespeeld door Fedja van Huêt) en Cassiel (de Amerikaanse acteur Bernard White) dwalen al eeuwenlang over de wereld. Ze horen wat mensen denken, maar kunnen niet in hun levens ingrijpen, hoogstens kunnen ze mensen even een klein gevoel van hoop geven. Als Damiel verliefd wordt op de circusacrobate Marion, besluit hij om zijn eeuwige bestaan op te geven en een sterfelijk mens te worden.

Het decor is een bewust lullige opstelling van plastic tuinstoeltjes rondom een snackbar in het verder lege toneelhuis. Uit de hoogte stromen mooi uitgelicht dunne stralen zand, die in de loop van de voorstelling bergjes vormen op het toneel. De eeuwigheid als regenbui uit een omgekeerde zandloper.

Van Huêt maakt een prachtige act van Damiel’s menswording: enthousiast leert hij de kleuren onderscheiden, de smaak van koffie proeven en pijn voelen omdat de koffie te heet is. Deze ontdekking van het leven en de ontmoeting met Marion, en haar realisatie dat dit de vervulling is van oud verlangen, zijn ontroerend en maken de banaal klinkende waarheid dat het leven met aandacht voor details geleefd moet worden even voelbaar. Een pleidooi voor slow food voor de ziel.

Maar de boodschap wordt ingebed tussen een hoop onsubtiele losse flodders. Noraly Beyer leest het nieuws van de dag voor, Fred Goessens houdt een woedende tirade over onverschilligheid, Hadwych Minis zingt een lied in het Spaans, speelt viool én heel cool basgitaar, de Amerikaanse acteur Stephen Payne is een heel geestige gevallen engel en trapeze-artieste Mam Smith als Marion doet een spectaculair acrobatisch nummer hoog boven het podium.

Soms is het raak en komen alle elementen samen in een keelsnoerend mooi beeld, zoals wanneer Cassiel een zelfmoordenaar niet van zijn daad kan afhouden. Maar vaker is het onrustig toneel dat zijn eigen boodschap ondergraaft.

Hemel boven Berlijn van Toneelgroep Amsterdam en het American Repertory Theatre. Regie: Ola Mafaalani. Gezien, 8/10/06 in de Stadsschouwburg. Aldaar t/m 20/10, tournee t/m 9/11. Meer info op www.toneelgroepamsterdam.nl

Reblog this post [with Zemanta]

Recensie: Athella/Othello van De Nieuw Amsterdam

Othello is een wit stuk van een witte schrijver voor een wit publiek over raciale stereotypen. “Zwarten moeten er niet aan meewerken”, houdt schrijver Abdelkader Benali het publiek voor. Maar natuurlijk is het precies wat Benali wèl doet. En hij is de eerste niet. Multiculturele theatergroepen gebruiken Shakespeare’s verhaal over de jaloerse Moor vaak als uitgangspunt.

Zo speelde Cosmic in 1998 O.J. Othello waarin paralellen worden getrokken tussen de verhalen van Othello en O.J. Simpson, de van moord verdachte Amerikaanse football-speler. Recenter speelde het Onafhankelijk Toneel een versie waarin Bert Luppes Othello speelde als enige Nederlander tussen Marokkaanse acteurs.

Net als die eerdere voorstellingen is dit geen trouwe bewerking van het verhaal over de Moorse legerleider die door de intrigant Iago wordt aangezet tot jaloezie en moord op zijn blanke vrouw Desdemona. Benali schreef het stuk deze zomer terwijl hij in Beiroet verbleef tijdens de bombardementen door Israël. Hij maakte er een beschouwing over het perspectief van de vreemdeling, de zwarte in een witte samenleving. Maar beschouwing alleen maakt nog geen boeiend toneel.

De Athella uit de titel is een acteur die over een uurtje op moet als Othello. Athella is zwart en wordt gespeeld door de Surinaamse acteur Felix Burleson. Maar zwart is niet zwart genoeg en Burleson geeft zijn gezicht met schoensmeer de juiste tint. Hij vertelt over zijn leven, van het verre land achter de bergen waar hij opgroeide tot de toneelschool in Nederland, maar de rommelige structuur en de vele perspectiefwijzigingen maken zijn verhaal moeilijk te volgen.

Iago en Desdemona komen ook nog voorbij; Benali’s beschrijvingen verwijzen steels naar Pim Fortuyn en Ayaan Hirsi Ali -die ook op een fotootje in het decor terugkomt-, maar het is krachteloos. De verbanden zijn gezocht en er mist een dwingende schrijvershand om alle thema’s bij elkaar te houden.

Burleson heeft een mooie stem en is prettig om naar te kijken, maar ook hij kan deze tekst niet spannender maken.

Theater Athella/Othello van De Nieuw Amsterdam. Tekst: Abdelkader Benali; Regie: Caspar Nieuwenhuis; Spel: Felix Burleson. Gezien, 5/10/06, Theater Bellevue. Aldaar t/m 7/10, tournee t/m 24/11. Meer info op www.denieuwamsterdam.nl

Reblog this post [with Zemanta]
This work is licensed under a Creative Commons Attribution-Noncommercial-Share Alike 3.0 Unported License.
(c) 2024 Simber | powered by WordPress with Barecity